HUWELIJKEN IN SPRANG, 'S-GREVELDUIN-CAPELLE EN VRIJHOEVEN-CAPPEL

Een historische-demografische benadering

1740 – 1790

drs. J. Rosendaal

Uit een steeds toenemend aantal publicaties op het terrein van de geschiedschrijving blijkt de groeiende belangstelling voor de demografie (de wetenschap die zich bezig houdt met de loop der bevolking).

Ook genealogen (stamboomonderzoekers) houden zich, zij het vanuit een oogpunt van familieherkomst, zijdelings bezig met de materie van de ontwikkeling van de bevolking in een stad, dorp of streek.

Menig geschiedbeoefenaar en onderzoeker uit liefhebberij vindt in deze benadering (tak van wetenschap) interessante aanknopingspunten. In hoeverre kan bijvoorbeeld een relatie worden gevonden tussen mislukte oogsten, watersnood of oorlogsgebeuren tot geboorten, huwelijken of sterfgevallen? Het behoeft nauwelijks betoog dat de gezondheidstoestand van de bevolking van invloed is op het verloop en de omvang van leefgemeenschappen.

Zijn de bevolkingsgegevens vanaf de Napoleontische tijd in hoge mate voorhanden, in de tijd daarvóór zijn deze verspreid, niet altijd gemakkelijk toegankelijk en daardoor, uitgezonderd in grote steden moeilijk te verzamelen. Het gevolg was dat vanwege deze moeilijkheidsgraad, over de tijd van vóór 1800 weinig onderzoek in deze is gedaan.

De tweede helft van de achttiende eeuw wordt gekenmerkt als een voorbereidings- of incubatietijd van de grote culturele veranderingen die zich na 1800 voordeden en nog voordoen. Een reden te meer tot dit, zij het beperkt, onderzoek betreffende de dorpen Sprang, ’s-Grevelduin-Capelle en Vrijhoeven-Cappel.

De bevolkingsgegevens waaraan wij in dit artikel aandacht besteden vormen in ieder geval wel een bijdrage tot beantwoording van de vraag in hoeverre ook het platteland een bijdrage geleverd kan hebben aan de culturele veranderingen.

In hoeverre droegen huwelijken bij aan de wording of het behoud van de identiteit van de dorpen, aan hun besloten of open karakter?

Het onderzoek dat op de dorpen Sprang, ’s-Grevelduin-Capelle en Vrijhoeven-Cappel betrekking heeft, maakte deel uit van een veel groter onderzoek waarvan een onderdeel ook weer de voormalige zes Zuid-Hollandse dorpen betrof en waarvan de eerstgenoemde dorpen deel uitmaakten.

Het onderzoek betrof, zoals in de titel is aangegeven, de huwelijken die in de periode 1740 - 1790 werden gesloten. Op zoek naar de vereiste gegevens werden de trouwboeken van R.K. parochies,van Nederlandse hervormde gemeenten alsmede registers van impost (soort belasting) op het trouwen en huwelijken voor de schepenbank geraadpleegd. Hierbij kan worden opgemerkt dat de r.k. parochieregisters onvolledig waren en vaak niet bruikbaar daar de pastoors meestal achterwege lieten te vermelden waar de huwelijkspartners hun domicilie hadden. De trouwboeken van de Nederlandse hervormde gemeenten bleken in hoge mate nauwgezet te zijn bijgehouden, hetgeen voor de dorpen waarvoor dit onderzoek diende, waardevol was.

Daar het een betrekkelijk klein onderzoeksgebied betrof met weinig inwoners waardoor toevalligheden het statistisch beeld in niet geringe mate zouden kunnen vertekenen, zijn de cijfers van de dorpen 's-Grevelduin-Capelle en Vrijhoeven-Cappel samengevoegd. Daar het onderzoek zich ook over vijftig jaar uitstrekte werden verder eventuele ongewisse factoren grotendeels geëlimineerd. De inzichtelijkheid over het verloop van de huwelijken over genoemde periode werd vergroot door deze in vijf tienjaarlijkse tijdsbestekken in te delen

 

plaats/gebied

inwoners

1740-

1750-

1760-

1770-

1780-

totaal

 
     

1749

1759

1769

1779

1789

1740-1790

 

1

Besoyen

489

47

27

20 1)

37

34

165

 

2

s-Grevelduin-Capelle / Vrijhoeve-Capel

1565

163

144

129

140

143

719

 
 

3

Sprang

1043

108

94

105

100

103

510

 

4

Waspik

1581

169

201

204

229

175

978

 

5

s-Gravenmoer

659

40

51

38

38

40

209

 

6

Raamsdonk

1817

•••* 2)

109

115

128

128

480

 
 

Totaal 6 Zuidhollandse dorpen

7154

527

626

611

672

623

3059

 

tabel 1 Aantal huwelijken 1740 - 1790

1) 1765/69 ontbreekt

2) ontbreekt.

Nagegaan werd in hoeverre uit de lokale gemeenschappen (Sprang, 's-Grevelduin-Capelle en Vrijhoeven-Cappel) de beide huwelijkspartners kwamen (endogamie) en in welke omvang één van de partners de levensgezel(lin) in een aangrenzende plaats vond, danwel in de regio moest worden gevonden. In die tijd ging men letterlijk en figuurlijk op vrijersvoeten. In de hiernavolgende tabel wordt het beeld in getallen uitgedrukt.

plaats/ regio

eigen woonplaats

aangrenzende plaats

regio

elders

totaal

 

aantal

%

aantal

%

aantal

%

aantal

%

aantal

 

Besoyen

59

35,7

71

43

20

12,1

15

9,1

165

 

s-Grevelduin-Capelle / Vrijhoeve-Capel

324

45,1

219

30,5

80

11,1

96

13,4

719

 
 

Sprang

200

39,2

155

30,4

51

10,0

104

20,4

510

 

Waspik

532

54,4

265

27,1

112

11,5

69

7,0

978

 

's-Gravenmoer

143

69,1

38

18,4

16

7,7

10

4,8

207

 

Raamsdonk

290

60,4

114

23,8

39

8,1

37

7,4

480

 

Totaal 6 Zuidhollandse dorpen

1548

50,6

862

28,2

318

10,4

331

10,8

3059

 

tabel 2 huwelijken 1740-1790 verdeeld naar herkomst, aantallen en procenten

Uit deze tabel, een overzicht is ook in deze gemaakt van de zes Zuid-Hollandse dorpen, blijkt dat het aantal huwelijken binnen eigen dorps gemeenschap in zowel Sprang als 's-Grevelduin-Capelle en Vrijhoeven-Cappel in vergelijking met de andere dorpen laag was. Ook als de cijfers van de twee categorieën t.w. woonplaats en aangrenzende plaatsen worden samengevoegd blijft het percentage voor die dorpen relatief niet hoog. Het levert n.l. een percentage op van 70 respectievelijk 75%. De andere dorpen scoren 80% en hoger. Opvallend is het dat voor 's-Grevelduin/ Vrijhoeve-Capelle niet Sprang maar Waspik de meeste huwelijksrelaties had. Uit de tabel is ook af te lezen dat naar verhouding de Sprang- Capelse dorpen m.b.t. de huwelijkspartners van elders hoge aantallen boekte.

Een nadere beschouwing leverde enkele resultaten en voorzichtige conclusies op,Hoewel deze door het onderzoek werden geschraagd is een deel ervan niet zonder meer uit de cijfers af te lezen.

* Het aantal inwoners van de dorpen Sprang, 's-Grevelduin-Capelle en Vrijhoeven-Cappel bedroegen in 1790 1050 resp. 1000 en iets minder dan 500. In 1740 zal het totaal aantal inwoners circa 10% lager zijn geweest.

* Het aantal huwelijken in de dorpen had een vrij regelmatig verloop hetgeen op een stabiel welvaartspeil kan duiden. Men trouwde immers veelal pas als de mannelijke partner de kost kon verdienen voor zijn gezin.

* Huwelijken met partners uit de drie dorpen kwamen sterk voor, doch niet veel afwijkend t.o.v. andere aangrenzende plaatsen als Waspik, Kaatsheuvel (Loon op Zand) en Besoyen.

* Opvallend was de mate waarin inwoners uit de drie dorpen huwden met personen van elders. In tegenstelling tot de andere Zuid-Hollandse dorpen (m.u.v. Besoyen) vonden militairen hun vrouw in Sprang c.a. en kozen er hun woonplaats. De manschappen uit de legers die in de Langstraat verbleven waren veelal van protestantse huize. Bij niet minder dan circa 7% van de huwelijken was een militair betrokken. De levendige beurtvaart vanuit de Capelse haven op het Westen van ons land zal de keuze van de huwelijkspartner ook "verruimd" kunnen hebben.

Gezien het vorenstaande over huwelijkspartners van elders zal het geen verwondering wekken dat het overgrote deel van hen uit het eigen gewest, Holland dus, afkomstig was. Het aangrenzende Brabant had in de Zuid-Hollandsedijk kennelijk een grenspost. Zou vanwege de afkomst van uit "den vreemde" daardoor in de patriottentijd (einde 18e eeuw) de grote belangstelling voor de maatschappij-vernieuwing (democratie) m.n. in Sprang zo opvallend zijn geweest?

De huwelijksrelaties met het Overmase (Drongelen, Eethen, Aalburg e.a.) is aanwezig doch niet opvallend. Het Oude Maasje zal evenals de genoemde Zuid-Hollandsedijk een barrière zijn geweest.

Als we de cijfers van de tabellen zouden kunnen vergelijken met die van een eeuw (1840 - 1890) en twee eeuwen (1940 - 1990) later, dan zou dat ongetwijfeld meer waardevol historisch materiaal op het huwelijksverloop van de bevolking van Sprang-Capelle opleveren.

Een onderzoek daartoe zou de moeite lonen.

Zou het als een project kunnen dienen voor een werkgroep?