In het vorige nummer van "Bruggeske" 1999-2, blz. 88 e.v., is ter kennisneming van de leden opgenomen ons bezwaarschrift d.d. 2 juni 1999, namens de ledenvergadering ingediend bij de Raad der gemeente Waalwijk, tegen het ontwerp bestemmingsplan "Landgoed Driessen".

Bij zijn besluit van 30 september 1999 heeft de gemeenteraad van Waalwijk genoemd bestemmingsplan vastgesteld, onder vermelding, dat voor zover onze zienswijzen betreft, daarin geen aanleiding wordt gevonden tot wijziging of aanpassing van het voorgestelde bestemmingsplan, zulks op de volgende gronden:

In de huidige situatie geldt voor de molen geen beschermingszone en is ten zuiden en zuidwesten van de molen binnen een afstand van 100 meter woningbouw met een hoogte van meer dan 3 m gerealiseerd. In het voorliggende bestemmingsplan wordt een beschermingszone van 100 meter gerealiseerd, waarbinnen in beginsel geen nieuwbouw hoger dan 3 meter is toegestaan (artikel II.3, lid III van de planvoorschriften). Afwijking middels vrijstelling kan slechts worden overwogen middels afweging van alle betrokken belangen en indien hiermee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de windvang. In combinatie met de voorgenomen maatregelen van beperkte verplaatsing en ophoging leidt dit tot een situatie, waarin een meer stabiele windvang op peil kan worden gehouden. (zie ook ons commentaar ad 3 (Hr. Treffers, en ad. 9 Ver. Hollandsche Molen). Zoals wij ook in antwoord op de inspraakreactie van 'de Vereniging voor Heemkunde' hebben geschreven, heeft opheffing van de Koesteeg wel degelijk een gunstige uitwerking op de verdere natuurontwikkeling ter plaatse. Een groter aaneengesloten natuurgebied heeft een positief effect op flora en fauna. Afsluiting/opheffing als openbare weg, behoudens voor landbouwverkeer in het onderhavige plangebied, zal binnen de planperiode van 10 jaren plaatsvinden en dient derhalve in dit bestemmingsplan te worden verwerkt. Een juiste afweging voor dit principe-besluit is thans mogelijk op grond van het door de raad vastgestelde Ontwikkelingsplan en de facetnota verkeer Landgoed Driessen, waarin de toekomstige verkeersstructuur voor Landgoed Driessen is opgenomen. Deze facetnota is mede geënt op het door de raad op 17 december 1998 vastgestelde GVVP (gemeentelijk verkeers- en vervoersplan). Daadwerkelijke opheffing van de Koesteeg zal echter eerst plaatsvinden nadat vervangende verkeersmaatregelen zijn getroffen om elders overlast te vermijden. In het gebied gelegen ten noorden van het Halve Zolenpad is thans deels nog sprake van agrarisch gebruik. Dit gebruik kan onder het voorliggende bestemmingsplan worden voortgezet. Eerst nadat met belanghebbende agrariërs aldaar overeenstemming is bereikt over een gebruik ten dienste van de doelstelling natuurontwikkeling zal het grondwaterpeil voor die percelen verhoogd worden. Verwezen zij hiervoor ook naar ons commentaar op de zienswijze van de heer Nieuwenhuizen (onder ad 1). Vernatting van dit gebied vormt onderdeel van de verdere natuurontwikkeling aldaar. Ten aanzien van de buslijn door het Lint merken wij op dat dit de busmaatschappij (de concessiehouder voor openbaar vervoer in dit gebied) regardeert. De rol van de gemeente is daarbij voorwaardenscheppend en aanvullend. Openbaar vervoer binnen een verblijfsgebied (30 km zone) is wel degelijk mogelijk (zoals de praktijk ook elders uitwijst). Met de betreffende busonderneming wordt daarbij overleg gevoerd omtrent de te nemen maatregelen. Naast de beperkte binnenstedelijke mogelijkheden is Landgoed Driessen nodig om te kunnen voldoen aan de vraag naar woningen nu en in de toekomst. Dit gebied vormt de enige grote uitbreidingslocatie voor woningbouw voor de lange termijn (ca. 20 jaar) voor Waalwijk en directe omgeving. Uit het door de Stichting Interface uitgevoerde woningmarktonderzoek van 1998 blijkt alleen al in Waalwijk grote vraag naar woningen in Landgoed Driessen. Deze woningbouw spoort met het provinciaal beleid met betrekking tot de rol van de steden, alwaar wonen en werken op een boven lokaal schaalniveau gestalte moet krijgen. Zie ook onze overwegingen bij de door BMF,/IVN-De Waerdman en Staatsbosbeheer (ad 8) ingediende zienswijze.

Krachtens het besluit van de ledenvergadering van 16 november 1999 hebben wij bij brief van gelijke datum bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant voorziening gevraagd tegen genoemd besluit van de gemeenteraad van Waalwijk. Ter kennisneming van de leden volgt dit bezwaarschrift.

Aan het College van Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant
Postbus 90151
5200 MC 's-Hertogenbosch

Sprang-Capelle, 16 november 1999

ONDERWERP:
Bezwaren tegen het
bestemmingsplan "Landgoed Driessen"

Geacht College,

Bij besluit van 30 september 1999 heeft de Raad der gemeente Waalwijk het bestemmingsplan "Landgoed Driessen" vastgesteld met verwerping van de door onze Vereniging bij de Raad tegen dit bestemmingsplan ingediende bezwaren.
Daarom vragen wij bij Uw college voorziening tegen dit raadsbesluit.
1.Sprangse Standaardmolen "Dye Sprancke"
Mede op ons verzoek besloot de Raad tot verplaatsing van de terp en de daarop geplaatste molen met enige tientallen meters in noordwestelijke richting, met gelijktijdige verhoging van de terp met + 3 meter. Hierdoor zou kunnen worden voorkomen, dat als gevolg van de nieuwbouw in "Landgoed Driessen" tussen de Van der Duinstraat en de Raadhuisstraat enerzijds en het tracé van de voormalige spoorbaan, thans het Halve Zolen fietspad, anderzijds, de windvang van de molen zou worden verstoord, mits toekomstige bebouwing in de directe omgeving van de molen in één bouwlaag, niet hoger dan 3 m zou worden uitgevoerd. De bescherming van de molen is thans vastgelegd in de artikelen II.3, lid III, en artikel III.1, onder 4 sub c, van de planvoorschriften. Op de plankaart, blad A, is de nieuwe positie van de molen slechts summier aangegeven en daarbij ingetekend dat binnen een cirkel met een straal van 100 m, met de molen als middelpunt, in westelijke-, noordelijke- en oostelijke richting (volgens de planvoorschriften) geen bouwwerken met een grotere hoogte dan 3 m mogen worden opgericht. Dit is zo vrijblijvend, dat wij daartegen bezwaar maken. In het bestemmingsplan dient met het oog op de windvang, de nieuwe plaats van de molen duidelijk te worden bepaald en tevens de nieuwe toegangsweg naar de molen te worden aangegeven. De molen dient functioneel te blijven en door het publiek te kunnen worden be-zichtigd. Het moet niet mogelijk zijn, mede uit een oogpunt van veiligheid, dat woningen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m. ((patio-) bungalows) in de onmiddellijke nabijheid van de molen kunnen worden gebouwd. Naar onze mening dient een molenbiotoop in het bestemmingsplan te worden opgenomen, waaruit blijkt binnen welke straal (bijv. 50 m.) van de molen niet gebouwd mag worden, vervolgens binnen welke straal uitsluitend laagbouw tot 3 m hoogte en tot welke afstand daarna uitsluitend woningen tot 6 m hoogte mogen worden gebouwd.
2.Opheffing/afsluiting Koesteeg
Deze opheffing/afsluiting zal tot gevolg hebben, dat de verkeersdruk op de Hogevaart in onacceptabele mate zal worden vergroot. De Hogevaart is te smal voor verkeer. Wegverbreding door demping van sloten, rooien van bomen enz. moet uitgesloten worden geacht. Deze prachtige historische weg met zijn schilderachtige bebouwing en natuur (er zijn plannen de Hogevaart als beschermd dorpsgezicht aan te wijzen) moet ongeschonden blijven. Er is ook geen enkele dringende reden om de Koesteeg te doen verdwijnen. De Raad wil een aanééngesloten natuurgebied van 160 ha creëren en slechts, zolang er nog landbouw in dat gebied is, de Koesteeg als landweggetje handhaven. Er zijn zeer dringende redenen om de Koesteeg als verkeersweg te handhaven:
A.Voorkomen dient te worden, dat de Hogevaart een onleefbaar gebied wordt. Reeds nu vertonen diverse woningen aldaar scheuren als gevolg van het verkeer. De te smalle weg mag niet onveiliger worden.

B.Verkeer, van en naar de Maasroute uit en in westelijke richting, verlaat bij Capelle de Maasroute of begeeft zich aldaar daarop. Dat betreft verkeer zowel voor en van Sprang-Capelle als voor en van westelijk en centraal Kaatsheuvel, dat nu gebruik maakt van de Koesteeg en de Winterdijk. Bij sluiting van de Koesteeg zullen, behalve de Julianalaan en de Hogevaart, ook de Wendelnesseweg en de Heistraat veel meer verkeer te verwerken krijgen. Tellingen hebben uitgewezen dat per dag circa 5.000 auto's van de Koesteeg gebruik maken.

C.De Koesteeg vormt een directe verbinding van de Winterdijk naar het centrum van Sprang-Capelle en via de Dick Flemmingstraat naar het centrum van Kaatsheuvel. Dientengevolge wordt "het lint" (Van der Duinstraat, Raadhuisstraat en Heistraat) bevrijd van veel verkeer (zie B). Bovendien bevinden zich aan de Koesteeg geen woningen of bedrijven. Wanneer de eeuwenoude Koesteeg er niet zou zijn, zou men die weg moeten aanleggen!

D.Er wordt o.i. een overdreven waarde gehecht aan een te creëren aanééngesloten natuurgebied van 160 ha. Overal in Nederland (bijv. de Veluwe, Limburg, de Holterberg, de Achterhoek, enz. enz. worden natuurgebieden in talrijke mate doorsneden door verkeerswegen. Nergens is gebleken, dat zulks overwegende bezwaren meebrengt en natuurlijk is het dan mogelijk maatregelen te treffen om aan eventuele overwegende bezwaren tegemoet te komen. Daarbij komt nog dat van de 160 ha. reeds 115 ha een aanééngesloten gebied vormt. Het mag toch niet zo zijn, dat uitsluitend natuurbelangen tellen en de reële belangen van de burgers daarvoor moeten wijken. Door handhaving van de Koesteeg zullen die natuurbelangen géén overwegende schade ondervinden; door sluiting van de Koesteeg die van de burgerij van Sprang-Capelle wel. Een evenwichtige afweging van alle belangen kan o.i. dan ook niet tot afsluiting van de Koesteeg leiden.

Burgemeester en Wethouders schrijven in hun voorstel d.d. 24 augustus 1999 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Landgoed Driessen", aan de Raad, dat daadwerkelijk opheffing van de Koesteeg eerst zal plaatsvinden nadat vervangende wegen aanwezig zijn. Zij denken dan aan de Noorder Allee door "Landgoed Driessen", die aansluiting zal geven op de auto-snelweg N261. Zij verwachten dan dat inwoners van Vrijhoeve-Capelle en Kaatsheuvel-centrum en Kaatsheuvel-west, die per auto richting Raamsdonksveer gaan, eerst oostwaarts door "Landgoed Driessen" via de Noorder Allee of met gebruikmaking van "het lint van Sprang" naar de N261 zullen rijden om vervolgens via de A59 richting Raamsdonksveer te gaan. Zo'n omweg (met verkeer-remmende obstakels) zullen zij nimmer nemen. Het gevolg is, dat de Julianalaan en de Hogevaart, alsmede de Heistraat en de Wendelnesseweg met een grote verkeersintensiteit te maken krijgen en veel te zwaar belast zullen worden. De 5.000 auto's per dag, die thans via de Koesteeg rijden, zullen bij afsluiting van de Koesteeg van die straten gebruik maken. Conclusie: de Koesteeg dient gehandhaafd te blijven.

E. Niet minder uit heemkundig oogpunt dient de Koesteeg, die vele eeuwen oud is, als historisch erfgoed bewaard te blijven. Deze weg, die enige eeu-wen geleden "Diefdijk" heette, was toen bij hoge waterstanden regelmatig het object van heftige twisten tussen de inwoners van Sprang en die van Vrijhoeve-Capelle. Eerstgenoemden trachtten de dijk door te steken om van water bevrijd te worden, laatstgenoemden trachtten dit te verhinderen om water- overlast te voorkomen. Maar bovendien zal het natuurgebied toegankelijk moeten zijn voor het publiek. Dat kan via de Koesteeg!
Op bovenstaande gronden verzoeken wij U namens de Algemene Vergadering (ledenvergadering) van onze vereniging, die heden besloot bij Uw College bezwaar te maken tegen de vaststelling van het bestemmingsplan "Landgoed Driessen" en ons machtigde en opdracht gaf deze bezwaren bij Uw College in te dienen, Uw goedkeuring aan het bestemmingsplan "Landgoed Driessen" te onthouden en te bewerkstelligen dat de nodige wijzigingen in dat bestemmingsplan worden aangebracht.

Met gevoelens van hoogachting,
HET BESTUUR,
De secretaris, de voorzitter,
(W. Knoop) (M. van Prooijen)

Alvorens op onze en andere ingediende bezwaren te beslissen hebben Gedeputeerde Staten de gelegenheid open gesteld om tijdens een hoorzitting een mondelinge toelichting te geven op de ingediende bedenkingen.

Daarbij stelden Gedeputeerde Staten ons in kennis van het standpunt van het gemeentebestuur t.a.v. de door ons bij Gedeputeerde Staten ingediende bezwaren. Dat standpunt van het gemeentebestuur van Waalwijk is hieronder opgenomen: Vereniging voor Heemkunde Sprang-Capelle e.o. In zijn bedenkingengeschrift gaat het bestuur van deze vereniging in op de positie van de Sprangse Standerdmolen en de Koesteeg. Terzake merken wij het volgende op.
De molen "Dye Sprancke".
In het bij het raadsbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan behorende preadvies zijn wij nadrukkelijk op de positie van de molen ingegaan (pag. 8) waarnaar kortheidshalve zij verwezen. Aanvullend merken wij op dat het onderhavige bestemmingsplan deels een globaal bestemmingsplan betreft (uit te werken woondoeleinden). De gefaseerde planuitvoering zal aan de hand van uitwerkingsplannen voor de verschillende deelgebieden plaatsvinden. Zo zal de molen in het plandeel en het nog op te stellen uitwerkingsplan "De Villa" worden opgenomen. Daarin wordt de positie van de molen nader gedetailleerd. Daarbij zit de gedachte voor om een ten opzichte van de huidige situatie meer stabiele windvang te verkrijgen middels beperkte verplaatsing en ophoging.
Opheffing/afsluiting Koesteeg
Voor het plangebied van Landgoed Driessen is een facetplan verkeer opgesteld en door de raad d.d. 25 maart 1999 vastgesteld. Dit plan is mede gebaseerd op het door de raad op 17 december 1998 vastgestelde Gemeentelijk Verkeers- en Vervoers Plan (GVVP). Het plan ziet op het totstandbrengen van veel en relatief grote verblijfsgebieden die aansluiten op hoofdontsluitingswegen. Sluipverkeer wordt tegengegaan. Doorgaand verkeer moet gebruikmaken van doorgaande routes. De Noorder Allee vervult voor Landgoed Driessen en voor een deel van de bestaande wijken, met name voor de wijk Vrijhoeve, de hoofdontsluitingsroute met een directe aansluiting op het provinciale wegennet. Een gebruik van de Koesteeg als onderdeel van een verbindingsroute naar het centrum van Kaatsheuvel, zoals de vereniging voor Heemkunde voorstelt, is hiermee strijdig. Weg om de Noord (Noorder Allee) en Weg om de Zuid (Bevrijdingsweg) vormen de hoofdontsluitingswegen. Het opheffen/afsluiten van de Koesteeg betekent overigens niet dat deze eeuwenoude route geheel verdwijnt. Zij wordt als onverhard pad opgenomen in het natuurgebied (zoals de vereniging voor heemkunde overigens zelf ook opmerkt) en behoudt een functie voor locatiegebonden agrarisch verkeer. Bedoelde toekomstige functiewijziging van de Koesteeg vergt een verkeersbesluit, waarvan de voorbereiding en besluitvorming volgens de Awb zal plaatsvinden zodat een dergelijke maatregel met procedurele waar-borgen is omgeven. Bij meerdere gelegenheden is van gemeentezijde bovendien te kennen gegeven dat een dergelijk besluit deel zal uitmaken van een stelsel verkeersmaatregelen voor het plangebied zelve en zo nodig ook maatregelen voor wegen in de directe omgeving als de Hogevaart. 

Die hoorzitting heeft plaatsgevonden op 3 februari 2000. Wij hebben van die gelegenheid gebruik gemaakt. Hieronder volgt onze nadere toelichting op onze bedenkingen tegen het bestemmingsplan "Landgoed Driessen".

HEEMKUNDEVERENIGINGSPRANG-CAPELLE e/o

NADERE TOELICHTING OP DE BEDENKINGEN TEGEN HET BESTEMMINGSPLAN LANDGOED DRIESSEN

1. De molen "Dye Sprancke"
De gemeente zal de positie van de molen in een uitwerkingsplan "De Villa" opnemen. Daarbij gaat de gemeente uit van de hoofdlijnen, die in het bestemmingsplan globaal zijn opgenomen in de artikelen II.3, lid III, en artikel III.1, onder 4 sub c van de planvoorschriften. Op de plankaart, blad A, is de nieuwe positie van de molen slechts summier aangegeven. Volgens de planvoorschriften mogen binnen een cirkel met een straal van 100 m, met de molen als middelpunt, in weste-lijke-, noordelijke- en oostelijke richting geen bouwwerken met een grotere hoogte dan 3 m worden opgericht. Dit is te vrijblijvend en garandeert geen goede windvang. Deze woningen kunnen als het ware naast de molen worden opgericht.
De uit te werken hoofdlijnen dienen ten minste aan te geven, dat ten behoeve van een goede windvang:
a) de molen in noordwestelijke richting zal worden verplaatst;
b) de nieuwe terp, waarop de molen zal worden geplaatst, t.o.v. de huidige terp 2 à 3 m zal worden verhoogd;
c) de molen voor het publiek bereikbaar zal zijn via aan toegangsweg vanaf de Oudestraat;
d) een molenbiotoop zal worden vastgesteld, waaruit blijkt binnen welke straal (bijv. 50 m) van de molen niet gebouwd mag worden, vervolgens binnen welke afstand in het verlengde van de straal uitsluitend laagbouw tot 3 m hoogte en tot welke afstand daarna uitsluitend woningen tot 6 m hoogte mogen worden gebouwd.
Alleen dan is een voldoende windvang en daarmee het voortbestaan van de molen, die reeds 150 jaar op die plaats staat, verzekerd. Daartoe dienen de hoofdlijnen in het bestemmingsplan te worden aangescherpt.

2. Opheffing/afsluiting Koesteeg
De gemeente vermeldt foutief, dat wij voorstellen een gebruik van de Koesteeg als onderdeel van een verbindingsroute naar het centrum van Kaatsheuvel. Hiermee geeft de gemeente een volkomen verkeerde voorstelling van zaken. Wij stellen dat niet voor maar concluderen slechts dat thans zulks het geval is. En dat is niet alleen voor Kaatsheuvel het geval, maar vooral ook voor het centrum van Sprang-Capelle, nl. de woongebieden ten noorden en ten zuiden van de Raadhuisstraat. Reeds thans maken per dag circa 5000 auto's gebruik van de Koesteeg. Dat betekent een aanzienlijke ontlasting voor de schilderachtige veel te smalle Hogevaart, die tot een beschermd dorpsgezicht dient te worden bestemd. Reeds nu vertonen diverse woningen aan de Hogevaart scheuren vanwege het verkeer.
De gemeente wil wachten met de sluiting van de Koesteeg tot vervangende ontsluitingswegen zijn aangelegd, nl. de Noorder Allee in Landgoed Driessen en de Weg om de Zuid (Bevrijdingsweg). Deze laatste loopt hoofdzakelijk door Kaatsheuvel (gemeente Loon op Zand) en is al enkele jaren in gebruik, doch geeft geen enkel soulaas voor de route naar Capelle via de Koesteeg en de Winterdijk. Dat is nu al bewezen. Dat zal de Noorder Allee, een straat door het toekomstige woongebied van Landgoed Driessen, waar allerlei verkeersremmende voorzieningen verwacht kunnen worden, ook niet doen. Het is ondenkbaar, dat de inwoners van Kaatsheuvel-centrum en Kaatsheuvel-west en de inwoners van genoemd centrum van Sprang-Capelle, die zich per auto via de Maasroute richting Raamsdonksveer begeven, eerst oostwaarts via de Noorder Allee of het lint van Sprang (v.d. Duinstraat en Kerkstraat) naar de autosnelweg N261 (Waalwijk-Tilburg) zullen rijden om aan het noordeinde van de N261 via de Maasroute westwaarts te rijden. In tegendeel, die zullen bij afsluiting van de Koesteeg gebruik blijven maken van de Hogevaart en Winterdijk of van de Heistraat en de Wendelnesseweg om in Capelle de Maasroute te bereiken. Derhalve: een enorme intensivering van het verkeer op de Hogevaart of de Heistraat en Wendelnesseweg. Wat het gemeentebestuur voorstelt (via de Noorder Allee in het Landgoed Driessen) zal geen oplossing bieden.
Een eventuele onttrekking van de Koesteeg aan het openbaar verkeer dient te geschieden volgens de bepalingen van de Wegenwet en de Algemene Wet Bestuursrecht en niet via een bestemmingsplan. De bestemmingsplan-wijziging dient pas daarna te komen.
Het nog aan te leggen natuurgebied zal geen schade ondervinden van het voortbestaan van de Koesteeg, maar voor de inwoners van Sprang-Capelle is het voortbestaan van de Koesteeg een noodzaak. Wij verwijzen daarvoor naar ons bezwaarschrift.

Sprang-Capelle, 3 februari 2000