De standerdmolen Dye Sprancke draait weer.

In 1957 werd de molen die in 1940 en ook nog in 1956 op de nominatie stond gesloopt te worden ter nauwernood gered. De redding kwam doordat de gemeente Sprang-Capelle hem in 1957 in eigendom verwierf. Dankzij restauraties in 1968, 1980, 1996 en kortelings in 2005/2006 bleef deze inmiddels tot rijksmonument aangewezen molen behouden en in glorie hersteld.

Met enige trots werd in 1996 het een en ander over de molen en zijn geschiedenis op een bord dat aan de voet van het molenerf staat vast gelegd. Het luidt als volgt;
Deze koren- en schorsmolen werd vermoedelijk omstreeks 1768 gebouwd. Hij is oorspronkelijk opgetrokken te Vrijhoeve.
In 1811 werd hij overgebracht naar de huidige standplaats. Het is een gesloten standerdmolen met een vlucht van 26 meter. Er ligt een koppel 17der (doorsnede 1.50 meter) maalstenen in. De laatste molenaar was J. Volkers. Hij droeg de molen in 1958 over aan de gemeente Sprang-Capelle. De gemeente liet de standerdmolen in 1968, 1980 en 1996 restaureren ANWB 60342/001
Maar hoe anders zijn enkele historische feiten van deze gesloten standerdmolen.De plaats van de molen waar aan ook eeuwenlang een rosmolen was verbonden moet van oudsher aan de Oudestraat hebben gestaan, namelijk op de grond van de Heer van Sprang. Het was op de kavel die in het verlengde noordwaarts van het kasteeltje Boshuizen (nabij nu Molenstraat) lag.
brugj2006 06Het bracht voor de ambachtsheer als rechthebber van het windrecht de nodige revenuen op.
De eerste vermelding die in het gemeentearchief van Waalwijk (archief Sprang) werd aangetroffen was uit 1490, waarin sprake was dat Dirk de zoon van Claes de “molner” was. Uit een proces dat in 1541 diende werd het windrecht nogmaals bevestigd. De ambachtsheer van Sprang gelastte een inwoner van Sprang zijn binnen de biotoop van de molen gebouwde woning af te breken.
De standaerdmolen kon een leeftijd van een eeuw halen. Vaak was hij al eerder door brand (blikseminslag) een prooi der vlammen. Sloeg hij op “hol” bij stormweer dan ontstond nog al eens brand met ernstige gevolgen.Werd de molen door omstandigheden zoals na een calamiteit niet herbouwd dan kwam het voor dat nog bruikbare delen zoals wiekenkruis, stander, stenen o.d. werden verkocht aan moleneigenaren die hun bestaande molen wilden restaureren. De vermelding van een jaartal of letter (1768) op de steenlijst of standerd verwijst dan ook niet zonder meer naar de ouderdom van de betreffende molen. De Sprangse molen die in 1831 afbranddde waarvan Arie Huisman toen eigenaar was ging op 4 april 1855 weer in vlammen op. Molenaar C.G. Kien zag er wel brood in, kocht de Vrijhoevense molen verplaatste deze en zag kans om nog voor het einde van dat jaar de “nieuwe” molen aan de Oudestraat draaiende te krijgen. aangenomen mag worden dat de ijzeren roeden en de gietijzeren as, afkomstig van de N.S.B.M. Feyenoord (1854) niet uit Vrijhoeve afkomstig waren. De molen werd zoals gesteld in de zomer van 1855 overgebracht en niet in 1811 zoals S. Zoetmulder c.s. in De Brabantse Molens beschrijft. Na verloop van tijd verkocht Kien de molen aan de familie Dekkers die op haar beurt in 1930 de molen aan J. Volkers verkocht. Uiteindelijk werd de gemeente Sprang-Capelle in 1957 de eigenaresse, die dit monument op 1 januari 1997 door de samenvoeging van gemeenten bij de nieuwe gemeente Waalwijk in bracht.
Tot zover enkele benodigde gegevens over de geschiedenis van de Sprangse molen voor de aanpassing van de tekst op het ANWB bord. Die zou als volgt kunnen luiden;Op deze plaats aan de Oude straat staat sinds de middeleeuwen de gesloten standerd korenmolen waarvan de eerste vermelding uit 1490 is. De huidige molen uit 1855, grotendeels afkomstig van de afgebroken standerdmolen uit Vrijhoeve, is nadien meerdere malen gerestaureerd en werd Rijksmonument. De molen heeft een vlucht van 26 meter. Er ligt een 17der (doorsnee 1.50 meter) koppel maalstenen in. De molen kwam rond 1800 in particuliere handen door verkoop van de toenmalige Vrouwe van Sprang. De laatste molenaar was J. Volkers. Hij droeg de molen in 1958 over aan de gemeente Sprang-Capelle. Door samenvoeging van gemeenten is vanaf 1 januari 1997 de gemeente Waalwijk de eigenaresse.