De predikantswoningen van de Hervormde Kerk te Sprang Nader bekeken Deel 2
Dhr. Huib Timmermans Dhr. Teun Vos
In het eerste deel van ons artikel, in het vorige Bruggeske, zagen we dat door de kerkvoogdij van de hervormde gemeente te Sprang, drie subsidieverzoeken aan Zijne Majesteit de Koning werden gedaan voor het verbouwen van de pastorie. Alle drie echter zonder resultaat. In het vervolg van dit artikel zien we wat nodig is voor de bouw van de nieuwe pastorie, en hoe de geschiedenis zijn verdere verloop heeft.
Toestemming van gedeputeerde staten voor een nieuwe pastorie
Door het uitblijven van een reactie is de kerkvoogdij behoorlijk teleurgesteld. Omdat het langer uitstellen van actie niet mogelijk is, besluit men het heft in eigen handen te nemen. Dit wil zeggen dat zonder verder verzoek om subsidie de oude pastorie voor afbraak verkocht en op dezelfde plek een nieuwe gebouwd zal worden.Volgens de vergadering zal de nieuwe pastorie plus minus f 4600,- gaan kosten. Een flink verschil met de f 6567,52 die in het rekwest aan de koning genoemd wordt! Uit de kerkrekening blijkt dan ook dat in 1842 door dhr A.J. Quirijns een nieuwe tekening en een nieuw bestek gemaakt worden…… voor een ‘minder grote pastorie’!
Verwacht wordt dat uit de afbraak van de pastorie, uit publieke veiling van een aantal bomen om de kerk en uit vrijwillige geldelijke giften te samen een bedrag van f 1600,- zal voortvloeien. De overgebleven f 3000,- moeten gevonden worden in leningen a 4% intrest per jaar. De toestemming van gedeputeerde staten van Noord-Brabant volgt op 1 april 1842 op voorwaarde dat jaarlijks een bedrag van f 100.- zal worden afgelost. Tot de bouw van de nieuwe pastorie kan dan eindelijk worden overgegaan…
In het kerkarchief bevindt zich met betrekking tot de bouw van deze nieuwe pastorie onder andere twee gespecificeerde rekeningen (1842 en 1843), diverse kwitanties en een fraai klein schriftje met als opschrift Notietien der pastorij 1842.
Deze stukken geven onder meer de volgende feiten:
- Uitvoerder van het werk is G. Kooijmans uit besoijen
- Ruim 120 karvrachten zijn nodig om de bouwmaterialen zoals steen hout en kalk op de plek van bestemming te krijgen.
- Het hout werd in de kerk gekeurd, en lag daar dus mogelijk opgeslagen
- De zes stenen paaltjes voor de pastorie moesten uit Amsterdam komen maar kwamen uiteindelijk uit ‘s Hertogenbosch
- Totale kosten voor de bouw van de nieuwe pastorie bedroegen f 3791,79 ½
- De eerste steen wordt gelegd op 7 juni 1842
Wanneer we de foto van de in 1842 / 1843 gebouwde pastorie bekijken dan valt op dat dit huis erg veel lijkt op het huis van schilder C. Hulst (Kerkstraat 77). Op de ‘gevelsteen’ boven de voordeur lezen we: J.C. van Riel 1843!(burgemeester van Sprang) Niet alleen lijken de huizen sprekend op elkaar, ze zijn ook in hetzelfde jaar gebouwd!!!
Een ander huis wat sterk lijkt op de twee bovengenoemde huizen vinden we op kerkstraat …
Beschrijving van de pastorie van 1842 / 1843
Zoals de foto laat zien heeft deze pastorie een brede voorgevel. De voordeur zit in het midden, met zowel links als rechts twee schuifraamkozijnen die allen voorzien zijn van luiken. Boven bevinden zich drie schuiframen.
De gevel heeft in- en uitgezwenkte zijden en is afgewerkt met een kroonlijst.
Het dak is een zogenaamd schilddak en is met zwarte ‘Oud Hollandse’ pannen gedekt. Aan de straatzijde heeft het een wolfseind, de achterzijde is recht.
Voor de voorgevel ligt een brede hardstenen stoep met 6 hardstenen stoeppalen, die onderling verbonden zijn met een grove schakelketting.
De indeling van het pand (beneden) ziet er als volgt uit: Vanaf de voordeur loopt een brede gang tot aan de achtergevel. Links van de voordeur bevindt zich de studeerkamer met daarachter de woonkamer en daarachter de slaapkamer.
Rechts van de voordeur bevindt zich de salonkamer met daarachter de keuken (met zoldertrap) en daarachter het achterhuis of bijkeuken
De huidige pastorie
In tegenstelling tot de bouw van de pastorie uit 1843, die heel wat voeten in de aarde had, (tussen de eerste vergadering en de eerste steenlegging zat maar liefst vier en een half jaar) ging het proces rondom de bouw van de tegenwoordige pastorie in een sneltreinvaart (de tijd tussen de eerste vergadering en de eerste steenlegging bedroeg slechts 4 maanden).
Ogenschijnlijk zonder enige aanleiding wordt in de vergadering van 20 oktober 1938 door kerkvoogden aan notabelen voorgesteld een nieuwe pastorie te bouwen, “wat in zeer goede aarde viel en met algemeene stemmen werd aangenomen”.
De sloop van de oude pastorie wordt vervolgens op 2 november 1938 d.m.v. inschrijving gegund aan Adr. Vos Cz uit Sprang (vader van medeschrijver van dit artikel) voor het bedrag van f 437,50 tegenover J. Michael te Vrijhoeve Capelle die voor het bedrag van f195,00 inschreef.In de bouwvergunning lezen we dat “Op verzoek van het Bestuur van de Nederlands Hervormde Kerk te Sprang van 22 november 1938 door Burgemeester & Wethouders te Sprang op 16 december 1938 Bouwvergunning verleent wordt voor een te bouwen pastorie met garage”.
Architect A.C. Fijan uit Waalwijk krijgt opdracht de tekening en het bestek voor de pastorie te maken. Het werk wordt begroot op f 8952,-, het glas en verfwerk op f 530,-.
De laagste inschrijving voor het werk is van de gebr. Van Willigenburg voor een bedrag van
f 8080.-, terwijl J. van der Schans voor f 535,- inschrijft op het glas en verven.
De eerste steen
Het volgende stukje heeft betrekking op de eerste steenlegging en is letterlijk uit het notulenboek van de kerkvoogdij overgenomen.
“Eerste steenlegging der nieuwe Pastorie Op uitnodiging van de Heere Kerkvoogden werd op dinsdag 21 febr 1939 n.m. om 4 uur onder grooten belangstelling door den Consulent Ds. A. Vroegindeweij van Loon op Zand de eerste steen gelegd voor de nieuwe pastorie. Mede aanwezig waren de architect de heer Fijan en Mevr Fijan enkele kerkraadsleden en Notabelen.
Nadat z. eerw. de eerste steen gelegd had, sprak hij de hoop uit, dat de pastorie nu ook spoedig bewoond mag worden door een eigen herder en leeraar. Dat dezen predikant ook een bouwer mag zijn, een bouwer aan het eeuwig Gods rijk waarvan Jezus Christus de uiterste hoeksteen is. Hij wenschte het kerkbestuur toe, dat de verdere opbouw ook een gunstig verloop mag hebben. De architect en aannemers wenschte hij ook toe dat de bouw naar wensch mag verlopen, zooals zij zich dat voorgesteld hebben. Hiermede was de plechtigheid ten einde.
W.N. Kuijsten”
Beschrijving van de huidige pastorie
De huidige pastorie is een statige villa, gebouwd van rode bakstenen, met invloeden van de Delftse school. Het pand bestaat uit een begane grond een verdieping en een zolder. Het schilddak is gedekt met opnieuw verbeterde grijze pannen en een brede goot overstek. De voorgevel heeft samengestelde kozijnen met in het midden een paneeldeur in een portiek. Links boven is een terugspringend balkon met openslaande deuren. De straatafsluiting van de tuin, heeft een stalen tuinhek in jaren 30 stijl. Het poortje naar de voordeur heeft aan de bovenzijde het wapen van de voormalige gemeente Sprang-Capelle.
Een bijna zwarte bladzijde voor de pastorie. Op 5 september 1944 doet in Sprang-Capelle het gerucht de ronde dat Breda bevrijd zou zijn. Als reactie hierop worden alle bekende N.S.B.-ers in hechtenis genomen. Omdat het gerucht niet waar blijkt te zijn, worden de gevangenen weer op vrije voeten gesteld onder voorwaarde dat ze niet zullen verraden wie hen gevangen heeft gezet.
De zaak lekt echter uit en verschillende mensen zoeken noodgedwongen een veilig onderkomen. Hun huizen moeten het echter wel ontgelden. Meer vooraanstaande personen duiken kort daarna onder, zo ook dominee Sirag. Op een zekere dag wordt het huis van de burgemeester in brand gestoken, waarna de daders gehaast in hun auto naar Sprang rijden. Ze doen dit al schietende op in de weg staande burgers. Hun volgende doel is de pastorie. Even lijkt het er op dat de nieuwe pastorie geen lang bestaan gegund is. Ook hier wordt namelijk een poging gedaan het huis in brand te steken. Door de grote haast die de daders hebben lukt dit echter maar voor een deel. Een van de gevangenen van 5 september, dhr R. Gouda, is de eerste die in actie komt om de pastorie te behouden, al snel gevolgd door de rest van de bevolking. De brand wordt geblust en de pastorie behouden!
En zo staat er vandaag de dag nog de pastorie zoals deze in 1939 wordt gebouwd.
Was de kosterswoning aan de kerkstraat de voormalige pastorie of niet?
Bijna aan het eind van ons artikel vragen we ons nog steeds af of het huis van koster Treffers pastorie is geweest……of misschien ook niet. In het hierna volgend hoofdstukje willen we aan de hand van de gevonden informatie, laten zien wat de conclusie hierin is. Door de vele jaartallen is het mogelijk een lastig te lezen stuk. Gelukkig hebben we het wel (redelijk) sluitend kunnen maken.
Wanneer in 1798 in de briefwisseling, tussen rooms-katholieken en hervormden, gesproken wordt over de transportakte van de pastorie uit 1670, moeten we voorzichtig concluderen dat de pastorie tussen 1670 en 1798 steeds dezelfde is geweest. Het is daarnaast zeker niet ondenkbaar dat dit in 1670 gekochte huis hetzelfde is als waar ds Bron in gewoond heeft tussen 1621 en zijn overlijden in 1668!?
Wanneer we de bestekken uit 1768 en 1794 (met betrekking tot deze pastorie) bekijken dan is het niet mogelijk dat het hier om het huis van koster Treffers gaat!
De begroting van Broeshart en Nahuis uit 1837 laat zien dat de toenmalige pastorie een “oost en westzijmuur” heeft. Het huis van Treffers heeft de voorgevel aan de oostzijde! Tevens wordt gezegd dat op dezelfde plaats een nieuwe pastorie gebouwd zal worden! Het huis van Treffers is dus in en na 1837 zeker geen pastorie geweest!
Wat dan nog mogelijk is, is dat tussen 1798 en 1837 het Treffershuis pastorie is geweest. In 1826/1827 ontstaat er een geschil tussen de kerkvoogdij en dhr Van Klootwijk over de poort tussen de pastorie en het huis van Van Klootwijk. De stukken hierover laten zien dat de in 1827 bedoelde poort dezelfde is als de poort van 1792. De conclusie is dus dat de pastorie van 1827 dezelfde is als die van 1792 en zoals we zagen is die dus weer dezelfde als die van 1670 en mogelijk 1621!!!
In de kerkrekeningen tussen 1827 en 1837 vinden we niets over de aankoop o.i.d. van een ‘nieuwe’ pastorie. Zeker is dus dat de verschillende pastorieën die we hebben zien passeren vanaf 1670 en mogelijk vanaf 1621 steeds op dezelfde plaats hebben gestaan als de huidige pastorie. Dan blijven er drie mogelijkheden over:
- Het is mogelijk maar niet waarschijnlijk, dat het huis van Treffers voor 1621 pastorie is geweest, omdat het dan bijna vierhonderd jaar geleden zou zijn dat het huis pastorie is geweest. En dat het huis daarom nu nog steeds pastorie genoemd wordt is niet aannemelijk. Tevens is het dan sterk de vraag waarom dat een huis zo dicht bij de kerk geen pastorie is gebleven?!
- Een andere mogelijkheid is, dat tijdens een verbouwing of dergelijke het huis van Treffers tijdelijk pastorie is geweest en het steeds de naam voormalige pastorie heeft gehouden.
- De derde mogelijkheid is, dat het huis geen pastorie is geweest. Een hele interessante vraag is dan: Waarom wordt gezegd dat dit huis pastorie is geweest!? Wanneer de ondergrondse gang werkelijk bestaan heeft, dan wijst dat er op dat het huis op welke wijze dan ook in ieder geval een binding had met de kerk! De ondergrondse gangZoals in het begin van dit artikel opgemerkt, is een heleboel informatie voorhanden en tegelijkertijd ‘niet voldoende’. Zo kunnen we nog steeds niet met zekerheid zeggen of het kostershuis van Treffers wel of niet de voormalige pastorie is geweest en wanneer dat, dit dan geweest zou moeten zijn.
Over het bestaan van de ondergrondse gang zijn de meningen eveneens verdeeld. Bij de opgraving in de kerk tijdens de restauratie van 1952-1957 werd de gang niet gevonden. Men heeft er echter niet gericht naar gezocht en buiten de kerk is er al helemaal niet naar gekeken.
Een mondelinge overlevering vertelt dat de gang na een paar meter afgesloten was met metselwerk. Op de kelderplattegrond van de in 1943 gemaakte tekening is in de hoek van de kelder aan de kant van de kerk een doorgang aangegeven met de tekst: Dichtgemetselde voormalige doorgang! Daarnaast hebben tijdens de tweede wereldoorlog enkele gezinnen in deze kelder geschuild die dit bevestigen
In de zomer van 2004 werd op het kerkplein een oude put gevonden. Door de ROB (Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek) werd toen gevraagd naar de ondergrondse gang. Omdat deze aan het ander einde van het plein moet liggen werd besloten er toch niet naar te gaan zoeken. Of de gang ooit gevonden gaat worden, ligt in de toekomst en wellicht onder de grond verborgen. Mogelijk beschikt u over de informatie die wij in de papieren niet konden vinden over dit huis als pastorie en misschien kunt u ons meer vertellen over de ondergrondse gang. Graag zouden wij dit van u willen horen!1) De kelder van het huis is waarschijnlijk ouder dan het huis zelf.
2) In 1384 wordt Petrus Coelborne genoemd als pastoor van “Loen enden Sprange”. De bouw van de kerk Sint Jan de Doper vond plaats tussen 1394 en 1398. Daarvoor was de Sint Willibrordskerk de parochiekerk in Venloon.
2) Tot 1560 valt met betrekking tot de pastoors het volgende te zeggen: De benoemde pastoor woonde en werkte vaak niet in de parochie waar hij benoemd was, maar stelde, tegen een vergoeding, een vervanger aan die zijn werkzaamheden waarnam.
3) Van der Hammen; Echo van het Zuiden zaterdag 16 maart 1935; Artikel over de Hervormde kerk te Besoijen
4) Han Verschure; “Overleven buiten de Hollandse tuin”
5) Het bestek en de rekening zijn bewaard de tekening niet.
6) Het lijkt of dominee Pické hier inspraak heeft in de besluitvorming met betrekking tot de pastorie. Onduidelijk is waarom dit zo zou zijn!
7) De hier bedoelde brandstichtingen worden besproken door M. van Prooijen in het 2e Bruggeske van 1994; Brandstichting in Sprang in 1839
8) Berekening is letterlijk uit het archiefstuk overgenomen maar klopt niet!
9) Wereldoorlog II 1940-’45; uitgave van heemkundevereniging Sprang-Capelle e/o Bronnen:
- Het kerkarchief der Protestantse kerk te Sprang
- Gemeentearchief Waalwijk
- Van der Hammen; ‘Echo van het Zuiden’ zaterdag 16 maart 1935; (artikel over de geschiedenis van de hervormde kerk te Besoijen.
- Han Verschure; ‘Overleven buiten de Hollandse tuin’
- Heemkundekring “Loon op ’t Sandt”; De kerk van Sint Jans Onthoofding te Loon op Zand.
- Heemkundevereniging Sprang-Capelle e/o; Wereldoorlog II 1940 – ’45.