We kennen in Sprang-Capelle - evenals vrijwel overal elders in ons land - verschillende soorten monumenten, o.a. kerken, woonhuizen, boerderijen, "Huize Zuidewijn", de molen en waterbouwkundige werken.Het heeft lang geduurd voor er in Nederland een algemeen groeiend historisch besef kwam, dat in de gedenktekenen van het verleden een vaderlands erfdeel van ideële betekenis zag, dat bewaard en beschermd diende te worden.Systematische zorg voor de instandhouding van de monumenten van Geschiedenis en Kunst, uitgeoefend door de overheid, veelal met steun van particulieren en instellingen, dagtekent hier te lande eerst uit het begin van de 19de eeuw.
Hoewel in Nederland de staat sinds lang subsidies gaf voor herstel en restauratie van oude monumenten, duurde het lang voor er een wettelijke regeling kwam tot bescherming van monumenten. In 1950 is er een tijdelijk monumentenwetje van kracht geworden, gevolgd door een definitieve Monumentenwet bij de wet van 22 juni 1961, St.bl. 200 en laatstelijk door de Monumentenwet 1988. Intussen bestaan er sinds 1918 een Rijkscommissie en een Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Enerzijds controleren deze de plannen voor restauratie en de uitvoering daarvan en zorgen zij voor het ten uitvoer leggen van de wettelijke bepalingen, anderzijds hebben zij tot taak de inventarisering en de beschrijving van de vaderlandse monumentenschat. De plaatselijke monumenten waarvan het belang uitgaat boven het belang van de gemeente, waarin zij zijn gelegen, komen op de Rijksmonumentenlijst, die per gemeente wordt opgesteld. Naast het Rijk verlenen ook de provincies en de gemeenten vrijwel steeds subsidies voor restauraties.
Thans hebben bijna alle gemeenten monumentenverordeningen uitgevaardigd, op grond waarvan ook een gemeentelijke monumentenlijst wordt opgesteld van monumenten, die weliswaar niet op de Rijksmonumentenlijst komen, maar waarvan het plaatselijk belang eist, dat zij voor de toekomst bewaard en beschermd blijven. Die Gemeentelijke Monumentenlijst wordt door de gemeenteraad vastgesteld.
Zo zijn onze plaatselijke monumenten dus ingedeeld in twee groepen:
1. Rijksmonumenten: herkenbaar aan een klein wit-blauw bordje, en vermeld op de Rijksmonumentenlijst voor Sprang-Capelle, vastgesteld door de Minister van Cultuur.
2. Gemeentelijke monumenten: herkenbaar aan een klein wit-groen bordje met in het midden het wapen van Sprang-Capelle, en voorkomende op de Gemeentelijke Monumentenlijst.

Op 15 maart 1991 heeft het bestuur van onze heemkundevereniging een brief 1) gericht tot het gemeentebestuur van Sprang-Capelle met verzoek over te gaan tot instelling van een gemeentelijke monumentencommissie en vaststelling van:
a. een monumentenverordening
b. een gemeentelijke monumentenlijst
c. een subsidie-verordening

Het gemeentebestuur van Sprang-Capelle heeft daaraan destijds gevolg gegeven. Sinds de samenvoeging der gemeenten per 1 januari 1997 gelden ook voor Sprang-Capelle de Waalwijkse brugD2001 7monumenten- en subsidie-verordening. Juist dezer dagen, in zijn vergadering van 6 september 2001 heeft de Raad van Waalwijk de Monumentenverordening 2001, de subsidieverordening Monumentenzorg en de Verordening regelende de bevoegdheden en de samenstelling van de gemeentelijke Monumentencommissie opnieuw vastgesteld. In de monumenten-commissie voor het nieuwe Waalwijk is ook onze Heemkundevereniging vertegenwoordigd.

Elke monumentenlijst bevat een officiële omschrijving van het monument met name t.a.v. het uiterlijk aanzien, de constructie, gebezigde materialen en details. Ook vermeldt de lijst de argumenten waarom het pand op de monumentenlijst is opgenomen.
We hebben in ons dorp Sprang-Capelle zeer veel gevarieerd bouwkundig cultureel erfgoed, en daar moeten we zuinig op zijn.

Vaak gaan we er ongemerkt aan voorbij en zien we er het bijzondere niet van in. Dat is jammer want de monumenten zijn het bekijken zeer waard.In dit nummer van "Bruggeske" wil ik uitleg en een beeld geven van het pand Kerkstraat 99, voorkomende op de gemeentelijke monumentenlijst.Het woonhuis is gebouwd in 1898. Opdrachtgever was mevr. G.H.J. Hamelberg, weduwe van G.L. Fruitier de Palma. Het pand is langdurig bewoond als artsenwoning, respectievelijk door dokter J.H. van der Meulen (arts van 1919-1926) , dokter S. Waardenburg (arts van 1926-1930) en dokter H. Winkelman (arts van 1930-1977, maar woonachtig in genoemd pand van 1930-1994).Tegenwoordig wordt het pand bewoond door de familie de Bruin, die het pand prachtig heeft gerenoveerd.Opvallend en bijzonder aan dit pand is wel de gehele middenpartij vanaf de hardstenen stoep tot de bekroning van het geveltje boven de balkondeuren.

Het pand bestaat uit een begane grond en een verdieping met een mansardekap2) met de nokrichting evenwijdig aan de straat, die gedekt is met gesmoorde kruispannen. De risaliet3) in de voorgevel breekt als een Vlaamse gevel door de goot heen en wordt afgesloten met een topgevel met drie hardstenen pinakels. De zijgevels zijn tuitgevels, die worden beëindigd met een hardstenen band en een schoorsteen in de nok.
De gevels zijn opgetrokken in rode machinale baksteen en gemetseld in kruisverband en hebben een hardstenen plint. Bij de voordeur is een schoenschraper. De segmentbogen hebben aanzet- en sluitstenen terwijl het boogveld gestuct is. De gevel wordt afgesloten met een eenvoudig hoofdgestel met siermetselwerk. Aan beide zijden van de risaliet zijn vensteropeningen met segmentboog en hardstenen lekdorpels. In de risaliet is in een segmentboogvormige opening een ondiepe portiek met hardstenen trede en een kozijn met een geprofileerde paneelvoordeur.

brugD2001 8Op de twee raampjes van de voordeur bevindt zich het Franse siersmeedwerk met bloemmotief (Art-Nouveau).
De voordeur heeft een bovenlicht, afgedekt met een gemetselde segmentboog. Op de verdieping bevindt zich een balkon, dat steunt op rijk versierde geornamenteerde consoles en dat een hekwerk heeft van siersmeedwerk in buikvorm. In een kozijn zijn twee deuren met panelen en glas, die toegang geven tot het balkon. Hierboven is een segmentboog met aanzetstenen en sluitsteen en een boogveld gevuld met siermetselwerk.
De bekroning met drie pinakels als afwerking van deze risaliet is zeer fraai

Let vooral op de rijk versierde consoles waar het balkon op rust met het Frans siersmeedwerk in buikvorm. Wel klein, maar heel rijk versierd zit rechts naast de voordeur in de plint van de gevel de schoenschraper. Op deze wijze geplaatst is dat de enige in Sprang-Capelle. Vroeger werd een schoenschraper bij de duurdere woningen van welgestelde eigenaars vaak geplaatst naast de stoep. Bij de bouw van dit pand waren de wegen nog onverhard. In die tijd was vervoer met paard en kar nog heel gewoon in het dagelijkse leven. Er lagen toen volop paardenmoppen en modderplassen op de straat, en wie op spreekuur kwam bij de dokter, moest eerst zijn schoeisel schoon maken aan de schraper.
Omdat hier de schraper in de gevel zit, is hij juist mooi vanwege de smeedijzeren versiering met band en colwerk, een feston5) en twee putti's6) die een vaas met bloementuil vasthouden.