Mr.W.Knoop
Inleiding
De titel De Vrije Pion zal weinigen van U aanspreken.
Onze gedachten gaan terug naar de jaren dertig.
In die periode stond het schaken erg in de belangstelling. Schaken is van origine een Arabisch bordspel. Het woord schaken is afgeleid van sjah, koning, een bordspel dat de oorlog verzinnebeeldt.
Vanaf 600 na Christus verspreidde dit spel zich van uit Perzie over de Arabische wereld. In de negende eeuw bracht de Islam het in Europa. In de 13 e eeuw komt het schaakspel ook in de Nederlanden voor. Het schaakspel was een tijdpassering van de edelen en is in de loop der tijden via de gegoede stand een vrijetijdsspel voor iedereen geworden. Vooral de Russen waren de schakers van Europa. Wereld kampioen was van 1927 tot 1935 Alexander Aljechin, een Rus. Max Euwe, een Nederlander was van 1935 tot 1937 wereld kampioen, maar Alexander Aljechin herwon en ontnam Max Euwe in 1937 het wereldkampioenschap en bleef dit tot 1946 *. In de jaren dertig was schaken in. Dit zal zijn weerslag ook in deze contreien gehad hebben.
Oprichting
Wij lezen dan ook in de Echo van ‘t Zuiden d.d. 18 februari 1938*.
“In het café van de heer J.Quirijns alhier (Capelle) werd een vergadering gehouden teneinde te komen tot de oprichting eener schaakclub. Deze vergadering werd geopend door de heer J.Quirijns Jr. Vervolgens gaf de heer Stein in enkele korte, doch duidelijke woorden een uiteenzetting over het schaakspel. Door de aanwezigen werd hierna een bestuur gekozen, dat als volgt werd samengesteld: L.Stein, voorzitter, H.M.J.Kommers secretaris en J.Quirijns Jr. penningmeester. De speelavond werd bepaald op Vrijdagavond van 7 tot 9.30 uur.”In hetzelfde jaar, echo van het Zuiden, sept.1938, nog werd de wedstrijd om ’t clubkampioenschap gehouden. De heer Leo Stein werd kampioen, tweede werd de heer C.Quirijns en derde de heer J.Quirijns. Aansluiting bij de Noord Brabantse Schaakbond werd nog niet gezocht. Het bleef een gezellig klein plaatselijk clubje. Af en toe werd er een vriendschappelijke wedstrijd gespeeld tegen een naburige vereniging.
Oorlog10 mei 1940 brak de oorlog met Duitsland uit. Aanvankelijk had dit geen invloed op het verenigingsleven, doch eind november 41 verschenen op papier de verordeningen, waarbij Cultuurraad en Kultuurkamer in het leven geroepen werden. Verenigingen op cultureel gebied werden verplicht zich bij de Kultuurkamer aan te sluiten. Hiertoe werd niet overgegaan. De kas werd geleegd en de financiën werden besteed aan biefstuk en bier. In clubverband werd niet meer geschaakt, dat was te risicovol, doch thuis werd er nog wel tegen een of meer van de leden van de club in ruste, gespeeld, wachtend op de bevrijding en herrijzenis.BevrijdingAl gauw werden de koppen weer bij elkaar gestoken en vanaf 1946 werd er weer een interne competitie gehouden, ja zelfs volgens de Echo van “t Zuiden van 09-04-1946 speelde De schaakvereniging “De Vrije Pion”in haar clublokaal, in het Stationskoffiehuis van den Heer P. Pruissers, een vriendschappelijke wedstrijd tegen de schaakvereniging “het Witte Kasteel” te Loon op Zand, welke wedstrijd door de Capelsche schakers werd verloren. In september 1946 werd aansluiting gezocht bij de Noord Brabantse Schaakbond. In dat zelfde jaar overleed de wereldkampioenschaker Alexander Aljechin. Op naar tien jaar bevrijding, tweede lustrumDoor als vereniging lid te zijn geworden van de N.B.S.B werd het interessant voor de leden van de plaatselijke schaakclub hun krachten te meten met andere leden van verenigingen, die aangesloten waren bij de N.B.S.B.. Meestal werd gespeeld in de 2e klasse van de N.B.S.B. met uitzondering van het seizoen 48/49. Van de drie teams, die de vereniging telde werd er met twee teams in de buitencompetitie gespeeld. Uitstekende resultaten werden onder de bezielende leiding van de heer Stein behaald. Zo maakt elke vereniging zijn hoogtepunten en dieptepunten mee. In 1956 bestond de vereniging 10 jaren. Niet onopgemerkt is dit feit voorbijgegaan. 7 februari 1956 heeft men dit in eigen kring op passende wijze gevierd. Helaas was dat jaar in alle opzichten geen succes.
Het voorgenomen Jubileum Schaaktoernooi heeft geen doorgang gevonden, wegens te weinig animo. De financiële toestand van de vereniging was niet rooskleurig. De oproep ging uit “Breng iets mede voor de verloting op de feestavond.”
Bedroeg het aantal leden in 1955 nog 29 leden, in 1956 daalde dit tot 19 leden. Hieruit spreekt sterk het vermoeden, dat er interne wrijvingen in de vereniging geweest zijn en dit blijkt ook uit de notulen van de algemene vergadering gehouden op 28 januari 1957 waarin de voorzitter een terugblik werpt op het afgelopen verenigingsjaar en constateert dat, dat jaar voor De Vrije Pion niet gunstig is geweest, niet zozeer in kwalitatief als in kwantitatief opzicht. Nimmer gedurende de laatste 6 a 7 jaren had de schaakclub zo’n gering aantal leden als in het afgelopen jaar. Daar staat tegenover aldus de voorzitter, dat de harmonie in de club beter was dan voorheen, zodat mag geconstateerd worden dat de club innerlijk sterker is geworden.Ledental Het aantal leden blijft zorgen baren. In 1961 bedroeg dit nog 15. Het is dan ook niet verbazingwekkend, dat op de algemene vergadering van 5 maart 1962 in de rondvraag ter sprake kwam, de kwestie van een eventuele fusie tussen de Waalwijkse schaakvereniging en De Vrije Pion. Besloten werd tot een gesprek met de Waalwijkse vereniging, waar ook problemen waren met het ledental. Zowel de Waalwijkse club als De Vrije Pion hadden moeite om een volledig en redelijk sterk team op de been te brengen. De oplossing bleek niet moeilijk. Onder de naam “de Langstraat” kon een combinatie van beide clubs in het seizoen 62/63 toch met twee teams aan de N.B.S.B.competitie deelnemen. Het bleek een gouden greep te zijn. Het spelpijl steeg weer en beide teams promoveerden .Het tweede team werd kampioen en promoveerde naar de derde klasse van de N.B.S.B en het eerste team werd kampioen van de eerste klasse der N.B.S.B.Voorwaar een resultaat waarop de beide verenigingen trots op konden zijn. Dit heugelijke feit werd door de twee verenigingen gevierd in de Twee Kolommen te Waalwijk Bij de verschillende felicitaties kwam naar voren, dat het een unicum was deze samenwerking, waarbij iedere vereniging ten volle zijn eigen zelfstandigheid behield. In 65/66 werd dan ook aan de landelijke competitie van de Koninklijke Nederlandsche Schaakbond mee gedaan. Het behalen van successen betekent in de belangstelling staan en dit brengt weer met zich mede groei van het aantal leden.
De Waalwijkse vereniging gesterkt door de toename van haar leden, wenste weer alleen verder te gaan. Hetgeen gerespecteerd werd. In het seizoen 70/71 speelde dan ook elke vereniging weer voor zich zelf in de N.B.S.B.In 1973, ter herinnering aan het feit, dat vijf en dertig jaar geleden de vereniging opgericht werd, werd in Cultureel Centrum Zidewinde een vlekkeloos toernooi met prachtige prijzen gespeeld. De heren: L.Stein en C.Quirujns werden omdat zij vanaf de oprichting stimulerend en actief lid van de club geweest waren in de algemene vergadering van 28 januari 1974 benoemd tot erelid van de vereniging. De benoeming werd onderstreept met een smaakvolle penning met inscriptie. Ook de jeugd werd in die tijd niet vergeten. Er werd benoemd een algemeen jeugdleider.
Resultaten bleven niet uit, zo speelde Snoeren het zelfs klaar in den Bosch op het Remmington toernooi in 1974 een type machine te veroveren en voor de zeer jeugdigen werd een geslaagd jeugd toernooi georganiseerd. Het schaak jaar 1974 werd gekarakteriseerd als een jaar van stabilisering en toegenomen schaakkracht.
Niet alleen aan schaken werd gedacht maar ook werd gebruik gemaakt van de mogelijkheid bij de invoering van Boek 2 B.W een vereniging te worden met volledige rechtsbevoegdheid door de statuten van de vereniging, die vanaf de oprichting gegolden hadden, doch waarop geen erkenning door de Kroon gevraagd was, opnieuw vast te stellen en op te nemen in een notariële akte. Dit gebeurde bij akte op 19 juli 1979 verleden voor Mr.W. Knoop. Ook het simultaan schaken in 1981 stond in de belangstelling, zo speelden verschillende leden der club o.a. tegen Sosonko, Ljubojevic, Hubner en Portisch. De jeugd werd niet vergeten. In 1982 werd zelfs overwogen een jeugdafdeling op te richten teneinde te voorkomen, dat de vereniging een minder goede toekomst tegemoet zou gaan.Vijf en veertig jaar voorzitter.In de jaarvergadering van 25 april 1983 trad de hr.Stein als voorzitter af na deze functie, de oorlogsjaren medegerekend- vijf en veertig jaren bekleed te hebben. Zijn opvolger werd in die vergadering de hr.T. Houtzager. Nadat de genodigden: Mevr. Stein, burgemeester Buijnink en de hr. G. Prast, voorzitter van de N.B.S.B, ter vergadering waren verschenen, verraste de nieuwe voorzitter, namens bestuur en leden, de hr Stein met een legpenning plus oorkonde ter waardering van het vele werk dat de hr Stein in goede en slechte tijden voor de vereniging gedaan had. G.Prast van de Brabantse afdeling van de KNSB had alle waardering voor de wijze, waarop de hr. Stein de vereniging geleid had. Als cadeau werd door hem een schaakklok overhandigd. Hij vestigde de aandacht er op, dat schaken vroeger alleen maar een sport voor notabelen was. In 1983 is deze sport vrij populair en vrij algemeen geworden. Telde in 1937 de Brabantse bond slechts 361 leden, nu in1983 zijn het er 3700. In de toespraak van burgemeester Buijnink werd de hr. Stein gekarakteriseerd als een pionier op het terrein van de schaaksport in Sprang-Capelle, die met bezieling leiding gaf aan de club. De jaren daarna waren er geen schokkende gebeurtenissen.Een halve eeuw schaak club.Ter gelegenheid van het vijftig jarige bestaan heeft de voorzitter de hr. Houtzager een boeiende toespraak gehouden over het verleden van De Vrije Pion en de heren: H. Weistra en W.Goedhart kregen het erespeldje van de vereniging opgespeld. Hoogtepunt bij het vijftig jarig bestaan was de causerie van de hr. Hans Bouwmeester, schaker –journalist, die ook de niet schakers wist te enthousiasmeren.
Afscheid van de hr.T.Houtzager / opvolger de hr.P.van DijkIn het jaarverslag 1993-94 lezen wij dat tijdens een gewone schaakavond afscheid is genomen van de hr. Houtzager, wegens ziekte, als voorzitter der vereniging. De hr. P.van Dijk, als nieuwe voorzitter, verwoordde in zijn speech, wat iedereen al wist: Thijs was een uitstekende voorzitter. Onder zijn regime telde de club even 30 leden. Hij loodste ons op bewonderenswaardige wijze door het jubileumjaar heen. En met zijn uitdagend B4,…….B5 als je niet uitkeek, doorbrak hij de saaiheid van bijna elke andere opgezette partij. Gelukkig kon de hr. Houtzager zijn geliefde sport blijven uitoefenen.
Het zestig jarig bestaan in 1998 heeft De Vrije Pion niet zo uitbundig gevierd.“Dat doen we wel als we vijf en zeventig jaar bestaan, merkt de hr.van Dijk op. Onmiddellijk voegt hij hieraan toe, als we dat jubileum halen tenminste. Nieuwe aanwas voor leden is voor dat jubileum natuurlijk onontbeerlijk. Ik weet echter dat het een aantrekkelijke sport is. Als je eraan begint, dan kun je het niet zo gemakkelijk loslaten. Daarbij is het ook nog eens gezellig, dus reden te over om te komen schaken “
Grote concurrenten van de schaaksport zijn de T.V. en de buitensporten die in trek zijn bij jeugd en ouderen.
Het aantal leden van de vereniging bereikt dan ook haar minimum, ondanks alle inspanningen tot het werven van leden.
In 2001 valt het doek en wordt besloten tot opheffing van de vereniging. Een vereniging, die bijna drie/kwart eeuw bestaan heeft. Dit gebeuren mag niet vergeten worden.
Wie weet, zoals de geschiedenis zich herhaalt, verrijst wellicht in de toekomst de schaakvereniging weer uit haar as. Laten we het hopen.