door Mevr. T. Kraak- van Caem
Achter de paoltjes’Bij het lezen van dit opschrift haalt u misschien vragend de wenkbrauwen op, maar iedere wat oudere, hier geboren, Sprangenaar weet waar we het over hebben. Het verdwenen straatje achter de kerk van Sprang. Aan de straatweg, waar nu de hoofdingang van de kerk is, begon het en het eindigde ongeveer waar nu het Hervormd Jeugdcentrum staat. Als ik de toren met de kerk, door de restauratie in oude luister herrezen, zie, dwalen mijn gedachten naar het in 1961/1962 afgebroken straatje. Ik voel me gedrongen een en ander op papier te zetten om de herinnering voor ons nageslacht te bewaren.
Het was maar een nietig straatje van ijsselsteentjes, amper 2 á 3 meter breed en aan beide zijden door zand omgeven. Het slingerde langs de kerk en kwam uit bij de kosterswoning, destijds bewoond door de Familie Treffers – de Bie en voordien door Peerke Netten en zijn vrouw. Daar werd het straatje afgesloten door vier hardstenen paaltjes. Vandaar de naam ‘achter de paaltjes’. Er ging een bijzondere sfeer van uit. Het was of de tijd er stil had gestaan. Aan de ene kant de schaduw van de kerk en aan de andere kant de huizen. Kinderen konden er ongehinderd spelen, want verkeer was er nauwelijks. Soms een fietser of voetganger die haast had, want om de kerk heen gaan nam meer tijd in beslag dan het volgen van het straatje.
’s Zondags was het er druk, dan was het een komen en gaan van kerkgangers. De mensen van het Oosteinde, de Oudestraat en het oostelijke deel van de Kerkstraat liepen ‘achter de paaltjes’ naar de officiële noordingang van de kerk. Bij uitzondering zou men de zuidingang gekozen hebben. Daar gingen de mensen naar binnen van de Berkhaag, ’t Zandvliet en van ‘t Hof .
De Berkhaag was niet zo betrokken bij het dorpsgebeuren. Het hoorde kerkelijk tot ongeveer 1650 onder Capelle. Nu is het ’t Westeinde van Sprang. Men noemde het ook wel ‘het kippenend’. Omdat de mensen daar meestal vroeg naar bed zouden gaan, met de kippen op stok.
Het Zandvliet was ten noorden van de van der Duinstraat, tegenover schildersbedrijf Kraal. Enkele jaren geleden is daar inderdaad heel veel scherp zand afgegraven.Met ‘het Hof’ werd de Kerkstraat om en nabij de kerk bedoeld.
Er werd wel beweerd dat de bewoners van ’t Hof zich voornamer voelden dan andere dorpsbewoners. Verleende de omgeving hun een zeker aanzien? Kerk, school, pastorie en gemeentehuis, het was wel het centrum van oud Sprang. Op een oude landkaart die ik eens zag stond bij het dorp Sprang vermeld ‘het Hof van vorst Christiaan’. Had het voorname gevoel hiermee te maken? En inderdaad was tijdens de 80-jarige oorlog, in 1624, vorst Christiaan van Brunswijk met een onderdeel van het leger van Frederik Hendrik in de nabijheid van de kerk gehuisvest. (Zie ook artikel in het Bruggeske van 2003 (1) van Drs. J.M. Rosendaal). Dus de mensen van het Hof mochten zich wat ‘voornamer’ voelen. Overleveringen blijken niet altijd hun grond te missen.
Terug naar het straatje achter de kerk. Er stonden vier panden aan die door meerdere gezinnenkosterswoning onderscheidde zich duidelijk van de anderen. Vermoedelijk is dit in het verleden het huis van de pastoor geweest. Langs het straatje werd dit pand door een muur verbonden met het kleinere, maar zeer oude huis dat bewoond werd door de dames Genuït. Zo ontstond er een afgesloten plaats waar een waterput te vinden was en een gemetseld trapje naar beneden, waarmee men de kelder van de kosterswoning kon bereiken.
Oudere bewoners van Sprang-Capelle zullen zich zeker herinneren hoe er alom gesproken werd over een gang vanuit deze kelder naar de kerk. De gang moest ongeveer uitkomen in het koor. Meerdere mensen hoorde ik erover spreken. Sommige hebben het gezien, anderen weten het niet precies meer. Iemand vertelde mij in de oorlog van 1940-1945 in deze kelder geslacht te hebben en sprak over de bewuste gang. Volgens deze persoon kon je er een meter of zeven inlopen en dan was hij met puin dichtgegooid. Aan de kelderzijde werd de gang met een zware ronde deur afgesloten. Steeds weer komt dezelfde beschrijving terug. Zelfs in Kaatsheuvel was de gang bekend. Daar bracht men het dichtstorten in verband met de Beeldenstorm. Fantasie of werkelijkheid? Het blijkt wel een hardnekkig verhaal. Vele vragen rijzen. Wie zal ze kunnen beantwoorden?
Heemkunde is het heem met alles wat er aan verbonden is. We moeten dit aan ons nageslacht doorgeven. Daarom mogen we dit gedeelte, wat eens het hart van Sprang was, niet vergeten.
Helaas, het is alles verledentijd. Ieder denke er het zijne van. Er is nu een modern Jeugdcentrum en een groot kerkplein voor in de plaats gekomen. Zo zie je maar weer, ‘alles wisselt’. Alleen de kerk met haar toren trotseert de tijd en blijft vast in haar voegen staan.‘Vijftiger jaren’ Bewoners van de Kerkstraat vanaf de hoek tot aan Fam. van Tiggelen.
Nummer 29: Slagerij Nieuwenhuizen. 5 kinderen, onder
andere Nel, Dea en zoon Joop.
Nummer 31: Onbekend.
Nummer 33: Weduwe Annie van Dongen, geboren Gruter
met zoon Bert. Later trouwde Mevr. van Dongen met heer Koos van Zelst, weduwnaar. Hij had één dochtertje, Lia. Ze hadden samen een florerende Vivo-winkel naast de pastorie.
Nummer 35: Aan de rechterzijde van het pand woonde weduwnaar Verbeek (huisschilder). Bij hem inwonend zijn getrouwde dochter Alie met haar echtgenoot Lenard van de Seijde en hun dochtertje Hennie. Aan de linkerzijde woonde Mej. Kee of Cor in ’t Veld.
Nummer 37: Postkantoor. Beheerder heer Jan van Vuuren gehuwd met Antonia Zwijgers en hun kinderen Annie, Ans en Ria.
Nummer 39: Heer en Mevrouw van der Laan – Oosterling (Jan werkte bij de Ned. Heide Maatschappij ) Hun kinderen zijn Toos en Bernard. Zij waren inwonend bij ‘Ome Nol Oosterling’. Deze was vroeger bakker. Op de deel was tijdelijk de rouwkoets gestald.
Nummer 41: Echtpaar Bogers – Hoogendoorn met drie kinderen nl. Jan, Mien en Annie. Heer Piet Bogers was ’s zondags orgeltrapper in de Hervormde Kerk. Bij hen inwonend was vader Hoogendoorn.
Nummer 43: Echtpaar J. van Caem – Broeks (timmerman) met hun vier kinderen Truus, Co, Leny en Charles. Inwonend vader Dirk van Caem ( schoenmaker ).
Nummer 45: Echtpaar H. Leyten – van Caem met dochter Ina. Huub werkte op de schoenfabriek. Na hun verhuizing naar Waalwijk kwamen de heer en mevr. de Rooy – Konings met hun twee kinderen Arie en Gea hier wonen.
Nummer 47: Echtpaar van der Bijl met vijf kinderen nl. Jana, Ad, Piet, Jan en Cobie.
Nummer 49: Het voorste gedeelte van deze boerderij werd gehuurd door de heer en mevr. J.Bogers – Holboom. (Zoon van Bogers zie huisnummer 41). Jan was aanzegger bij de begrafenisonderneming ‘De laatste Eer’.
Nummer 51: De rest van de boerderij werd bewoond door echtpaar Mandemakers. (Karel en Trui). Ze hadden twee dochters Antje en Greetje.
Nummer 53: Verder in het verlengde van deze boerderij stond een onbewoonbaar verklaarde woning en die werd bewoond door het echtpaar Treffers met twee kinderen Koos en Sientje.
Nummer 55: Groentewinkel Timmermans. Grootouders Jaap en Toontje Timmermans – van Geffen. Inwonend Huib en Bets Timmermans – Dank met hun vijf kinderen Jaap, Kees, Ria, Ton en Huib. Aan de zijkant van nr. 55 was een tabakswinkeltje. Deze werd ‘bemand’ door Mej. Jaantje van de Seijde, invalide, was met klompvoeten geboren en reed met een driewielerfiets, met trappers die met de hand werden voortbewogen. Waarbij het voorste wiel fungeerde als stuur.
Nummer 57: Voor in de boerderij echtpaar van Enkhuizen met dochter Teuntje. Achterin woonden het echtpaar Koos en Koosje Broeks – Bogers met hun dochter Jaantje. (De twee andere dochters waren al getrouwd.)
Nummer 59: Fam. Ophorst met hun drie kinderen Rien, Ad en Corrie. Inwonend tante Alida Ophorst.
Nummer 61: Aan de linkerzijde Mej. Leentje Frins. Aan de rechterzijde het echtpaar Verhagen met dochter Nellie. Hun zoon Teun was in de oorlogsjaren overleden.
Nummer 63: Weduwe Werther. Dochter Jo trouwde met Leit Vos, eigenaar/oprichter van ‘ESMI’ (Eerste Sprangse Metaalwaren Industrie). In de fabriek achter het woonhuis maakten ze de wereldberoemde rolschaatsen.
Nummer 65: Boerderij van Nol de Bie. Nol was vrijgezel. Voorin woonde de Fam. Zwijgers – de Rooy met hun kinderen Ton, Chris en Betsie.
Nummer 67: Fam. Van Tiggelen.