Omstreeks 1900 stond de tuinbouw in Capelle nog in de kinderschoenen. Natuurlijk werden er wel tuinbouwgewassen geteeld. Toch waren het meestal "kleinere" boeren en personen die naast hun hoofdberoep nog een perceel grond bewerkten, die zich met tuinbouw bezig hielden naast tuinders voor wie tuinbouw een volledige dagtaak inhield. Meestal waren het open koudegrond bedrijven of werd gebruik gemaakt van platte glasbakken. Op het gebied van tuinbouw ontbrak bij verreweg de meesten echter een deskundige opleiding. Dat was aanleiding voor enkele tuinders zich als knecht op een tuinbouwbedrijf in het Westland te verhuren, om daar het vak te leren. O.a. waren dat de gebroeders Corn. en Ahasverus van den Hoek. Na verloop van een aantal jaren kwamen zij - voorzien van de nodige kennis - weer terug naar Capelle en stichtten zij langs de "Vaartkant", de latere Wendelnesseweg-west, enkele bedrijven. Zij zetten daarop enige "serres", waarin zij de toenmaals beroemde Westlands druiven, de "Alicante" en "Frankenthaler" teelden. Maar daarnaast teelden zij ook sla, tomaten en komkommers. Het werden min of meer "voorbeeld-bedrijven" voor de andere tuinders in Capelle. Ook vestigden zich mettertijd enkele Westlandse tuinders in Capelle. Hierdoor kreeg de tuinbouw in Capelle nieuwe impulsen.
Gedurende de Eerste Wereldoorlog 1914-1918, bleef Nederland neutraal, maar zeer vele dienstplichtige militairen werden gemobiliseerd. Mede omdat door de oorlog de internationale handel zeer stagneerde, was de Regering verplicht vele maatregelen te nemen om de voedselvoorziening voor het Nederlandse volk veilig te stellen. Zo kon men o.a. alleen toestemming verkrijgen voor een uitbreiding van de teelt van tuinbouwgewassen, wanneer ook granen, zoals tarwe en rogge, zouden worden verbouwd.
Daarvoor was samenwerking tussen de aanwezige tuinders vereist. Burgemeester Valter van Capelle, die dit inzag, riep daarom de daar gevestigde tuinders op 27 november 1917 bijeen. De regeringsvoorschriften betreffende te verbouwen tuinbouwgewassen werden voorgelezen en besproken. Maar tevens wees de burgemeester erop dat het gewenst, ja noodzakelijk was, om als tuinders in verenigingsverband samen te werken. Op zijn voorstel werd dan ook besloten een "Onderlinge tuinbouwvereniging van 's Grevelduin-Capelle" op te richten.
Benoemd werden tot:
voorzitter: P.L.F. Treffers;
vice-voorzitter: C. van den Hoek;
secretaris-penningmeester: M.L. Vermeulen;
1e commissaris: J. Rietveld;
2e commissaris: Ah. van den Hoek;
Leden waren: J. de Vaan, Jac. Rietveld, T. Groen, T. den Hollander en C. VosReeds in de bestuursvergadering van 20 november 1917 werden ontwerp-Statuten en een ontwerp-Reglement vastgesteld, die in de daarop volgende ledenvergadering van 4 december 1917 werden bekrachtigd. Op 17 december 1918 wordt de Koninklijke goedkeuring op de Statuten verkregen. In de vergadering van 4 december 1917 werd tevens besloten zich in verbinding te stellen met de Nederlandse Tuinbouwraad te 's-Gravenhage. Ook de heer Snellen, Rijkstuinbouwleraar te 's-Hertogenbosch, zal van de oprichting der vereniging in kennis worden gesteld met verzoek te gelegener tijd een lezing te houden voor de leden der vereniging.
Na een rondgang onder de tuinders en burgers te Capelle konden op 5 december 1917 vijftien begunstigers (vooraanstaande dorpsgenoten) worden genoteerd en 78 tuinders als lid worden ingeschreven Tevens werd burgemeester H. Valter tot erelid benoemd.Begin 1918 werden in een algemene vergadering, gehouden in café L. T. van Dongen (later stationskoffiehuis P. Pruijssers, thans restaurant "Het Spoor"), met het oog op de in 1918 te verbouwen tuinbouwgewassen de Regeringsvoorschriften te dezen opzichte besproken.
Teneinde te trachten toestemming te verkrijgen voor een ruimere teelt van pronkbonen, komkommers, koolsoorten en andere tuinbouwgewassen wordt de volgende opgave van gezamenlijk te verbouwen granen ingediend:
192 Are rogge;
112 Are tarwe;
8 Are haverVoor gezamenlijke inkoop van 60.000 tot 70.000 st. bonenstaken zal aan diverse leveranciers prijsopgave worden gevraagd.In de ledenvergadering van 2 oktober 1918 zijn maar weinig leden aanwezig. Oorzaak daarvan is, dat de omroeper slechts in een deel der gemeente bekendheid aan de vergadering heeft gegeven.
De heer Snellen adviseert een verzoek te richten tot de Nederlandse Tuinbouwraad om paardenmest te verkrijgen van de paarden der militairen te Waalwijk en Baardwijk. Dit zal worden gedaan. Prijsopgave zal worden gevraagd voor de levering van kalkmergel. De heer Benjamins, hoofd der openbare lager school aan de Heistraat, zal gevraagd worden een winter-tuinbouwcursus te geven en aan de heer Snellen wordt verzocht een lezing op tuinbouwgebied te houden.
De voorziening in de vacature van secretaris-penningmeester, ontstaan door aftreden van de heer M.C. Vermeulen, zal worden uitgesteld tot een volgende vergadering, wanneer meer leden aanwezig zijn.Op voorstel van de heer C. van den Hoek wordt besloten i.v.m. de vele werkzaamheden aan deze functie verbonden, hieraan een beloning van f. 50,-- per jaar te verbinden.Ook de contributie wordt verhoogd van f. 1,-- tot 1,50 per persoon per jaar. Tot de volgende ledenvergadering (11 oktober 1918) belast de voorzitter zich met de werkzaamheden van de secretaris-penningmeester.Op die volgende vergadering wordt de heer Ah. van en Hoek benoemd tot secretaris-penningmeester.

In de hierdoor ontstane vacature van 2e commissaris wordt benoemd de heer C. Vos. Centraal zal worden ingekocht 30.000 kg kalkmergel à f 5,-- per 1.000 kg. Rijkstuinbouwleraar Snellen acht het beter te wachten met een lezing tot de nieuwe ministeriële beschikking voor het oogstjaar 1919 is afgekondigd. De Ned. Tuinbouwraad heeft bericht, dat de mest van de militaire paarden in Waalwijk en Baardwijk voornamelijk wordt geveild t.b.v. Limburgse tuinders. Er zal op worden gewezen, dat veel onkosten voor transport kunnen worden bespaard indien de Waalwijkse paardenmest hier wordt verkocht. Het hoofd van de openbare school Benjamins wil zich alvorens een cursus te geven eerst beter in tuinbouwzaken verdiepen en daarom wachten tot volgend jaar. Besloten wordt de heer Snellen nog eens te vragen.

brugD2001 9Op voorstel van Jan Michaël wordt besloten de contributie te brengen op f. 1,50 plus een toeslag van 1% van alle artikelen welke de leden van de vereniging betrekken. Zijn doel was op deze manier over een betere kas te beschikken. Aldus wordt besloten.
In de ledenvergadering van 15 december 1918 wordt besloten de Staatsspoorwegen te verzoeken aan het station Capelle/Nieuwevaart een geschikte los- en laadplaats aan te brengen, berekend op lossen en laden per boot. Dit zou kunnen door een steigertje te maken in de spoorsloot. Wanneer een Inspecteur der Staatsspoorwegen aan de voorzitter meedeelt, dat het zo goed als zeker is, dat hiertoe toestemming zal worden verleend, wordt besloten hiertoe over te gaan. De kosten zullen bestreden worden uit de kas der vereniging met dien verstande, dat de leden bij gebruik van de steiger een nader overeen te komen bedrag in de kas der vereniging storten. Hiertegen bestaan geen bezwaren, zodat hiertoe wordt besloten.

Waar veilen? In Drunen, Den Bosch of een eigen veiling in Capelle.In de ledenvergadering van 11 oktober 1918, en ook in volgende bestuurs- en ledenvergaderingen komt regelmatig aan de orde waar te veilen, in Drunen of Den Bosch of een onderafdeling van één van beide veilingen te Capelle op te richten.
Medio 1916 werd in Drunen, alwaar, evenals in Vlijmen, vele tuinders waren gevestigd, de Veilingvereniging "De Langstraat" opgericht. De veilingvereniging werd niet een onderafdeling van de R. Kath. Boerenbond, daar deze bond te gevoelig lag bij de Protestantse fruitkwekers in het Land van Heusden en Altena en de groentekwekers uit Capelle en omgeving.

In een gesprek met de heer Corn. van den Hoek gaf het bestuur van de Drunense veiling te kennen tegen een onderafdeling van hun veiling te Capelle te zijn omdat de kopers veel te veel heen en brugD2001 10weer zouden moeten trekken. De tuinbouwvereniging 's Grevelduin-Capelle besloot zich tot de Bossche veiling te wenden, daar er nogal klachten waren vernomen over de Drunense veiling betreffende de uitbetaling der geveilde producten.Op de ledenvergadering van 20 januari 1919 is ook de heer Van den Berg, directeur van de veiling te Den Bosch, aanwezig. De heer Vermeulen stelde voor dit jaar gezamenlijk in Den Bosch te veilen en dan te verzenden per spoor. De heer Van den Berg antwoordde hierop, dat hij hierin gaarne wil tegemoet komen. Hij zou de groenten in ontvangst nemen, veilen en weer ledige manden en kratten terug zenden. Wel merkt hij op, dat er in het voorjaar veel sla, peen en bloemkool van Capelse tuinders komt, maar op een gegeven ogenblik staat de aanvoer stil, zeer ten ongenoegen van de Bossche leden, die op zo'n ogenblik niet over voldoende groenten beschikken om te kunnen exporteren. De voorzitter beaamt dit, maar dit is niet de schuld van de Capelse kwekers. Het is de veiling Drunen die hier tegen op komt. Verschillende leden zijn er wel voor in Den Bosch te veilen. In dit verband is ook van belang de vraag, die aan de orde komt in de bestuursvergadering van 18 maart 1918, nl. of er steun moet worden gegeven aan een (mogelijk) op te richten fruit- en groentenkwekersvereniging in Waalwijk.
Besloten wordt hieraan geen steun te verlenen, want wanneer aan zo'n vereniging eventueel een veiling wordt verbonden, wordt de aanvoer van de veilingen in de Langstraat te zeer versnipperd. Voor een eventuele veiling zou Capelle in de eerste plaats in aanmerking dienen te komen. Capelle wordt zo langzaam aan het centrum van groentenkwekers waarbij komt de beduidende aanvoer uit omliggende gemeenten, zoals 's-Gravenmoer en Waspik. Een veiling te Capelle verdient de voorkeur boven een veiling te Waalwijk. Daarom geen steun verlenen aan een op te richten fruit- en groentekwekersvereniging te Waalwijk. De ledenvergadering van zaterdag, 29 maart 1919, is belegd ter bespreking van de vraag: waar zullen we dit jaar onze tuinbouwproducten ter veiling brengen, in Drunen, Heusden of Den Bosch?
De heer Van den Berg, directeur van de Bossche veiling, is gevraagd de leden te informeren over de condities, de verpakking enz. van de Bossche veiling.
Na een overzicht van de aanvoer en opbrengst van het vorig seizoen, merkt hij op dat het zo tegen gevallen is, dat waar in het begin de Capelse tuinders nogal een enorme hoeveelheid sla, peen, spinazie en andere vroege groenten aanvoerden, zij bij de veiling van zomergroenten voor de export plotseling weg bleven.
De reden is, dat de Drunense veiling dan pas begint te veilen die zoveel dichter bij huis is dat er minder transportkosten zijn.
De Bossche directeur zag liever dat Capelle het gehele jaar naar Den Bosch kwam, dan zou hij zorgen voor flinke exporteurs, dat er steeds voldoende emballage was en voor afhaling der producten tegen billijke prijzen. De veilingkosten zijn 5%; het verpakkingsmateriaal is vrij, doch er wordt wel statiegeld van geheven. In de vergadering gaan verschillende stemmen op te proberen dit jaar in Capelle te veilen.
Op een volgende ledenvergadering op 2 april 1919 zijn als vervolg op de bespreking met de Bossche veiling-directeur, de heren Van der Wiel en Pijnenburg, voorzitter en secretaris van de Drunense veiling, aanwezig.
De veilingcondities zijn ook hier 5%, vrij gebruik emballage, -terwijl de voorzitter van Drunen toezegde de producten kosteloos te zullen doen afhalen. Ook thans gaan er weer stemmen op voor een veiling in Capelle.
De voorzitter zal zich in verbinding stellen met de besturen van de tuinbouwverenigingen te 's-Gravenmoer, Waspik en Kaatsheuvel of zij mee willen werken wanneer er in Capelle geveild wordt. In ieder geval wil men Waalwijk vóór zijn!De samenkomst van kwekers vindt plaats op maandag, 7 april 1919 in café L.F. van Dongen.
Na ruime discussie stelt de voorzitter voor, dat getracht zal worden in samenwerking met 's-Gravenmoer, Waspik en Kaatsheuvel in Capelle een onderafdeling van de Bossche veiling te stichten en dan in het drukst van den tijd hier te veilen onder voorwaarde, dat alle leden zich schriftelijk verbinden nergens anders hun producten te veilen dan in Den Bosch of in Capelle. Bij hoofdelijke stemming: 14 voor Den Bosch; 1 voor Drunen, wordt dit voorstel aangenomen. Het bestuur wordt gemachtigd in de besprekingen met de veiling te handelen, zoals het zulks in het belang van alle leden noodzakelijk acht.
De voorzitter doet voorts mededeling, dat de voorzitters en secretarissen van de tuinbouwverenigingen in Waspik, 's Gravenmoer en Kaatsheuvel hun volle medewerking hebben toegezegd.Op donderdag, 1 mei 1919 komen de besturen van de tuinbouwverenigingen Waspik, 's-Gravenmoer, Kaatsheuvel en Capelle, bijeen met de heer Van den Berg, directeur der Bossche veiling.
De directeur deelt mede, dat de Bossche veiling bereid is in Capelle een onderafdeling te stichten onder de volgende voorwaarden:
I) Het bestuur van de tuinbouwvereniging Capelle dient haar volle medewerking te verlenen
door:
a) een gebouw beschikbaar te stellen, waarin gelegenheid is tot het veilen en het opbergen van verpakkingsmateriaal. Voor het 1e jaar kan als proef worden volstaan met een loods in de onmiddellijke nabijheid van het station Capelle-Nieuwevaart gelegen.
Hierop is medegedeeld dat de schuur van de heer J. Michaël tot dat doel disponibel is gesteld. Of er huur verschuldigd is en zo ja, hoeveel, weet de voorzitter niet.
b) alle leden te verplichten of in ieder geval op te wekken en aan te sporen hun producten niet anders dan door de veilingvereniging te doen verkopen.
c) te trachten alle naburige tuinbouwverenigingen en niet aangesloten kwekers te bewegen hun producten naar de veiling te Capelle te zenden.
2) De veilingvereniging zal zo spoedig mogelijk na de totstandkoming van de overeenkomst een personeelslid aanstellen voor het bijeenzamelen van de producten, het inboeken daarvan en voorts voor alle werkzaamheden welke de directeur hem zal opdragen.
3) Zo de leden zulks wensen zal de veilingvereniging zich belasten met het vervoeren hunner producten naar de veiling te Den Bosch om deze daar te doen veilen. De vervoerkosten zullen pondspondsgewijze over de aanvoerders worden verdeeld.
4) De veilingvereniging waarborgt de aanvoerders de opbrengst hunner producten en verplicht zich wekelijks uitbetaling der gelden te doen.
5) De veilingvereniging stelt de aanvoerders gratis voldoende emballage ter beschikking voor de verpakking en verzending hunner producten naar de veiling, behoudens het recht - zo nodig, in geval van sterke stijging der kosten - een geringe emballagehuur te heffen.
6) De veilingvereniging mag ter dekking van vorengenoemde kosten een veilingpercentage heffen van ten hoogste 5% voor de goederen welke te Capelle worden geveild en van 6% voor goederen welke te Den Bosch worden geveild.
7) De voorschriften door de directeur gegeven, moeten stipt worden opgevolgd.
8) Deze overeenkomst geldt voor de tijd van 5 jaren te beginnen mei 1919. Er komt dus geen proefjaar. De Tuinbouwvereniging Capelle gaat hiermee akkoord, die van 's Gravenmoer, Waspik en Kaatsheuvel willen hierover de leden raadplegen.Op dinsdag, 24 juni 1919 wordt voor het eerst te Capelle geveild. De schuur van J. Michaël wordt voor het gehele seizoen ingehuurd voor f. 50,--.
Einde deel I
Bron: De notulen van de algemene leden- en bestuursvergaderingen
van de tuinbouwvereniging van 's-Grevelduin-Capelle