door:Dhr.Teun Vos
Op zaterdag 12 maart 1994 werd de gerestaureerde hervormde kerk van Sprang officieel weer in gebruik genomen. De kerkvoogdij eigenaresse van de kerk en de gemeente Sprang-Capelle eigenaresse van de toren vierden samen het einde van de restauratiewerkzaamheden die in het voorjaar van 1992 waren aangevangen.De voorzitter van de kerkvoogdij de heer J. Volkers en wethouder van de gemeente de heer P.Konings onthulden samen een informatiebord dat aan de buitenkant van de toren was aangebracht en waarop in het kort de geschiedenis van kerk en toren beschreven waren Op de begane grond in de toren werd daarna door twee leden van de monumenten commissie de heren (wijlen) J. van de Koppel en Th. Vos een zandstenen console of kraagsteen, een meisjeskopje op een hardstenen zuil onthuld. Dat meisjeskopje met lange haar om het hoofd ook wel engelenfiguur genoemd, was gemaakt van zandsteen.
Het kopje vertoont een goede overeenkomst met de andere kopjes van de toren die bij de bouw van de toren waren ingemetseld. Het zal bij het instorten van een deel van de toren en het ontstaan van het gat zoek zijn geraakt en bij het dichten van het gat in 1910 niet meer zijn terug gevonden.tc "Dat meisjeskopje met lange haar om het hoofd ook wel engelenfiguur genoemd, was gemaakt van zandsteen. Het kopje vertoont een goede overeenkomst met de andere kopjes van de toren die bij de bouw van de toren waren ingemetseld. Het zal bij het instorten van een deel van de toren en het ontstaan van het gat zoek zijn geraakt en bij het dichten van het gat in 1910 niet meer zijn terug gevonden."
Voor het ontstaan van het gat wordt voor de lezer verwezen naar het artikel van het Bruggeske uit 1999 nr. 1 blz. 22. Daar over toch nog het volgende; In de tijd dat de rooms-katholieke kerk overging in handen van de gereformeerden stortte in 1610 de zuidwesthoek van de toren in . Er onstond toen een gat dat met een houten schot werd gedicht. Het verhaal onder de rooms-katholieken ging dat Maria, bij de overgang van de kerk in gereformeerde handen, met veel geraas dwars door de torenmuur was ontvlucht, waardoor het gat ontstond en niet meer te dichten zou zijn. Inderdaad bleek dat het gat gedurende de drie honderd jaar niet gedicht kon worden. tc "de rooms-katholieken ging dat Maria, bij de overgang van de kerk in gereformeerde handen, met veel geraas dwars door de torenmuur was ontvlucht, waardoor het gat ontstond en niet meer te dichten zou zijn. Inderdaad bleek dat het gat gedurende de drie honderd jaar niet gedicht kon worden. "
Totdat bij de restauratie van de toren in 1910/1911 na een bodemonderzoek door de rijksdienst voor monumenten de oorzaak werd gevonden. Onder de toren werd namelijk veen (moer) gevonden. Van moerassige grond weten we dat die inklinkt, dus gaat verzakken. Daarom werd die grond verwijderd en kwam er een plaat van gewapend beton van een meter dik onder de toren. Het beton werd in die tijd voor het eerst toegepast. Voor die tijd werden uitsluitend gemetselde fundamenten aangelegd. Het gat werd vervolgens dicht gemetseld en tot op de dag van vandaag met afdoende resultaat. "
Op zoek naar het ontvreemde of zoek geraakt kopje komen wij bij de voormalige boerdeij van de familie J. Craayo, W. (Wout) N. Kuysten en die eerder bewoond was door Jacobus (Koos) Rijken in de Van der Duinstraat 121. Rond 1908 brandde het achterhuis van Koos zijn boerderij tot aan de tussen- of brandgevel af. Het achterhuis werd na enige tijd herbouwd. Koos die van 1900 tot 1919 raadslid was en betrokken was bij het herstel van de toren in 1910 , zal kennis hebben gedragen van de aanwezigheid van het meisjeskopje dat kennelijk bij de restauratie gevonden werd. Het zal vervolgens de weg hebben gevonden en terecht zijn gekomen in de achtergevel van zijn boerderij.
Dankzij een foto uit de jaren tachtig van de heer de Kort die het oog had op een uil die in het halfronde raampje van de gevel zat, kregen wij tevens een schitterende opname van het kopje te zien.De boerderij werd in 1992 aan de gemeente verkocht en vervolgens afgebroken. Nieuwbouw kwam er voor in de plaats. Het kopje werd gespaard en kreeg dankzij de monumentencommissie, gemeentebestuur en kerkvoogdij een plaats in de kerk en was daarmede terug van weg geweest.tc "gevel zat, kregen wij tevens een schitterende opname van het kopje te zien. De boerderij werd in 1992 aan de gemeente verkocht en vervolgens afgebroken. Nieuwbouw kwam er voor in de plaats. Het kopje werd gespaard en kreeg dankzij de monumentencommissie, gemeentebestuur en kerkvoogdij een plaats in de kerk en was daarmede terug van weg geweest."
Wat overblijft is echter nog een nader onderzoek naar de betekenis en de relatie tussen het kopje uit de gevel van de voormalige boerderij van Koos Rijken, Wout Kuysten en familie Craayo en de prachtige gerestaureerde kopjes in de kerktoren uit de tijd dat de abdij van Tongerloo er de septer zwaaide.
Bronnen:
Gemeentearchief Waalwijk en archief Piet Spoor