S I R E N A Honderd jaar muzikaal onthaal 1906 – 2006
drs. J.M. Rosendaal
Inleiding
Op 11 oktober 2006 is het honderd jaar geleden dat de muziekvereniging Sirena haar levenslicht zag. Het was een kleine groep mannen die in Vrijhoeve- Capelle de hoofden bij elkaar stak om op muzikaal gebied evenals dat met enkele zangverenigingen al het geval was, in georganiseerd verband instrumentale muziek ten gehore te brengen voor eigen plezier en de gemeenschap. Daarin slaagden bestuur, dirigent en bovenal de uitvoerende muzikanten. Het recruteringsgebied zal aanvankelijk niet groter zijn geweest dan dat van de circa 500 inwoners tellende Vrijhoeve. De interesse nam toe en grenzen werden verlegd. Door toeloop van muzikanten konden door bezetting van partijen en uitbreiding van instrumentarium op concoursen vele successen worden geboekt. Doorzettingsvermogen, volharding en discipline waren pijlers waarop die successen steunden maar ook tegenslagen konden worden verwerkt.
Successen waren het eveneens als op muzikaal uitbundige wijze jubilea werden gevierd waar aan fanfares, harmonieën, tamboerkorpsen en koren hun medewerking verleenden. Daaronder ook begrepen het nieuwjaarsconcert. Een traditioneel onthaal voor deelnemers en luisteraars. Zo zal ongetwijfeld ook de jubileumviering in dit najaar een hoogtepunt van amateuristische kunstbeoefening worden, vertolkt en georganiseerd door de honderd jarige. Een viering waarvan in juni al het een en ander merkbaar is bij het zomerconcert waaraan een aantal Sprang- Capelse verenigingen deel nemen.
Het begin
Aan het einde van de negentiende eeuw stond onze regio aan de vooravond van grote veranderingen. De industrialisatie (industriële revolutie) had haar intrede gedaan. Dat betekende voor arbeiders vaste werktijden maar ook (nog) lange werkdagen, zij het dat in de agrarische sector die verandering geleidelijk aan verliepen, daar de mechanisatie van bescheiden aard was en seizoenarbeid veel voorkwam. Het aantal werkers in de schoennijverheid, met veel eenmansbedrijfjes, won terrein. De schaarse vrije tijd werd deels gevuld met beoefening van muziek en zang. In dezelfde tijd vormden zich op ideologische of godsdienstige grondslagen hechte verbanden of “zuilen”. Protestanten, rooms- katholieken en anderen waaronder socialisten stelden hun beginselen scherper en dat niet alleen binnen eigen kring. De kerken beijverden zich hun religie ook op cultureel en maatschappelijk gebied uit te dragen. De protestantse gemeenschappen van Capelle, Vrijhoeve en Sprang bleven in dit opzicht niet achter. Christelijke zangverenigingen lieten van zich horen.
Dat was ook de jonge burgemeester van Vrijhoeve- Capelle, Willem, Hendrik, Baron van Heeckeren van Waliën niet ontgaan. Hij was in juli 1900 als 27 jarige het ambt van burgemeester gaan bekleden. Afkomstig uit een adellijke familie uit de Graafschap (omgeving Zutphen) had hij een voorliefde voor muziek en zang. Er ontbrak naast de zangverenigingen, zoals Halleluja, Excelsior, Harpe Zions en De Lofstem die in Vrijhoeve en aangrenzende dorpen actief waren, een muziekvereniging.
Dat moet de Baron er toe gebracht hebben om een aantal vooraanstaande inwoners, waaronder de Oerlemansen en De Roon, te raadplegen met het doel te komen tot oprichting van een muziekvereniging. Het was op 26 september 1906 dat het voornemen tot resultaat leidde. Er zou een harmonie komen. Ook de inwoners van Vrijhoeve- Capelle hadden er wat voor over. Zo bracht een collecte, een voor die tijd aanmerkelijk bedrag van fl. 200,— op. Uit die financiële ondersteuning putten de initiatiefnemers moed. Al op 11 oktober 1906 traden een zeventiental mannen toe tot de vereniging en werd een bestuur gevormd. Voorzitter werd de Baron, vice- voorzitter H. Stam, secretaris D.de Roon en penningmeester A Oerlemans. Verder maakten J.Oerlemans, J. Heijmans en P.van der Hoeven deel uit van het bestuur. In het bijzonder kon het bestuur steunen op de familie Oerlemans die haar bedrijvigheid aan het Labbegat had en de beschermheer Jonkheer de Roy van Zuidewijn.
Een maand later werd op de ledenvergadering in de openbare lagere school besloten de naam “Sirena” aan de vereniging te verbinden. Waarom Sirena? De idee was afkomstig uit de Griekse mythologie en komt voor bij Odysseus. Daarin wordt beschreven hoe de sirenen door mooie muziek en zang argeloze zeevaarders naar gevaarlijke rotsen wilden lokken om hen daardoor met hun schepen op de rotsen te doen verpletteren. Ongetwijfeld zal de keuze van de naam met inbreng van de Baron tot stand zijn gekomen.
De “ sirenen” van Vrijhoeve zouden zich vooralsnog beperken tot het vertolken van mooie muziek. De statuten van de vereniging werden vervolgens vastgesteld en voor goedkeuring aan de Kroon (K.B.) gezonden. Een koninklijke goedkeuring die later ook zou worden verleend. Aan het werk
Met de opbrengst aan collecten en inbreng van gegoede bestuurders konden eind november 1906 al enkele instrumenten worden gekocht bij de firma Hanken (later Hakkert) in Rotterdam en worden toegewezen aan een aantal muzikanten. Dat was op vrijdagavond 21 december bij welke gelegenheid de burgemeester zijn grammofoon met platen beschikbaar had gesteld om de avond te voorzien van een feestelijke en gezellige sfeer. ( De grammofoon was in die tijd nog betrekkelijk zeldzaam). De grote belangstelling op die avond getuigde van een prachtig begin. Sirena werd door de bevolking naar een zonnige toekomst gedragen. In 1907 werd nationaal de 300e geboortedag van de zeeheld Michiel de Ruyter herdacht. Sirena bleef niet achter. Het werd het eerste optreden in haar nog prille bestaan. Al in mei 1910 werd voor het eerst deelgenomen aan een landelijk concours en wel in Vianen.
Het oog wil ook wat. Vandaar dat uniformpetten werden aangeschaft. Zij werden uitgevoerd in blauw door goud omrand. Meer nog. Dat kwam van de beschermheer jonkheer mr. M. de Roy van Zuidewijn uit ’s-Hertogenbosch. De jonkheer schonk het door zijn echtgenote fraai vervaardigde vaandel. De verbondenheid van zijn familie met Vrijhoeve zou van lange duur zijn. De gelden nodig voor de aanschaf van uniformen en vervanging of vernieuwing voor de fanfare en het later opgerichte tamboerkorps werden grotendeels verkregen uit de opbrengst van gehouden bazars en papierinzameling. Een fanfarezaal
Aan het einde van 1912 kon de bovenzaal van het café ”Het Bruggetje” van Stam als repetitieruimte worden betrokken en het aanvankelijk voor repetities gebruikte lokaal van de openbare school worden verlaten. Een goede repetitiezaal draagt er toe bij dat muzikale successen worden behaald. Daarvoor bood die bovenzaal een uitstekende mogelijkheid. Jarenlang vonden er de repetities plaats en werden ook wel uitvoeringen gegeven, vaak als voorbereiding op de concoursen die in diverse plaatsen in ons land onder auspiciën van de nationale bond werden gehouden. Helaas kwam er na vijftien jaar (1912 – 1927) een kink in de kabel. De toenmalige eigenaar van Het Bruggetje, de heer Treffers en het bestuur van Sirena kregen onenigheid. Sirena ging terug naar de openbare school, nu op de Loonse Dijk. Het zal de sfeer zijn geweest die daar ontbrak. Vandaar dat het café van Zwietering in Sprang uitkomst bood .Er was echter een bezwaar. De repetities van de jeugd dienden in de gelagkamer gehouden te worden. Een ongewenste situatie die om een oplossing vroeg. Het voornemen werd geopperd om een eigen muzieklokaliteit te bouwen. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een fonds werd gevormd doch de middelen bleken, ook na verloop van tijd, onvoldoende om de bouw te realiseren. Intussen, het was 1930, stonden de neuzen van zowel Treffers als van Sirena weer in dezelfde richting en werd het oude vertrouwde home, de fanfarezaal in Het Bruggetje weer betrokken. Een aantal jaren nadat het cultureel centrum Zidewinde in de zomer van 1966 in gebruik was genomen vond Sirena, met dank aan Het Bruggetje, daar een nieuw tehuis. Kennelijk had het initiatief en geleverde prestaties aanstekelijk gewerkt in andere dorpen. Dat leidde in 1920 tot de oprichting van fanfare ”Kunst na Arbeid” in Capelle. Na een succesvolle periode viel na 39 jaar het doek van dit muziekgezelschap. Het bleek dat er onvoldoende aanwas bestond van jong muzikaal talent. Enkele muzikanten van die vereniging sloten zich aan bij Sirena. Na de 2e wereld oorlog werd in Sprang de harmonie Prinses Marijke opgericht.Op concours
Het eerste concours, met gespannen verwachtingen tegemoet gezien, leverde in 1910 een prachtige 2e prijs op. Een beloning voor de muzikale inspanningen van de nog jonge fanfare. Dirigent Anton Stravers kon er verder op bouwen. Het zou echter nog tot 1922 duren, oorlogsperikelen speelden een rol, alvorens weer op concours kon worden gegaan. In Rotterdam werd, uitkomend in de 3e afdeling, een 1e prijs gehaald en drie jaar later op 21 mei in Wijk en Aalburg wederom een 1e prijs. Dat betekende een promotie naar de 2e afdeling. In die afdeling werden vervolgens enkele 2e prijzen geboekt.
Ondanks de grote werkloosheid die in de jaren dertig heerste of misschien dank zij die omstandigheid werd nog meer ontspanning gezocht in de beoefening en beluistering van muziek en zang. Toen in 1937 in Rotterdam andermaal een 1e prijs werd toegekend waaraan promotie was verbonden kon een jaar later in de 1e afdeling worden opgetreden. In die afdeling boekte Sirena een klinkend succes. Het voornemen de fanfare om te bouwen tot een harmonie zodat in die sector kon worden opgetreden kreeg geen vervolg.
De oorlog strooide roet in het eten en daardoor stokte de regelmaat aan optredens. De bezetter verbood in 1941 het voortbestaan van Sirena daar de vereniging weigerde zich aan te sluiten bij de door die bezetter gecreëerde cultuurkamer. Gedurende de oorlogsjaren “doken”de instrumenten onder bij leden van de vereniging. In 1945 werd de draad weer opgepakt en het instrumentarium aangevuld. De heropleving kostte echter veel inspanning en bracht zelfs spanning te weeg. Mede dank zij dirigent Bisselink, die aanvankelijk zou terug treden, werden de repetities hervat. In 1949 trad Sirena toe tot de Ned. Federatie van Harmonie- en Fanfare gezelschappen. Onder auspiciën van die federatie werd vanaf 1950 aan een groot aantal concoursen, met wisselend succes en op verschillende niveau’s deel genomen. Niveau’s die vanaf de 4e afdeling tot de klasse uitmuntendheid reikten. Bij haar optreden in 2004 te Winterswijk boekte Sirena in de 1e afdeling succes met een 2e prijs.
Jubilea en banden met de gemeenschap
Vormden de concoursen de graadmeter voor ijver en kwaliteit, bij diverse andere activiteiten speelden vooral het bindmiddel mee met de gemeenschap. Op hoogtijdagen en lustrumvieringen was Sirena present. Vaak had een uitvoering een bijkomend doel. n.l. het vergaren van financiële middelen voor de aankoop van instrumenten en de bekostiging van deelname aan concoursen. In 1919 was er toch nog een schuld van fl. 600,-, een voor die tijd hoog bedrag. Van de zijde van het gemeentebestuur was in die tijd weinig of geen financiële steun te verwachten. Het enthousiasme bij de muzikanten leed daar niet onder. Onder bezielende leiding van directeur Bisselink werd deel genomen aan een festival in ’s-Hertogenbosch dat op 21 juli 1921 gehouden werd ter gelegenheid van de tentoonstelling “vonk en vlam”. Er was nog een andere vonk die oversloeg. Binnen Sirena werd de toneelclub Rhetorica opgericht. Eind 1922 werd voor een talrijk publiek voor het eerst opgetreden met het stuk “Het leed eener moeder”. Er volgde een ander leed. Na enkele succesvolle jaren ging de club ter ziele. In 1935 kwam de wederopstanding nu onder de naam Nut en Genoegen. Dirigent Bisselink stond de toneelclub ter zijde met muziek en zang.
Bij de viering van koninginnedag, bij kroningsfeesten en andere zeer bijzondere gebeurtenissen waren de muzikale klanken van Sirena te horen. Een van die gebeurtenissen was en is het z.g. dauwtrappen op Hemelvaartsdag. Al vanaf 1913 worden de inwoners van Vrijhoeve in de vroege ochtend gewekt en getrakteerd op muziek van Sirena.
Het nieuwjaarsconcert dat Sirena de eerste keer “uitzond “ werd nadien een bijzondere jaarlijkse manifestatie waaraan vanaf 1984 onder de naam “Sprang- Capelle Musica” bijna alle zang en muziekverenigingen uit de gemeenschap deelnemen.
Tamboerkorps
In de jaren vijftig nam de interesse voor het slagwerk als klankvorm snel toe. Evenals elders in de Langstraat groeide de belangstelling bij Sirena tot de vorming van een slagwerkgroep. Daaruit ontstond in 1959 het tamboerkorps. Marsfiguren werden onder leiding van tamboer- maitre L.van Zutphen ingestudeerd. Op 3 oktober 1963 vond bij ideaal weer en grote belangstelling het eerste optreden plaats. Het duurde echter nog wel tot de nazomer van 1968 alvorens voor het eerst op concours kon worden gegaan. Dat pakte goed uit. Een 1e prijs in de 3e afdeling en een promotie naar de 2e afdeling waren het resultaat. Dat was op het nationaal drumbandconcours te Aalst. Uitgevoerd werden de lopende mars nr. 2 van A.van Veluwe en de staande mars van Ysselmonde Voorwaarts van H. van Kappel
De ambitie was groot. In deze afdeling werden verdere successen geboekt. Het hoogtepunt daarvan vormde de in oktober te Arnhem behaalde 1e prijs in de afdeling uitmuntendheid. Dan volgde een aantal jaren dat niet aan concoursen werd deelgenomen. Een 1e prijs wordt weer gehaald in 1982 in Druten .Het korps komt dan uit in de 2e afdeling sectie A. Op het concours op 22 juni 1996 werd in Dussen de promotie naar de 1e afdeling bereikt, een passend niveau. Toon Netten had zijn vruchtbaar werk als tamboer- maitrê gedaan en nam na 33 jaar afscheid.
Mede dank zij acties als rommelmarkt en oliebollenverkoop kon het instrumentarium in 1983 worden vernieuwd. Een jaar later organiseerde tamboerkorps Sirena een festival ter gelegenheid van haar vijfentwintig jarig bestaan. Niet minder dan twaalf muziekgezelschappen namen daar aan deel. Bij die gelegenheid ontving de jubilaris de K.N.F.-penning. Een jeugdorkest.
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Deze oude bekende uitspraak werd door het bestuur en leiding in praktijk gebracht. In 1971 werd een jeugdorkest opgericht. Het gemeentebestuur van Sprang- Capelle had er wat voor over. Sirena werd een renteloze lening toegekend waarmede instrumenten konden worden aangeschaft. Met de nodige inspanningen wist vooral clublid Hoevenaar een voldoend aantal jeugdigen enthousiast te maken en te houden. Onder zijn leiding nam het jeugdorkest deel aan een jeugdfestival in Zeist dat door de K.N.F. was georganiseerd. Een tiental leerlingen ontvangt lessen in saxofoon en klein koper op het Centrum voor Muziek en Dans. Zij die dirigeerden
In de periode vanaf haar honderd jarig bestaan leidde een achttal dirigenten c.q. directeuren het fanfarekorps. De meest bekende onder hen was P.B. Bisselink, een self made man. Hij was in 1919 Anton Stravers opgevolgd die vanaf 1906 de fanfare op de rails had gezet. Bisselink toonde in zijn periode niet alleen zijn talenten als dirigent maar ook als componist van tal van muziekstukken waaronder die voor marsmuziek. Het bezorgde hem de bijnaam van de marsenkoning. Daarnaast leidde hij zangkoren en harmonieën uit de omgeving, zoals Apollo en St, Jan in Kaatsheuvel en boekte daarmede niet geringe successen. Bij het organiseren van festivals waarbij zowel muziekgezelschappen als zangkoren waren betrokken was hij de gangmaker en leidinggever. Dertig jaar, tot 1949, leidde hij Sirena, de ups en downs tellend maar volhardend in de kwaliteiten van het korps. Zijn opvolger zal ongetwijfeld mede de vruchten van zijn voorganger hebben geplukt.L. van der Sanden slaagde in zijn “regeerperiode” Sirena van de 4e afdeling tot die van de afdeling uitmuntendheid te loodsen. In 1958 werd hij opgevolgd door A.van der Heijden uit Vlijmen die ruim drie en twintig jaar verbonden was aan Sirena. Hij boekte successen met marswedstrijden doch zag geen kans zijn fanfare op het hoge niveau te handhaven. Met regelmaat uitkomend op concoursen werden waarderingen in de 2e afdeling behaald. Een zeer door de vereniging gewaardeerde dirigent nam in 1981 afscheid en werd opgevolgd door Hans Merx die met Sirena drie keer op concours ging en in 1989 de promotie naar de 1e afdeling bewerkstelligde. Merx werd in 1990 opgevolgd door de jonge ambitieuze dirigent Joop Bakker. Bakker zag zijn fanfare degraderen doch in 1994 weer door promotie in de 1e afdeling terug komen. Een dramatisch vliegtuigongeluk op Welschap ( hij was lid van de Fanfare van de Koninklijke Luchtmacht) waarbij hij het leven verloor, maakte in 1996 een einde aan het verband met Sirena. Dramatisch ook voor de muziekvereniging die deze vooral emotionele klap moest verwerken. Joop Hoevenaar slaagde er in om in afwachting op de komst van dirigent Koert Dirks in 1997 de muzikanten te blijven stimuleren.Dirks, van 1997 tot 2004 in dienst van de vereniging boekte met zijn muzikanten successen in de 1e afdeling. Dirks hield zich eveneens bezig met de opleiding van de jonge garde. Het Fanfare- en Tambourskorps Sirena telt nu een kleine tachtig leden, jong en oud. Een actieve muziek vereniging, met Jac. Broeders als voorzitter, Ad van Dun als dirigent en Geert Jan van Hest als tamboer- maitrê. Geraadpleegd
Voor deze korte historische schets van Sirena werd veel gebruik gemaakt van het boekwerkje Fanfare Sirena van Cees Oostdijck, verder van artikelen uit de Echo van het Zuiden, de Maasroute en het boekwerkje Het Blaasorkest.
Met dank aan secretaresse Mevr. Blom.