Nederlands Indië

Voorwoord:
In mei 1997 publiceerde de Commissie Oud-Indiëgangers een samengesteld fotoboek over de Sprang-Capelse Indiëgangers. Tijdens de reünie van de oud-Indiëgangers op 26 oktober 1996 was er al een fotoplaat beschikbaar, met daarop de foto’s van 39 militairen. Die foto’s zijn gemaakt in het café van Gerrit Willemsen op de hoek Dijkstraat-Van der Duinstraat (‘Bedrijvigheid’, deel 3, Van der Duinstraat 75). Omdat lang niet alle soldaten op die plaat stonden, kwam de gedachte op om een fotoboekje samen te stellen, met daarin liefst alle militairen uit ons dorp die in het voormalig Nederlands-Indië gediend hebben. Na lang speuren kwamen er van 91 soldaten foto’s boven water. Van zeven personen konden toen geen foto’s worden achterhaald. Sommige foto’s waren vergeeld en onscherp, toch zijn die voor de volledigheid in het boek opgenomen. Bij het achterhalen van het legernummer en legeronderdeel kwamen er veel verhalen los. Ook die zijn in het boek opgenomen. Jochem van Schuppen was verantwoordelijk voor de foto’s en de tekstverwerking. Van Jochem, enkele jaren geleden overleden, heb ik het boekje met de beschrijvingen gekregen. Voor meer informatie uit het boek kan men mij mailen of bellen (06 54381778).

Nederlandse militairen in een vuurgevecht Links: Nederlandse militairen in een vuurgevecht gewikkeld tijdens de politionele acties in Nederlands-Indië

Hieronder heb ik een selectie gemaakt van enkele beschrijvingen, zodat men een beeld kan krijgen van wat de soldaten zoal meemaakten. Ook heb ik gebruik gemaakt van bronnen die door Jan Ramsteijn zijn geschreven. Het blijkt een ongelooflijke ervaring te zijn geweest voor onze dorpsgenoten. Daarnaast heb ik de lijst van Sprang-Capelse militairen weergegeven. Zo hoop ik te bereiken dat onze dorpsgenoten die naar Nederlands-Indië werden gestuurd, niet worden vergeten. Nu, maart 2014, zijn al velen van hen overleden. Waar mogelijk heb ik, onder andere uit mijn eigen archief, foto’s in de beschrijvingen opgenomen en enkele toelichtingen gegeven. Fotobeschrijvingen, toelich-tingen en geciteerde teksten zijn cursief gedrukt.
Twee jonge mannen uit ons dorp keerden helaas niet terug: Nies van der Schans en Tinus van der Sijde. Op bedrijventerrein Berkhaag II zijn een tweetal straten naar hen vernoemd. (Zie ook het boek ‘Weet waar je woont’, pag. 106 en 131.)
Johannes Arnoldus MoonenMaar ook al tijdens de Tweede Wereldoorlog was een in ons dorp geboren militair in Nederlands-Indië omgekomen. Daarvan is volgens mij tot nu toe eigenlijk niets bekend geworden. Het gaat om Johannes Arnoldus Moonen (zie foto links). Hij werd op 28 februari 1899 geboren op de Willem van Gentsvaart (toen huisnummer 405 buiten) als zoon van Hendrikus Arnoldus Moonen en Catharina Jacoba Smid. Hendrikus en Catharina trouwen in februari 1898 en gaan inwonen op de Willem van Gentsvaart bij de moeder van Catharina, de in Breda geboren Johanna Catharina Smid-van Nunen.

De vader van Catharina, de in Tilburg geboren schoenmaker Martinus Cornelis Smid, is dan al overleden. Op 15 februari 1900 vertrekt het gezin Moonen-Smid naar Amsterdam. Lang heeft Johannes Arnoldus dus niet in Capelle gewoond.
Hij kwam als militair in dienst van het KNIL, met de rang Ls Sld, werd krijgs-gevangen gemaakt in Nederlands-Indië en kwam terecht in een van de vele gevangenen- en werkkampen op de Molukken. Het is bekend dat de behandeling door de Jappen in die kampen onmenselijk slecht was.

Rechts: de krijgsgevangenenkaart van Johannes Arnoldus Moonen.de krijgsgevangenenkaart van Johannes Arnoldus Moonen

Vanuit Ambon-Stad vertrok 17-09-1944 een zeetransport met krijgsgevangenen. Vier dagen later bereikte het schip ‘Maros Maru’ de plaats Raha, met 500 krijgs-gevangenen aan boord. Een aantal overlevenden van een enkele dagen eerder gebombardeerd schip werd daarbij gevoegd en op 21 september 1944 vertrok de ‘Maros Maru’ met bestemming Makassar, waar het op 28 september op de rede voor anker ging. Begin oktober koos het schip weer zee en stoomde noordwaarts naar Parepare in de Golf van Mandar. De toestand aan boord was verschrikkelijk, mede door de tropische temperatuur.
Maros MaruVele gevangenen bezweken.
Onder hen was Johannes Arnoldus, die op 20 september 1944 al tijdens het eerste deel van de reis is overleden. Hij kreeg een zeemansgraf, want krijgsgevangenen die aan boord overleden, werden overboord gezet. Medio november lichtte de ‘Maros Maru’ het anker en zette vervolgens koers naar Soerabaja.
postersIn zijn boek ‘Leven met het verleden’ schrijft Jan Ramsteijn hoe hij die situatie net na de Tweede Wereldoorlog beleefd heeft. Hij schrijft onder andere: ‘Op 24-09-1945 stond ik in de spuiterij van leerlooierij ‘De Amstel’, toen nog gevestigd aan de Burg. Van der Klokkenlaan in Waalwijk. Eindelijk werk dat me beviel. Maar weer bepaalde het lot anders voor mij. Dat naar aanleiding van de gebeurtenissen op 15 augustus 1945, toen de Amerikanen twee atoombommen op Japan gooiden en Japan daardoor capituleerde. Het gevolg daarvan was weer dat Soekarno op 17 augustus de onafhankelijke Republiek Indonesië uitriep. Een beslissing die voor mij en nog vele duizenden van grote invloed is geweest in ons leven. Duizenden vrijwilligers meldden zich om dienst te nemen, om in Indië orde en rust te brengen en de duizenden Nederlanders te beschermen, die onder erbarmelijke omstandigheden in kampen zaten. Aanvankelijk waren er niet genoeg militairen van onze bondgenoten om de kampen te bewaken, dus gebeurde dat nog door Japanse soldaten. Het kan raar gaan in oorlogstijd. De Engelsen lieten aanvankelijk geen Nederlandse militairen toe. Daarom duurde het tot maart 1946 voor onze soldaten op Java en Sumatra aan land konden gaan.’