Een voormalige boerenhoeve
Dhr. T. Vos
In ons vorige Bruggeske schreef ik over de wederwaardigheden van het “engelenkopje” dat via de gevel van de boerderij in de Van der Duinstraat 121 in de Hervormde Kerk van Sprang weer zijn plaatsje vond. Wat is er nu over die boerderij en haar bewoners te vertellen ? De Boerderij
De boerderij was een kortgevel gebouw met tuitgevel van het Langstraatse type zoals er nog een groot aantal in Sprang-Capelle staat. Bij de bouw in 1936 had het de volgende indeling : een brede gang tot aan de “geut”, een kelder met gewelf en drie grote slaapkamers met zeven melkbussen. Verder was er het tasgedeelte (de deel), koestal met paardenstallen en een grote voor- en achterzolder. Aan de straatkant stond een gietijzeren poort die toegang verschafte tot het huis. De boerderij werd niet op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst waardoor er voor het gemeentebestuur geen bezwaar bestond dit waardevolle gebouw voor de sloop prijs te geven Een verlies voor de karakteristieke lintbebouwing die toch mede de eigenheid of identiteit van het dorp bepaalt.De bewoners
De boerderij werd, een anker in de voorgevel wees er op, in 1836 gebouwd door Anthonie Quirijns die gehuwd was met Adriana van Vuuren.
Het gezin kreeg een dochter. Zij, Hendrina, huwde Pieter Johannes Rijken met wie zij het bedrijf vanaf 1873 verder voerden. Het landbouwbedrijf bleef echter niet lang in hun bezit want in 1882/1883 emigreerde het gezin naar Amerika en kwam de boerenhoeve in handen van Jacobus (Koos) Rijken, de jongere broer van Pieter. Dat Pieter en Hendrina de boerderij slechts korte tijd bewoonden had zijn achtergrond.
Pieter handelde ook in vee. Dat bracht hem vaak naar de veemarkt in Den Bosch. Hij handelde niet alleen maar dronk ook (te veel). Dat kostte hem ook de inhoud van zijn portemonnaie. Hij wende voor dat deze was gestolen door een zekere Jochem Marijnenbaard. Om dat geloofwaardig te maken verwonde hij zich door een snee in zijn gezicht te maken. Zijn opzet werd doorzien. De rechter veroordeelde hem tot gevangenisstraf. Om daaraan te ontkomen was emigratie de mogelijkheid. Die kwam tot stand met behulp van de burgemeester die hem aan een paspoort hielp en een plaatsje op een stoomboot in Antwerpen liet reserveren.
Veilig en wel kwam hij in December 1882 met eindbestemming Gayville Dakota in de Verenigde Staten aan. Zijn vrouw en kroost, waarvan het jongste kind pas enkele maanden oud was, volgde enkele maanden later. Zijn broer Jacobus (Koos) nam de boerderij in genoemd jaar over. Koos was naast landbouwer ook veehandelaar. Daarnaast bemoeide hij zich met politiek en was tussen 1900 en 1919 raadslid van Sprang. Omstreeks 1908 brandde het achterhuis tot aan de tussen- of brandgevel af doch werd herbouwd. (in die tijd zou het engelenkopje de “vlucht”hebben genomen naar de achtergevel van de boerderij.
In 1939 overleed Koos en de boerderij werd verkocht aan W.N. (Wout) Kuysten die evenals zijn voorgangers landbouwer en veehandelaar was. De veehandel was hem door Koos bijgebracht. De Bosse Markt was zijn vertrouwde handelsplek. Dat werd bevestigd toen hij een eremedaille ontving bij de viering van het zestigjarig bestaan van de Bosse Veemarkt. In 1942 was hij het boeren beu en verkocht het bedrijf aan Jacob Craayo die zijn boerderij in de Kerkstaat aan de gemeente Sprang-Capelle had verkocht ten behoeve van de woningbouw. In de loop van de jaren tachtig kreeg de familie Craayo te horen dat haar bedrijf binnen het uitbreidingsplan Berkhaag III kwam te liggen. Het gevolg was dat in 1992 het gebouw en grond aan de gemeente verkocht werden. De familie verhuisde. Na enkele jaren bewoond te zijn geweest door Bosnische asielzoekers wijzigde het gemeentebestuur zijn plan. De opstallen werden weer verkocht en kwamen in particuliere handen. In 1998 werd een sloopvergunning verleend. Het gebouw werd geamoveerd en een twee-onder-een kap kwam er voor in de plaats. Daarmede kwam er een einde aan de ‘Van der Duinstraat 121”Geraadpleegde literatuur
Gemeentearchief Waalwijk
Archief Piet Spoor Genealogie Rijken