Coen Vissers (45) Dirkje Vissers-Le Sage (42)
Beiden overleden op 24 oktober 1944 te RaamsdonkVlak voor de bevrijding van Sprang-Capelle wordt het huis van het echtpaar Vissers–Le Sage getroffen door bominslag.
Coenraad Vissers, schoenmaker, en zijn vrouw Dirkje Geertruida Vissers-le Sage, huisvrouw, wonen op C 177a, tegenwoordig Schoolstraat 2 te Sprang-Capelle. Het gebied van de Schoolstraat ligt ten noorden van het Afwateringskanaal en wordt in de volksmond ook wel ‘de Rattenhoek’ genoemd. Op 24 oktober 1944 wordt het huis van Coen en Dirkje, het tweede huis voor het ‘kanaaltje’, getroffen door een bominslag. Deze bommen zijn uitgeworpen door geallieerde vliegtuigen. Door deze bominslag raakt het echtpaar Vissers zwaargewond. Daarnaast wordt ook nog een aantal tuinderijen aan het ten zuiden van het ‘kanaaltje’ gelegen tuindersgebied aan de Wendelnesseweg door bommen getroffen. Hierbij raakt een aantal personen gewond ten gevolge van rondvliegende glasscherven. Enkelen houden hier blijvend letsel aan over.
Met paard en wagen naar St. Theresiaziekenhuis Raamsdonksveer
Het echtpaar Vissers-le Sage wordt door Leen de Rooij, een kolenboer uit Capelle, met paard en wagen naar het St. Theresiaziekenhuis in Raamsdonksveer vervoerd. Coenraad Vissers ligt plat op de wagen. Dirkje heeft een ingedrukte borst en liggend vervoeren maakt de pijn voor haar ondraaglijk. Daarom wordt zij op een stoel op de wagen gezet. Om te voorkomen dat men door vliegtuigen wordt beschoten, legt men een groot wit laken beschilderd met een rood kruis over de wagen. In het ziekenhuis wordt alles in het werk gesteld om van beiden het leven te redden. Helaas overlijden zowel Coenraad als Dirkje op 24 oktober 1944 in het ziekenhuis aan hun verwondingen.
Andere versie van deze gebeurtenis doet hardnekkig de ronde
Tot nu toe doet ook een andere versie van deze gebeurtenis de ronde. Deze inslag zou zijn veroorzaakt door miscommunicatie. Hierdoor zou het verkeerde huis zijn getroffen. Nader onderzoek heeft tot nu toe tot geen enkele primaire bron geleid, die een bevestiging geeft van deze versie van het verhaal. Nergens wordt in de rapporten van de RAF Second Tactical Air Force, melding gemaakt van deze vergissing.Het andere verhaal
Op Hoofdstraat 71, eigendom van aannemersbedrijf Rosenbrand, gebruiken de Duitsers het huis en de bijbehorende schuur als opslagruimte voor munitie en springstoffen. In de Tweede Wereldoorlog is dit het tweede huis voor de brug over de Capelse Haven. Via het plaatselijke verzet wordt de schuur vol met springstoffen ontdekt door het verzet. Zij geven deze informatie door aan de geallieerden. De geallieerde bevelhebbers besluiten hierop om middels een bombardement deze munitie en springstoffen onschadelijk te maken. De bedoeling is dat de geallieerde vliegtuigen uit westelijke richting zullen aanvliegen. Zij komen echter uit het noorden aanvliegen. Deze vergissing heeft fatale gevolgen, want hierdoor wordt het tweede huis vóór het Zuiderafwateringskanaal in de Schoolstraat aangevallen. Overigens als men wel het juiste huis had aangevallen, zouden er waarschijnlijk veel meer slachtoffers zijn gevallen door de aanwezigheid van de grote hoeveelheid explosieven in het huis en schuur aan de Hoofdstraat. De Duitsers vermoeden dat er verraad in het spel moet zijn en laten daarom als vergelding onder alle bruggen in de omgeving springladingen plaatsen. De lokale verzetsbeweging kan alle geplaatste explosieven echter onschadelijk maken, zodat voorkomen wordt dat er veel wordt verwoest.
Noot van redactie: Gelet op de hoeveelheid explosieven in dat huis aan de Hoofdstraat, zou dit een idiote actie van de geallieerden zijn geweest. Dan zou namelijk het dorp Capelle nagenoeg geheel zijn weggevaagd! Ook het plaatsen van springladingen onder de bruggen was geen vergeldingsactie omdat dit in deze periode van de oorlog standaardpraktijk was van de Duitsers. Wij laten graag aan u over welke interpretatie de juiste is.
Coenraad Vissers
Geboren: 27 mei 1899 te Capelle
Overleden: 24 oktober 1944 om 23. 30 uur te Raamsdonk
Leeftijd: 45 jaar
Beroep: Schoenmaker
Gehuwd: met Dirkje Geertruida le Sage. Zij hadden geen kinderen
Adres: C 177a, (Schoolstraat 2) Sprang-Capelle
Dirkje Geertruida le Sage
Geboren: 3 januari 1902 te Capelle
Overleden: 24 oktober 1944 om23.50 uur te Raamsdonk
Leeftijd: 42 jaar
Gehuwd: met Coenraad Vissers
Adres: C 177a, (Schoolstraat 2) Sprang-Capelle
Bronnen:
Heemkunde vereniging Sprang-Capelle Bevrijdingsuitgave 1990: Dagboek mevrouw A.C. de Laat – van Ommeren
Heemkundevereniging; boek Zoveel Verhalen 2020
Informatie van de heer Gerard van Helden
Uit dagboek Z. van Pelt:
Op Dinsdag 24 Oktober waren mijn neef en ik ieder met een kar en paard, naar de polder gereden die tegen de Maas aanlag, om daar ieder een vracht bieten op te halen. Rustig reden wij beiden achter elkaar aan weer huiswaarts en omstreeks 12.00 uur waren wij op de Wendelnesseweg Oost.
Ik zat boven op de lading van het mooie weer te genieten en opeens zag ik twee jagers in de lucht aankomen, zij vlogen ten oosten van ons naar het noorden, ik zag ze een grote bocht maken en plotseling zetten zij koers naar ons toe, en gingen in duikvlucht recht op ons af. Ik zag dat er rook uit hun geschut kwam… en ik riep meteen naar mijn neef
…. Springen… dat deed hij op slag, hij sprong boven van de kar af in een daarnaast gelegen sloot links van de weg, zelf sprong ik meteen op de rug van mijn paard ‘Voske’, zodat ik schuil zat achter de lading.
Dat was meteen ook ons beider redding, want direct daarop kwam er zwaar mitrailleurvuur over onze hoofden heen, met tegelijkertijd twee brisantbommen, die precies naast onze karren in de sloot vielen aan de rechterkant van de weg. Het was een hels kabaal …. De jagers raasden beiden al schietend… rakelings over onze hoofden heen en heel kort achter elkaar… daarbij de enorme knallen van de explosie van de twee bommen die zij hadden gegooid… ik dacht dat mijn oren van mijn hoofd gerukt werden, de ravage was enorm. Het bietenblad en de modder uit de sloot vloog over ons heen op de paarden. Alles was in één keer een ongelofelijke vieze troep terwijl horen en zien ons verging. Ongeveer honderd meter verderop kwam plotseling een man vanaf zijn tuinderij de weg opgelopen die heftig met zijn armen in de lucht zwaaide en al heel vlug in elkaar zakte en tegen de grond viel, niet ver van mijn kar vandaan. Ik moest zien dat ik niet ook nog eens over hem heen zou rijden.
Toen ik langs hem heen reed zag ik dat hij een heel grote wond in zijn hals had, een slagaderlijke bloeding. Door een zeer accuraat en snel optreden van een mevrouw die daar vlakbij woonde, is toch nog op een wonderbare wijze de man zijn leven gespaard gebleven. Nimmer ben ik dat gezicht vergeten.
Achteraf bleek dat het een zware aanval van die twee jagers is geweest, immers over een afstand van ongeveer achthonderd meter hadden zij veel vernield.
Wij bleken het einde van hun doel te zijn geweest, maar aan het begin daarvan, hadden zij ook twee bommen gegooid en veel mitrailleurvuur gegeven. Op die plaats, de Rattenhoek genaamd, stond er namelijk een melkboer met zijn melkkar en daaromheen stonden een aantal klanten, daarvan bleken twee mensen bij de aanval te zijn overleden, en daar waren ook een aantal gewonden bij gevallen.
Hoewel wij erg verschrokken waren beseften wij op dat moment toch niet echt aan welk een groot gevaar wij waren ontkomen, dat kwam pas later.