door: M. van Prooijen

In verschillende voorgaande nummers van “Bruggeske”: 1) zijn artikelen opgenomen over de bouwgeschiedenis en restauraties van het kerkgebouw en de toren van de Ned. Herv. Kerk te Sprang.
Over de muurschilderingen was tot de grote restauratie gedurende de jaren 1952 t/m 1956 echter maar weinig bekend. Zij waren na de overgang van de kerk in Protestantse handen, hetgeen plaats vond na de verovering van Breda door Prins Maurits in 1594, geheel onder de kalk verdwenen.
Tijdens de restauratie 1952 t/m 1956 zijn in het oostelijke, lagere gedeelte van het schip en zijbeuk, onder de witsellagen zeven schilderingen teruggevonden. Op vier pijlersOp vier pijlers bevinden zich zes muurschilderingen, waarvan er twee door Gerhard Jansen en na diens overlijden vier door J. Smoorenburg hersteld zijn. Op één pijler herkent men de Apostel Petrus met het bekende attribuut van de sleutel. Aan de achterzijde van deze pijler is een heiligenfiguur, slechts bekleed met een lenden doek en met een klein rond voorwerp in de hand. Sommigen menen hierin de godvrezende man Job te zien met de potscherf in de hand. Echter de leeuw onder zijn voeten past niet in deze veronderstelling, waarom anderen menen 2) dat we te doen zouden kunnen hebben met een uitbeelding van de evangelist Marcus met zijn symbool, de leeuw. Weer anderen herkennen in deze figuur “Christus op de koude steen”, een motief, dat in de middeleeuwse devotie zeer geliefd was en de lijdende Heer in zijn eenzaamheid bedoelde te vereren. De leeuw zou hier betekenen de overwinning op zonde en dood en het vertrouwen op herrijzenis en opstanding.
De daar tegenover staande pijler vertoont de beeltenis van de Apostel Johannes, met in de linker hand een gele kelk. Aan de achterzijde van deze pijler treffen we de beeltenis aan van een bisschop in gele mantel met rood omzoomd en met een blauwe mijter. Deze figuur is te identificeren als St. Erasmus, bisschop van Antiochië, vaker afgebeeld als patroon der zeevarenden. Dit zou te verklaren zijn als men bedenkt, dat de kerk is gewijd aan de heilige Nicolaas, beschermheilige van de schippers en zeevarenden.
De muurschildering op de 3e pijler stelt de Apostel Paulus voor met in de rechterhand een zwaard en in de linkerhad een boek, terwijl op de 4e pijler waarschijnlijk de Apostel Bartholomeüs voorkomt, met in de linkerhand een mes. Hij werd gedood doordat men hem met een mes levend de huid afstroopte en vervolgens onthoofde.
Hierna volgen afbeeldingen van de schilderingen op de pijlers.
brugD2002 10brugD2002 11

In het zuidelijk transeptIn de zuidoosthoek van de zuidelijke zijbeuk stelt een muurschildering Christus voor als “Man van Smarten”, zittend voor het kruis, de gesel in zijn armen, omringd door de andere lijdenswerktuigen (de Arma Christi).
Links tegen het kruis een ladder, bovenop het kruis de dertig zilverlingen waarvoor hij verraden werd. Links van het kruis de hoge priester, de evangelist Johannes, een mannenkop, die Christus in het gelaat spuwt. Rechts van het kruis eveneens drie koppen: de legerhoofdman, Vrouwe Veronica? En Petrus.
Rechts van de hoofdman een tang, welke een nagel vasthoudt, en het zwaard van Petrus met het afgehouwen oor van de dienstknecht van de hogepriester.
Ter rechterzijde de geselkolom, waarop de haan van Petrus’verloochening. Daarachter de lans waarmee Christus in zijn zijde werd gestoken. Daarnaast de schenkkan en het bekken van Pilatus.
Teksten: “Ecce Homo” en in Gotische letters twee regels (fragmenten): “Zweet ….noe u pijne groet” en “Moete … ende troest sij her laetster nood (?)”. Rechts onder knielt een man of vrouw uit wie(ns)(r) mond een banderol komt met de tekst: “Uis in mijn herte”.

brugD2002 12Hoog niveauNaar het oordeel van "Monumentenzorg" is deze schildering één der belangrijkste van ons land. “Haar artistieke en decoratieve kwaliteiten en vooral haar iconografische aspecten, die in nog aanwezige muurschilderingen eigenlijk niet worden geëvenaard, brengen deze schilderingen op hoog niveau”, aldus Monumentenzorg.De Psalmen achter het orgelTijdens de restauratie 1952-1957 kwamen van onder de witsellagen op de torenmuur achter het orgel de teksten van de psalmen (onberijmd) 27, 122 en 100 te voorschijn, afkomstig uit een "Deux Aes-Bijbel".