DE GRENZEN DER VOORMALIGE GEMEENTE SPRANG Mw. A.L. van Geertruij Streekarchivaris

Ook van de voormalige gemeente Sprang werden begin negentiende eeuw de grenzen beschreven om het grondgebied in kaart te brengen. Landmeter H. van Dijk bezocht de gemeente op 12 januari 1819. De wandeling met burgemeester Hendrik Vergouwen en vice-burgemeester Adriaan Brekelmans begon in de meest noordwestelijke punt waar de gemeente grensde aan Vrijhoeven-Cappel en Capelle. Hier kwamen de Diefdijkweg en de Winterdijk samen. De grens met Capelle, welke gemeente vertegenwoordigd was door burgemeester R. Middelkoop en G. v. Heijden, werd gevormd door een sloot en bedroeg 618 meter. Ze liep "door de sloot langs de noorderteen van gezegde zeedijk tot in de verlengde rigting van een sloot aan de zuidzijde van dezen Dijk, welke een perceel weiland van Laurens Ant. van Dijk, onder Sprang gelegen, scheidt van een dito toebehorende aan Maria Boezer, gelegen onder Capelle. Van daar zuidwaarts dwars over de Dijk en door deze sloot, tot aan een Waterloop, welke vervolgens tot limite dient, tot aan de vereeniging van den zelven met de Sprangsloot." Burgemeester D. Wijnen en M. Brok losten de twee Capelse vertegenwoordigers af voor de bepaling der grens met Besoyen. Deze werd gevormd door "de zuidzijde van den weg genaamd den Meerdijk, alwaar voor een groot gedeelte een uitwatering sloot langs loopt, welke geheel onder Sprang behoord; de grenslijn volgt deze weg welke zuidoostwaards inloopt, tot aan de ontmoeting van een tuin toebehorende aan Johannes de Kok", die bij het grondgebied van Sprang gevoegd werd, en een "tuinhaag en huisje toebehorende aan de wed. Scholten onder Besoyen gelegen, tot aan de tuin van Jan Ros. Vandaar lingsom, langs deze tuin en een dito van Simon Klis beide onder Sprang gelegen, alwaar aan de zijde van Besoijen verschillende eigenaren tegen stuiten tot aan het huisje en tuin van Jan Dielen, welkers noordzijde vervolgens de Grenslijn vormt, tot tegen het huisje en tuintje van de weduwe Pieter van Zeelst onder Besoijen behorende. Vandaar een weinig regt om, langs dit tuintje, vervolgens weder lings langs de noordzijde van het huisje en land van Wouter Sulsters, onder Sprang gelegen, over een voetpad en kade alwaar op het uiteinde een perceel land van Bastiaan de Rooij onder Besoijen tegen stuit, tot aan het eigendom van de wed. Jan Zoethout onder Waalwijk". De lengte was 2.879 meter. Naar het zuiden toe liep een stukje grens van 71 meter met de gemeente Waalwijk, waarvan burgemeester Kuijper en Joannes G. Pessers aanwezig waren. Ze liep "tussen het land van Wouter Sulsters en het eigendom van de weduwe Jan Zoethout, zuidwaarts tot aan de Sprangsche straat. Vandaar lings om, langs de noordzijde van de straat in eene regte lijn, dwars over den Eikendijk, tot aan de sloot langs de Oostzijde van gezegde Eikendijk." De tocht zette zich voort met burgemeester J.C. Tijsmans langs de grens met de gemeente Loon op Zand "door de oostzijde van de sloot langs de oostzijde van den Eikendijk zuidwaards ingaande, tot aan een weg genaamd de Sprangsche vaart. Vandaar regts om langs de zuidzijde van den weg genaamd de Sprangsche vaart, welke vervolgens den naam van Loonschen Dijk verkrijgt, tot aan de ontmoeting van een tuin en huisje toebehorende aan Willem van Beers onder Loon op Zand. Vandaar langs de noordzijde van deze tuin en huisje, en een dito van de wed. Willem Oerlemans, en verder in dezelve rigting langs de zuidzijde van den Loonschen Dijk, zodanig echter, dat de sloot geheel onder Loon op Zand blijft; tot in de verlengde rigting van een sloot scheidende een perceel land van Maria de Haan, onder Sprang, van een dito van Jan de Roon, onder de gemeente van Vrijhoeven Cappel gelegen." De lengte was 3 kilometer 667 meter. De westelijke grens van Sprang werd gevormd met Vrijhoeven. Voor deze gemeente namen burgemeester J. v.d. Hoek en vice-burgemeester J. Smits de honneurs waar. Zij liepen met landmeter Van Dijk en de Sprangse vertegenwoordigers Vergouwen en Brekelmans de laatste 2 kilometer en 364 meter. De scheiding ging "van gezegde punt dwars over den weg genaamd den Loonschen Dijk, en vervolgens door de sloot scheidende het bouwland van Maria de Haan onder Sprang, van een dito en huis van Jan de Roon onder Vrijhoeven Cappel, tot aan de Vrijhoevensche Straat. Vandaar in de zelfde rigting, zuidwaarts gedeeltelijk door eene regte lijn, gedeeltelijk door een sloot, scheidende het huis en land van de weduwe Wouter de Beer,onder Sprang, van het huis en land van Maria de Haan onder Vrijhoeven Cappel gelegen, tot aan de ontmoeting van een weg genaamd de oude straat. Vandaar deze weg doorsnijdende, door de sloot langs de oostzijde van een weg genaamd den Diefdijk, gaande in eene regte lijn, en zelfde rigting, tot tegen den Zeedijk, vervolgens dwars over gezegde Zeedijk in de verlengde rigting van de sloot, tot in de sloot langs de noorderteen van gemelde Dijk, in het eerste artikel van dit Proces verbaal omschreven." De wandeling van negen kilometer vijfhonderdnegenennegentig meter langs de aangrenzende gemeenten Capelle, Besoijen, Waalwijk, Loon op Zand en Vrijhoeven-Cappel was voltooid. Om Sprang in percelen te kunnen verdelen, deelde men het grondgebied in in twee secties, namelijk sectie A, genaamd Driessen en sectie B Sprang. De Provinciale Staten van Noord-Brabant achtten het in 1919 raadzaam gemeenten met minder dan 3000 inwoners tot samenvoeging te bewegen. Volgens hun schrijven van 19 november van dat jaar werden de lasten per gemeente steeds drukkender en konden grotere gemeenten hierop beter inspelen. Sprang, Vrijhoeve-Cappelle en Capelle gaven hieraan gehoor. Bij wet van 22 december 1922 werd de samenvoeging geregeld. Een beschrijving der grenzen van de toen gevormde gemeente Sprang-Capelle werd er jammer genoeg niet gemaakt. De nieuwe gemeente kreeg de buitengrenzen van de voormalige gemeenten.

1989 2 foto1