BIJLAGEN:

I Placaat teegens Heydens, Landloopers en Vagabonden van 23 augustus 1725.

II Extract uit het Register der Resolutien van de Heeren Staaten van Hollandt en West- Vrieslande in Haar Edele Groot Mog. Vergaderinge, gehouden op 25 april 1727.

III Reglement tot het aanstellen van dienders, mitsgaders het bestier en dierectie over deselve, in het District van de ses Zuijdthollantsche dorpen in de Langstraat.

IV Extract uijt het register der resolutien van de Edele Mog: Heeren Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Hollandt en West Vrieslandt, genomen op 15 mei 1727.

V Brief van 13 September 1756 van de Balliuw van Zuijd-Hollandt aan de heeren Mannen van den Hove en Hooge Vierschaare van Zuid- Hollandt.

VI Memorie van toelichting van den Bailluw van Zuijd-Hollandt op zijn voorstel tot vorming van een fonds tot het weeren van Scholjers en Vagabonden.

VII Uitnodiging van de Bailliuw en Mannen van den Hove en Hooge Vierschaar van Zuijd-Hollandt aan de ses dorpen in de Langstraat om een gecommitteerde te zenden naar een vergadering te Dordrecht op 15 October 1756.

VIII Separate instructie aan de gecommitteerden voor de vergadering van 15 October 1756 te Dordrecht.

IX Brief van 26 October 1756 van de Gecommitteerden aan den Heere Baljuw en Mannen van den Hove en Hooge Vierschaar van Zuid-Holland.

Geraadpleegde literatuur:

1.Prof, dr. 0. Moorman van Kappen, Geschiedenis der zigeuners in Nederland.
2.Winkler Prins Encyclopedie.
3.Archief van de gemeente Sprang-Capelle.
4.Placaatenboek van de gemeente Geertruidenberg
5.A.W. Geerling en D.de Geus, Leerboek der Vaderlandsche Geschiedenis.

BIJLAGE I

PLACAAT TEEGENS HEYDENS, LANDLOOPERS EN VAGABONDEN, DEN 23 AUGUSTY 1725.

De Staaten van Holland en Westvriesland, allen den geenen, die deesensullen sien of hoorenleesen, salut, doen te weeten, dat Wy in ervaringegekoomenzyn, dat, onaangesienOnse voorgaande Placaaten, mitsgaders de swaare poenen en de Straffen daar bygestatueert (vastgesteld), en de ordresbyOnse Gecommitteerde Raaden van tyd tot tyd gesteld, veeleLandloopers, Vagabonden en Beedelaars, onder de naam van Heydenen, Egiptenaren of andersints, haar (zich) verstouten van andere Quartieren herwaarts aan te koomen in deseProvintie, voornamentlijk ten platten Lande, en aldaar in seergrooten getale by den anderen vergaderen, en van de eene Plaatse na de andere troupsgewyzepasseeren, en onderweegen of daar te blyven leggen, veel moetwi1ligheeden, dieverijen en publicq geweld bedryven, en dat sy dikmaals met Schiet- of Zydgeweergewapentzynde, de Huisluiden allerhande overlast doen, haar dreigen te sullen brandstigten, endcdeselve op die wyze Geld, Eeten, Drinken en andere saaken afdwingen, waar teegens ten hoogstennoodigwerdende dat ten spoe- digstenwerdevoorsien.SOO IST, dat Wy goedgevonden hebben, inhereerende (als het ware daarin opnemende) OnsevoorigePlacaten, en specialijk dat van den 26 January 1695, op dit subject geëmaneert (uitgevaardigd), en het selve hier meede vernieuwende en inhereerende, op1)Van vreemde woorden is de betekenis tussen haakjes door mij vermeld. (MvP)nieuws te ordonneeren en traceren (vaststellen), soo als Wyordonneeren en traceerenbydeesen, dat alle soodanigeLandloopers, Vagabonden en Beedelaars, Mannen of Vrouwen, die van andere Quartieren hier te Lande zyngekoomen, het zy onder de naara van Heydenen, Egiptenaren of onder eenige ander naam of voorgeeven, aanstonds sullen vertrekken uit deese Provincie; interdiceeren (verbieden) voorts alle soodanigeLandloopers, Vagabonden en Beedelaars, het zy onder de naam van Heydenen, Egiptenaren of andersints, hier te Lande te koomen, of aldaar gekoomenzynde te verblyven, veel min Troupsgewyze met den anderen te marcheeren, of eenige overlast, dieverye of moetwilligheid te pleegen, op poene dat die geene, die voor de eerstemaal sullen werden geapprehendeert (gevangen genomen), openbaarlijk sullen werden gegeesselt, voor de tweedemaalgegeesselt en gebrandmerkt, en in beide gevallen Soo wel de Vrouws- als Manspersoonen, in een Tugthuis werden opgeslooten, om te werken voor soo langen tyd als by het Geregtesalzyn verstaan, en voor de derdemaal met de dood gestraft; gelijk ook met de dood sullen worden gestraft die geene, dewelke, schoon de eerste maal geapprehendeertzynde, eenige overlast of geweld soudenmoogen hebben bedreeven. En sullen ook met de dood werden gestraft alle die bevonden sullen werden Schiet- of Zydgeweerby haar (zich) te draagen, als ook die haar (zich) in Trouppenkoomensaamen te voegen, wanneer ses of meer Manspersoonen, booven de sestienjaaren oud, in een Troup te saamen werden bevonden.En op dat deeseOnse goede meininge te beetermooge werden agtervolgt en nagekoomen, lasten en beveelenWy mits deesen alle Onse Officieren, mitsgaders Onse Landdrosten, soodanigeLandloopers, Vagabonden en Beedelaars op te vatten, endie haar (zich) als voorenby den anderen voegen te stooren, te separeeren (scheiden), en soo veel doenlijk te apprehendeeren (arresteren), deselve te dien einde na te setten en te vervolgen van het eene District in het ander, sonder onderscheid, ende selfs onder de Provinciën van Gelderland en van Utregt, mitsgaders onder het Ressort van de Generaliteit, uit kragte van de overgifte en ook bysondereConventien, dienaangaande respectivelijk gedaan en gemaakt, mits de Geapprehendeerde (gearresteerde) overgeevende aan den Officier en den Geregte van de Jurisdictie waar onder geapprehendeert sullen zyn; en soo veel de Landdrosten aangaat, dat deselve die altoos en aanstonds sullen moeten overgeeven aan den Officier van het District, waar onder de apprehensie sullen hebben gedaan: Beveelendewyders aan deselve Onse Officieren en Landdrosten, tot des te beeter executie (uitvoering) van deeseOnsebeveelen, onder malkanderen en met de Officieren van omtrent geleegene Districten in de gemelde Provinciën en Ressort van de Generaliteit, van tyd tot tyd te correspondeeren en gemeen overleg te maaken.En alsooWyOnse Gecommitteerde Raaden hebben geauthoriseert en gelast, om in de Dorpen en ten platten Lande, daar en soodanig het dienstig sullen bevinden, die ordre te stellen, dat de In- en Opgezeetenensigvoorsien van behoorlijk Geweer, om op het luyden van de Klokken na de Plaatsen van het allarm toe te schieten, en ook haar selve te beschermen; lasten en beveelenWy alle de In- en Opgezeetenensoodanigeordrespreciselijk na te koomen. En beveelen voorts generalijk (algemeen) alle de In- en Opgezeetenen in de Dorpen en ten platten Lande, van den ouderdom booven de sestien en onder de sestigjaaren, op het luiden van de Allarmklok, tot hulpe van malkander en eigene bescherminge te voorschyn te koomen, en daar in te volgen de ordre van de Schouten en Geregten, op de boete van vier guldens t'eikens te verbeuren, ten waare door siekte of andere Lighaamelijkequaalen, of voorige absentie (afwezigheid), sulks niet hadden konnen doen; de voorschreeve boete te ap- pliceeren (bestemmen) ten bohoeve van den Armen van de Plaatse, en paratelijk (terstond) te execu- teeren (ten uitvoer te leggen). Authoriseeren en beveelenwyders de Officieren en Landdrosten, wanneer, vermits de meenigte of resistentie (weerstand), meer assistentie als haar eigen Manschap van nooden hebben, de Klokke van de naaste Plaatse te doen lulden, en nog meer hulpe van nooden hebbende, sig te addresseeren aan de Officieren van de naby leggende Militie, dewelke aan deselve, en ook byallarm ende noodsaakelijkheid, gehouden zyn de Officieren, Landdrosten en Geregten met de Militie de hand te bieden.

En sullen ook de Schouten en Geregten in schielijke (plotselinge) voorvallen van geweld, waar teegen de komste van de Officieren en Landdrosten niet soudemoogen werden afgewagt, vermoogenonderwylen alarm met het luyden van de Klokke te maaken, en geweld met geweld teegen te gaan.Ordonneerenwyders, dat wanneer de soo genaamde Heydens en Vagabondeneenige resistentie (tegenstand) of geweld quaamen te doen, de Officieren, Landdrosten, mitsgaders de Schouten en Geregten in het eevengemelde geval, en alle die haar sullen assisteeren, soodanige resistentie en geweld met de Waapenen, die sy sullen hebben, en sulks met geweld sullen moogenafkeeren en ook vuur geeven; en voor soo veel sysulks doende iemand van deselvequaamen te quetsen of selfs te dooden, sy daar voor in geenendeelenaanspreekelijk of calangeabel (aan te klagen) sullen zyn. -En sullen de Officieren de voorschreevenLandloopers, Vagabonden en Beedelaars aanstonds te regte stellen, en de Regters gehouden weesendeselve na rigeur (naar de hardheid) van desenPlacaate te straffen en doen straffen sondereenige de minste conniventie (toegevendheid, mildheid) of dissimulatie (afwijking). Lasten voorts Onse Landdrosten, haar Manschap, waar op sy gesteld zyn, tot afweeringe van de voorschreeveVagabonden, Landloopers en Beedelaarsaltyd compleet en in gereedheid te houden, en tot het opvatten van deselve de noodigereisen ende visites ten platten Lande te doen; en sullen ook Onse Gecommitteerde Raaden daar over altyd een waakent oog laaten gaan, en de voorschreeve Landdrosten volgens haare Instructie in haar devoir (plicht) houden.En op dat de Officieren deesentegenwoordigenPlacaate met te meerder yver en vigilantie (waakzaamheid) moogenexecuteeren (ten uitvoer leggen), en doen executeeren, hebben WyOnse Gecommitteerde Raadengeauthoriseert en gelast, aanstonds uit de gemeenekasse van het Land te restitueeren en af te houden de kosten van de apprehensie (arrestatie), detentie (opsluiting) en executie (terechtstelling) van soodanigeVagabonden, waar onder meede sullen zynbegreepen de kosten van de be- waaringe en het onderhoud van de Geconfineerde (opgeslotene) in een Tugthuis, en het besorgen van de Kinderen in eenig Armhuis of andersints, soo als na geleegentheid der saakennoodigsal werden bevonden.

En ten einde niemand hier van ignorantie (onwetendheid) pretendeere (voorwende), begeerenWy dat deesen Onsen Placaatealomraegepubliceert en geaffigeert (aangeplakt) sal werden daar het behoord, en in gelijke geleegentheeden te geschieden gebruikelijk is.

Gedaan in den Hage, onder het kleine Zeegel van den Lande, den 23 Augusty 1725. Onder stond, Ter ordonnantie van de Staaten. En wasgeteekent, Simon van Beaumont.

BIJLAGE II

EXTRACT UIJT HET REGISTER DER RESO- LUTIEN VAN DE HEEREN STAATEN VAN HOLLANDT EN WEST-VRIESLANDE IN HAAR EDELE GROOT MOG. VERGADERINGHE, GENOMEN OP

Vrijdag den 25° April 1727

Is Geleesen het Advis van de Heeren haar Edele Groot Mog: Gecommitteerde Raaden op de Requeste (verzoek) van Schout en Geregten van de SesZuijd- hollandtsche Dorpen in de Langstraat, te kennen geevende, dat deselveseederteenigejaaren herwaarts geïncomraodeertwaren geweest met (ongemakken hadden gehad van) de Heijdens en Landloopers, welke in Grootengetallesigh daaromtrent hadden onthouden (opgehouden), dat de selveseedert door de troepen van den Staat waren verdreeven, waardoor de ingeseeteneneenigermaten van Rooverijen en overlast waren bevreijt geworden. Dog dat de voorseijde Dorpen waaren gelegen op het uijterste territoir van Hollandt, tegen de Meijerije van 's Hertogen Bosch en Baronie van Breda, en dies door de Rivieren selfs van het vaste Landt van Hollandtgesepareert (gescheiden) en aan (door) het vaste Landt van Brabant ten anderen Deelen geenclaveert (ingesloten), waardoor deselve ook telkens geëxponeert (blootgesteld) waren aan Vagabonden, Bedelaars en Landtloopers. Van welke de goede ingeseetenenswaare afpersingen quamen te leijden, met bedreijgingen, indien niet genoeg na haar sin gaven, van de branden en andere ongemacken toe te brengen; dat sedert eenigeteijt, het selvegespuijs toenemende, eenige van de voorseijde Dorpen hadden moeten Resolveeren (besluiten) tot haarenswaare onkosten, dienders aan te stellen en nagtwagten te doen gaan, welke eenigsints1) van vreemde woorden is de betekenis tussen haakjes door mij vermeld. (MvP)gedient hadden tot der Supplianten gerustheijt, maar ook heffens tot haarenswaren Last; Dat Sij supplianten bovendiende van wel bevonden dat alle haar voorsorgen en moijtens (moeiten) niet konden helpen, weesende in den jaare 1725 tot Raamsdonk negen huijsen met grooteSchuijren, en nog grooteschuer apart, geheel affgebrandt, na alle presumptien (vermoedens) door vagabondenaangestoocken, dat vervolgens in den voorleden jaren 1726 tot Capelle een huijs en schuer was affgebrandt, en wederom tot Raamsdonk opt den tweeden Kerstdagh laatstleden smiddaeghs om twee uren drie huijsen waren affgebrannt, alsmeede met presumptie, dat deselve aangestoken waren, dat vervolgens nog in de maanden Januarij en Februarij deses jaers 1727 drie huijsen tot Capelle en Sprangh waren aangestoken en mede geheel affgebrandt, en nog laatstleden Sondags den 23en Februarij op demiddags een huijs en schuertot Capelle was aangestookeneb affgebrandt en als doen  (toen) mede aan hethuijs van den Secretaris van Waspik brandt was ontstaan ,dog schielijk geblust; dat aan en bij de voorseydeHuijsenen nog op andere Plaatsen meer lonten waren gevonden en aangelegt; dat in soodangereusen (gevaarlijke) toestandt de supplianten (verzoekers) wel hadden goet gevonden, en haar ingesleetenen hadden geordonneert, bij avont en nagt scherpe wagt te houden en ook agt te geven op alle vreemdelingen, waardoor sij dan ook tot Capelle hadden gevangen en tot Dordregt doen brengen op den 18 de februarisekerLandlooper off vagabondt die sij niet twijffelende offgrouwsaamefeijten, gelijk als mede nog op den23 Februarij bij het branden van het laatste huijs hadden geapprehendeert (gegrepen) een jongenvan dartien a veertien jaren, welke vrijwillig haddegeconfesseerd (opgebiecht, bekend) het selvehuijs in den brandt gestooken te hebben, met verscheijde ontdekkingen van die schellemen door dien jongen: waar uijt bij proviesie (voorlopig) was aff te nemen (op te maken), dat een geheele troep van dier gelijke Booswigtergensig in het voorseijde district was onthoudende (ophoudende), en toeleg (de bedoeling) hadden, om nogh meerder brandstigtingen te onderneemen; dat bij gevolg daar door de vrees en schricksodanig onder de ingesetenen vermeerdert was, dat elk met sijne goederen wegvlugte en niemant op sijnBedt gerust durfde slaapen, niet tegen staande alle praecautlen (voorzorgen), die men quam te gebruijken:

Dat men verder mede nog op den 23 Februarij tot Capelle een vreemde persoon hadde aangehouden en al meedegebragt tot Dordrecht, maar ook te duchten was, dat daar door den haat van de overiege schelmen niet soude verminderen, en dus de ingeseetenen hoe langer hoe meerder sig in perieul (gevaar) soudenkoomen te vinden, terwijl sij aan de andere kant waren aff gemat met continueel (onafgebroken) waken; soeseer, dat de ingesetenensnachts affges1ooft, bij dag, en dat nog met schrick en vrees, haar rust moeten neemen en selfs haar arbeijt en landtbouwerijen daarom moesten laaten stilstaan, dewijl niemant wist wanneer en wie het gelden soude, als wordende de lonten gelegt, om eerst een dag off twee daarna haar effect van brant te doen, en dewijl het de supplianten langer ónmogelijk was sooswaaren last van continueel waken en ongerust- heijt te dragen, en ook wijl het selve, alsmeede door het houden van nagtwagten, apprehendeeren (gevangen nemen), en aanbrengen der gevangens naar Dordregt, grooteCosten moesten worden gesupporteert (gedragen), die onmogelijk waren bij de supplianten langer te voldoen, soowaren de supplianten te raden geworden sig te addresseeren aan haar Edele Groot Mogenden met versoek, dat het haar Edele Groot Mogendengelieffde, dat alle lasten bij haar Edele Groot Mogenden gehoeven en bij de suppliantiensooswaar betaalt wordende als bij eenige andere ingeseetenen van Hollandt, tot ontlastinge van de sware en aangerense (aanverwante) ongemacken, waar innedeselvesigjegenswoor- dig (tegenwoordig) bevonden, soo prompte en goede voorsorge te stellen als haar Edele Groot Mog: na derselver hoge weijsheljtsouden bevinden te behooren en vervolgens beraamen op wat wijse der supplianten ingeseetenen konden worden bewaart in het vervolg, waar toe de supplianten met kennisse van haar Edele Groot Mog: gaarne voorstelling souden doen.

Waar op gedelibereert (beraadslaagd) en geconsidereert (overwogen) zijnde, dat der supplianten te kennen geven is conform de waarheijt; dat selfs, niettegenstaande provisioneele (voorlopige) ordressijngestelt en aan deselvehulpe van dienders van de respective Landt Drosten van Zuijdhollandt, Gouda en Gorinchem tot hare assistentie is toege- voegt geworden, de brandtstichterijen aldaar zijn en nog worden wordengepleegt;

Is goedgevonden en verstaan, dat sal worden geapprobeert (goedgekeurd) en gearresteert (vastgesteld), gelijk geapprobeert en gearresteert wort bij desen, het Reglement over het aanstellen van Dienders, het bestier en Dierectie over de selve in het District van de voorseijdeses Dorpen, hier naar geinsereert (ingevoegd), met die vermeerderingen en veranderingen alleen, dat den persoon, die sal worden aangestelt, niet alleen sal hebben het commando over de Dienders bij de Respectieve ambachten te betaalen, nemaal ook het generaleCommando en sulx dat allen de Dienders, in het voorseijde Reglement vermelt, sullen staan onder de ordres van die persoon, dien het Commando over de selvesal worden toevertrout en daartoe conformen het meergemelde Reglement aangestelt.

BIJLAGE IV

EXTRACT UIJT HET REGISTER DER RESOLUTIEN VAN DE EDELE MOG: HEEREN GECOMMITTEERDE RAADEN VAN DE STAATEN VAN HOLLANDT EN WEST VRIESLANDT, GENOMEN OPDen 15 Mei 1727   1)

Geleesen zijnde de Requeste van de Schouten en geregten van de sesZuijdt-Hollandsche Dorpen in de Langstraat, te kennen gevende, dat op haar supplianten Requesten (verzoek), onlangs aan haar Ed: Groot Mog: gepresenteert, om te hebben beraamt de middelen op wat wijse haar supplianteingesee- tenen in het vervolg soudenkonnen werden bewaart jegens de brandstigterij en andere overlast van Landtloopers, Vagabonden, Bedelaars en diengelijke; Na ingenomen Advis van haar Ed: Mog: bij hoogst gemelde haar Edele Groot Mog: de heerenStaaten van Hollandt en West-Vriesland op den 25 ste April 1727 was genomen Resolutie, en daarbij geapprobeert (goedgevonden) het Reglement over het bestellen van Dienders, mitsgaders het bestier en directie over de selve in het District van de sesZuijt-hollandsche Dorpen, in de voors: haar Ed. Groot. Mog: Resolutie geinsereert (ingevoegd); Dat het selve Reglement onder anderen behelsde eenigesaken, dewelke aan haar Ed. Mog: waren gedemandeert (opgedragen), die voornamentlijkbegroepen waren in het tweede en elfde articul van het voors: Reglement; Dat het nodig was, dat ter uijtvoering van de gemelde Resolutie, de verdere noodiege schikkingen, hoe eerder soo beter, door haar Edele Mog: wierden gemaakt en mitsdien versoekende, dat haar Edele Mog: de voors: nodige schickingenen gevolgelijk de aanstellinge van een hooft over de Dienders, sijn effect gelieffden te

1)

Van vreemde woorden is de betekenis tussen haakjes door mij vermeld. (MvP)doen verkrijgen, is na voorgaande deliberatie (beraadslaging), en gehoort zijnde het rapport van de heeren Van Maarseveen en Van den Heuvel, haar Ed. Mog: medebroederen in Raaden, Goet gevonden en verstaan, dat tot direct hooft, om te hebben het bestier en de directie over de Dienders, in het district van de sesZuljthollandsche Dorpen geplaatst, sal worden aangestelt, soo als haar Edele Mog: in kragte van de authorisatie, begreeper. in het elfde articul van het voors: geapprobeerde (goedgekeurde) Reglement, daartoe aanstellen bij desen den Persoon van Simon van Son, Heere en Schout van Raamsdonk, met sodanigenmagt, als den gemelden aan te stellen Persoon, bij de voors: haar Edele Groot Mog: Resolutie van den 25 April 1727 en het mee gezonden Reglement gegeven wordt, en sal van desen gegeven worden Extract aan de Schouten en geregten van de sesZuijdhollandsche Dorpen, den voors: Schout Simon van Son, de Commisen en Boeckhouders van de Finantien, om te dienen tot derselvernarigtingen: onderstontacorderat met het voors:

RegisterWas geteijkent

   Willem Buijs

BIJLAGE V

AAN DE WEL-ED: ACHTB:HEEREN MANNEN VAN DEN HOVE.EN HOOGE VIERSCHAARE VAN ZUYD-HOLLANDT.

Edele Achtb: Heeren,

Den ondergeteykende Mr. Francois van den Brandeler, BallliuW van Zuyd-Hollandt, van tyd tot tydklagten hebbende gehoord en in ervaringezynde gekomen, dat de goede Op- en Ingezetenen ten Platten Lande, veel overlaftquamen te lyden door de meenigvuldige Bedelaars, Schoyers en Vagabonden, die agter 't Land loopen, zoo met het afvragen van geld, eeten van de Ingezetenen, als om te moeten permitteeren (toestaan) van dezelve te vernagten en te slaapen te leggen in haareSchuuren en Keeten, waar door dezelve Ingezetenen veeltyds in gevaar geraaken om door Brand geruïneert te worden, geconsidereert (in aanmerking genomen dat) de Bedelaars en Landlooperszig niet ontzien om in de Schuuren Tabak te rooken, en ook wel met een Pyp Tabak in haar mond te gaan leggen, en alzoo in slaap te vallen; heeft zoo veel zyn Ed: mogelyk was wel getragt daar in te voorzien en ’t Platte Land van dat volk te zuyveren; speciaal mede ten dien eynde van Haar Ed: Mog: de Heeren Gecommitteerde Raadengeobtineert (verkregen) zes Dienders, en welker getal, bij overlyden van den Luytenant van den Heer Landdrost, met nog twee Persoonengeaugmenteert (vermeerderd) zal worden.

Dat hyBaillieuw dezelve Dienders genoegzaam continuelyk ten Platten Lande en in de Districten en Dorpen, onder de Bailluage van Zuydt-Hollandtbehoorende, heeft doen kruyssen (doorkruisen) en Patrouilleren, en de Bedelaars en Landloopers, weg jaagen, en uyt de Bailluage brengen, waar door 't aantal der zelver wel niet is vermeerdert, dog dat het Platte Land, in verre na daar van niet is gezuyvert, zoo als hyBailliuwgeerne zoude hebben gezien.Dat hyBailliuw door de Dienders, dewelke tot nog toe schynengevigileert (toezicht uitgeoefend) te hebben, onderrigt werd, dat zoo wanneer zyeenige Bedelaars of Schoyers (om zoo te zeggen) 't een uur uyt de Bailluage brengen, dezelve het ander uur daar weder in komen, en dat de Bedelaars, gewaar werdende dat 'er Dienders ten Platten Lande ontrent de Plaatzen daar zyzig bevinden, komen of staan te komen, haar (zich) versteken en verschuylen, zonder dat de Luyden ten Platten Lande, en voornamentlyk de grootste Boeren en Bouwlieden, die veelebuyten de Dorpen en eenzaam woonen, derven (durven) ontdekken of aanwyzen waar de Bedelaars of Schoyerszyn, uytvreeze van uyteenenrevenge (uit wraak) t* eenigertyd in Brand gestoken en totaal geruïneert te werden.Dat 't hem Bailliuw voorkomt, dat, om het Platte Land van Landloopers, Schoyers en Bedelaars te zuyveren, en de goede Op- en Ingezetenen voor derzelvervexatien (kwellingen) , afperzingen van geld, eeten, dreygementen en gevaren, te bewaaren en bevryden, geen ander, beter, en noodzakelyker middel kan werden uytgedagt, als de Bedelaars, Schoyers en Landloopers op te vatten, in gevankenis te water en te brood te zetten, of wel nabevind van zaaken in een Werkhuys te confineeren (af te zonderen); dog dat daar toe d' eene of andere Fonds zoude dienen te werden uytgedagt, en welke hyBailliuw (onder verbetering) vermeent dat tot weynig last van de Ingezetenen zoude zyn te vinden; in tegendeel van 't geen dezelve Ingezetenen gestadig en genoegzaam daaglyks aan de Schoyers en Landloopers, (om Brand en ruïne voor te komen) moeten geven.Dat de Bedelaars en Landloopers daar door zoodanig zouden werden gedehorteert (geweerd) en afgeschrikt, dat dezelve, niet als met de uytterste vrees, de grond van Zuyd-Hollandt zouden derven naderen, of passeren, zonder iets te vergen of afvragen.Dat hyBailliuw ook vermeent, dat daar door, zoo niet t'eenemaal ten minsten voor een groot gedeelte zoude werden voorgekomen de Diefstallen, die dikwlls ten Platten Lande en in de Dorpen werden begaan, zonder dat men ’ er agter kan komen of dezelve door Schoyers en Landloopers of wel door Ingezetenen zelfs werden gepleegt, en op de rekening van de Landloopers gesteld; dog dat om ten eynde aan zoodanigheylzaam en nuttig oogmerk te voldoen en geraken, (als voor gezegt) de eene of andere en wel een generale Fonds, die min lastig (weinig bezwarend) en egter voldoende, behoort te werden uytgedagt, en uyt welke Fonds mede zouden konnen werden gehouden of onderhouden, zoodanigePersoone, als na dato, by vonnis van Mannen van dezen Hove en Hooge Vierschaar in een Werkhuys zouden werden geconfincert (afgezonderd), of na de Colonien verzonden, op dat de last deswegens, zoo als de ondervinding heeft geleert, niet op een Dorp of District zoude komen en gedragen moeten werden.Dat hyBailliuwUEd: Achtb: in bedenkinge is gevende, of niet dienstig zoude wezen en goedgevonden konde werden, dat ten eyndevoorsz, de respective Schouten en Gerechten van de Dorpen onder dezen Hove en Hooge Vierschaare sorterende (ressorterende), werden aangeschreven, omme tegen zekeren dage een of twee Gecommitteerdensuytyder Gerecht voor UED: Achtb: of Heeren Commissarissen te zenden, omme te zamen te delibereren en overleggen wat tot gerustheyd en welwezen van de goede Op- en Ingezetenen ten Platten Lande zoude konnen en behooren te werden geresolveert (besloten) , en in 't werk gestelt, zig niet te min refererende aan UEd: Achtb: wysheyd en goedvinden.

Dordrecht den 13 September 1756.

F:V: Brandeler.

BIJLAGE VI

MEMORIE,

By den Bailliuw van Zuyd-Holland geformeert, omme aan de respectieve Gerechten van de Dorpen en Heerlykheden in Zuyd-Holland aan te toonen, dat met weynig last een Fonds kan werden gevonden, tot het weeren van Schoyers en Vagabonden ten Platten Lande, &c. (etcetera - enz.) en hoe de Directie en Administratie zoude konnen werden gereguleert. 'Dat het weeren van Schoyers en Landloopers in Zuyd-Holland met dezelve optevangen, voor eenigetyd te water en brood te zetten, of na bevind van zaken te confineren (af te zonderen), noodzakelyk is, is evident. Dat daar toe Gelden nodig zullen wezen is zeker, en vervolgens dat in de eerste opslag het zal schynen een nieuwe Last voor de Ingezetenen van Zuyd-Holland, te zyn. Dog dat die Last in verre na, niet zal konnen halen, by de Last die deezelve nu hebben en moeten opbrengen, met het geven van duyten en eeten, aan de Schoyers en Landloopers, en waar toe eenige Boeren verklaren, dat zy ten minsten vyftien, ja wel twintig guldens, jaarlyk van nooden hebben. Ende dat boven en behalven 't gevaar, waar in de Ingezetenen ten Platten Lande zyn, ter zaake dat de Schoyers en Bedelaars in de Schuuren, gepermitteert moetende werden, te slapen, daar in dikwils Tabak rooken, en by haar vertrek mede pakken, wat voor handen legt, en vaar toe zyoccagie (gelegenheid) hebben. Van vreemde woorden is de betekenis tussen haakjes door mij achter het woord vermeld. (MvP)Zonder dat'er genoegzaam een Boer gevonden werd, die een Bedelaar iets derstweygeren of afwyzen, uytvreeze van niet binnen korten tyd aan een totale ruïne geëxponeert (blootgesteld) te zyn. Dat de Gelden nodig om de Schoyers en Bedelaars, en andere zoorten van Delinquanten (wetsovertreders), dewelke gecondemneert (veroordeeld) werden, om vooreenigetyd te water en brood gezet, of in 't een of ander Werkhuysgeconfineert (afgezonderd) te werden, ’t gevoegelykste zoude konnen, en behooren te werden gebragt over de Huysen, en genomen of gecalculeert (in rekening gebracht) na rato dezelve in de Verponding (belasting op gronden en gebouwen) zyn aangeslagen.
Dat (voor) de meeste Huysen ten Platten Landen, laag in de Verponding zynde aangeslagen, de Last zeer gering zoude wezen, al wierde dezelve gecalculeert tot vier of vyfstuyvers per gulden, 't geen egter vertrouwt werd zoo veel niet nodig te zullen zyn, overmits de Ordinaire (gewone) Verponding jaarlyks, circa zeven duyzent guldens komt te bedragen. Dat een grooteBoere Wooning, of ander Gebouw ten Platten Lande, ’t welke tot zes gulden in de Ordinaris Verponding is aangeslagen, waar van 'er weynig zoo hoog zullen werden gevonden, die Last tot vyfstuyversgecalculeert, jaarlyks niet meerder als dertig stuyvers zal bedragen, en van de meeste Huysen die minder, ja zelfs maar met eenigestuyverszyn aangeslagen, gansch niet noemens waardig zal zyn. Dat om de Eygenaars of Bewooners van Huysen, &c. ten Platten Lande, niet te dehorteren (afkerig te maken), of te doen denken dat de voornoemde Last van tyd tot tyd zal werden verzwaart, zoude konnen werden vastgestelt en geresolveert, dat by het te verzoeken Octroy van de Souverein, om de voornoemde Gelden te mogen Omslaan, zoude werden bepaalt dat noyt meerder als vyfstuyvers per gulden van de Ordinaris Verponding, jaarlyks zoude mogen werden Omgeslagen of gevordert.

Dat de Collecte (inning) zoude moeten werden gedaan door de Gaarders van de Verponding. Dat uyt de Schouten eenige zoude konnen werden gecommitteert (aangewezen), dewelke de Administratie van die Gelden zouden moeten hebben, en ook gehouden wezen daar van rekening te doen.

Dat de Persoonen dewelke zouden werden gecondemneert (veroordeeld) om geconfineert (afgezonderd) te werden, door voorszGecommitteerdens (aangewezenen), met advys en goedvinden van den Bailliuw van Zuyd-Holland, in 't een of ander werkhuys binnen de Provintie, op de menageuste (moest geëigende) wyze, zouden konnen werden bestelt. Dat de betalingen der confinementen (afzonderingen) zouden behooren te geschieden, door de Gecommitteerdens op Attestatie (verklaring) of Ordonnantie (opdracht) van den Bailliuwvoornoemt, en dat door dezelve op Ordonnantie als vooren, zouden werden betaalt de Kostgelden, &c. van de genen die te water en brood werden gezet, als mede ’t geene betaalt zoude moeten werden wegens de transporten van de gevangenen.

BIJLAGE VII

EERSAAME, VROOME, DISCREETE 1'

 (Brave, rechtschapen, wijze lieden)

Door den Wel-Ed: Heer Bailliuw van Zuyd-Hollandt, in onze Vergaderingezynde gedaan zekere Propositie (voorstel), met betrekking tot het beramen van Maatregulen, en het in het werk stellen van middelen, om het Platte Land van Zuyd-Hollandt van Landloopers, Schooyers, Bedelaars en Vagebonden, te zuiveren, en de goede In- en Opgezetenen van het zelve van derzelvervexatien (kwellingen), overlast en geweld te bevryden, en voor alle gevaar waar aan de voorsz In- en Opgezetenen van wegens de gemelde Persoonen, dagelykszyngeëxponeert (blootgesteld), te behoeden; hebben Wy, na dat den opgemelden Heer Bailliuw de voornoemde zyne Propositie in geschrifte gebragt, aan ons had overgegeven, by examen (onderzoek) van dezelve bevonden, dat het daar by voorgestelde was van dien aart, dat het zelve niet alleen op gronden van reden en billykheid in allen opzigten was steunende, maar ook niet anders dan tot wezentlyk nut en welzyn van den geheelenBedryve (gebied) van Zuyd-Hollandt, en deszelfs goede In- en Opgezetenen, konde strekken; en daarom geresolveert (besloten), (na ons genoegen aan den voorsz Heer Bailliuw te hebben betuigt, voor zyn Wel-Ed waakzaamenyver, ten beste van den gemeldenBedryve en de In- en Opgezetenen van dien) de meergemelde Propositie aan UEd: copielyk (in copy) over te zenden, met verzoek van dezelve in serieuse over weging te willen nemen; en voorts een of twee uitUEd: na Dordrecht af te zenden, op Vrydag, die wezen zal den 15 van de aanstaande Maand October dezes Jaars 1756. omme alsdan, op den Raadhuyze der Stadt Dordrecht voornoemt, des morgens ten tien uuren precies, voor ons te compareeren (verschijnen), ten einde op het subject van dezelve Propositie te delibereeren (beraadslagen) en te helpen resolveeren (besluiten) in diervoegen, als UEd: zult vermeynen, ten meesten nutte van het Gemeeneland van Zuyd-Hollandt te zullen kunnen strekken. Waar mede wyUEd: beveelen in de genadige protectie des Allerhoogsten en blyven.

Eersaame, Vroome, Discreete,
UEd Goede-Vrienden,
Bailliuw en Mannen van den Hove en Hooge Vierschaar van Zuyd-Hollandt.
Ter Ordonnantie van dezelve, J: DE WITT.
Dordrecht den13 September 1756.

BIJLAGE VIII

SEPARATE INSTRUCTIE 1

 (Afzonderlijke instructie voor de gecommitteerden naar de vergadering te Dordrecht)

Bij aldiennoodigmogtesijneene andere (bedoeld wordt: een volgende) comparitie (vergadering) te Dordregt bij te woonenbehooren alle plaatsen in welke naam de geprojecteerde Missievesal worden afgesondengelijkstemmig te blijven soo in het adviseere, als concludeeren (besluiten) op het gene nader geproposeert (voorgesteld) off verhandelt soude moge worden, en deweijle misschien de Respectivegecommitteerdens (afgevaardigden) op het een off andere in Sentimenten (gevoelens) soudenmooge verschillen, behoort onder hen de pluralitijt (meerderheid) gevolgt te worden: Altoos vast staande dat niet geconsenteert (ingestemd) mag werden in eenigerleijconterbutie (ondersteuning) van beswaar voor hunne Dorpen, sonder voor aff rapport gedaan en naaderespeciaale orders daar toe verkreegen te hebben.Die van Dussen konnensigbequaamelijkgevoegt houden met de SesZuijdh: Dorpen. Op de vraag wat (welke) middelen tot beeter Executie (tenuitvoerlegging) vantplacaat van den 23e Aug. 1725 en vant Reglement van den 25e April 1727 , soudekonnenaangewent worden Jskortelijks te antwoorden, dat tot Executie van gem: (gemeld) Reglement niets meer van noode is, als voltallig te maaken de SesPLands (plattelands) Dienders, alsoo er jeegenwoordig (tegenwoordig), maar twee sijn; want men dan gelijk in voorigejaaren, de Ses Dorpen van deLangstraat wel salweeten te bevijligen: en dat men in bedenken geeft, als men inde andere Districten van de Balluage een diergelijk Reglement kondejntroduceeren (invoeren), off dan niet gelijke veijligheitsoudekonnen bewerkt worden. Jndien men op Comparitien tot (te) Dordregtsoudetragten in het een off ander Generaal Plan (Algemeen Plan) in te wikkelen, dit met Discreetie van de Hant te wijsen off soo het eenigsintsaanneemlijk voorkomt Evenwel, als om het over te neemen, Rapport te doen, en bij de principaalennaader order te vraagen.Jndiengesprookenmogt worden van een voorheen gemaakt project tot het opregten (oprichten) van een Tugthuijs zoo voor de Stadt van Dordregt als voor de Balluage van Zuijd Holland, dit niet geheel van de Hant te weijsen; want soudeseer nuttig sijn; maar aan te neemen om dit aan de Committenten (opdrachtgevers) voor te dragen en te helpen Soutineeren (ondersteunen).

BIJLAGE IX

Aan de Wel. Ed Agtb. Heer en Baljuw en mannen van den Hove en Hooge Vierschaar van Zuijd-Holland.

Wel. Edele Agtbaare Heeren

Wij onderget. Gecommitteerdens (afgevaardigden) van de ondergenoemde Dorpen hebben de eer aan U Wel Ed.: Achtb: te berigten, Dat onze Respectieve principaalen al aanstonts na het ontfang der Missieve van U Wel Ed. Agtb: van den 13e Septemb: laatstleeden, waar bij aan deselve was overgesondencopie van de propositie door den Wel Ed: Gest: Heer Balliuw van Zuyd Holland ten selvenDaagen in Uwe: Vergaadering gedaan, attent sijn geweest om volgens het daar bij gedaan versoek de voorsz: propositie in serieuseoverweeging te neemen; zoo als zij ook door ons de bestemde comparitie (vergadering) op den 15e October hebben laatenwaarneemen, Edog alleenlijk op dat sij in eenesaake van dat belangh niet te voorbaarigsoudenbesluijten: om te verneemen de naadere mondelinge voorstellen en deliberatien (beraadslagingen) welke op de comparitie souden voorkomen, en vervolgens daar van rapport te doen, ten eijnde als dan naader alles rijpelijk te overweegen en hunne opinien ofte aanmerkingen daar op te uijten.

Nadat wij van het verhandelde op die comparitie onze respective rapporten hebben gedaan, is wel aan d' Eene zijde soo voor als na, bij onseprincipaale als Lofwaardig erkent, de waaksaamenIjver van den wel Ed: Gest: Heer Balliuw, maar heeft ookaan de andere sijde in overweeging moeten koomen, off de gedaane propositie en de verdere mondelinge voorstellen, wel konnen voor de op- en ingeseetenen van hunne Dorpen van soo veel dienst en nuttigheid sijn, als misschien voor andere Dorpen off Districten onder den bedrijve (het ressort) van Zuijd Holland: waar toe voor eerst in opmerking is gebragt het placaat van haar Edele Groot Mog: van Den 23e Augusti 1725 Dienende ter afweeringe van vagabonden, Landloopers en Beedelaars ten Platten Landen, waarbij haar Edele Groot Mog: op dat de officieren het voorsz; placaat met te meer ijver en vigilantie (waakzaamheid) soudenmoogen en doen Exccuteeren, onder anderen, hebben gelieven hunnen Gecommitteerden Raaden te Authoriseeren en gelasten, aanstontsuijt de gemeenekasse van het Lant te Restitueeren en afte houden de kosten van de apprehensie (gevangneming), detentie (opsluiting) en executie van soodanigevagabonden, waar onder meedesoudesijnbegreepen de kosten van de bewaa- ringe en het onderhout van de geconfineerde (afge- zonderden) in een tugthuijs, on het besorgen van de kinderen in eenigArmhuijs of andersints, zoo als na gelegentheit den saakennoodigsouden worden bevonden.

OnsePrincipaalen hier op Reflecteerende, schijnen van begrip te sijn, dat soo wanneer het voorsz: placaat, onder soodaanige aanmoediging als even gemelt, met behoorlijken ijver en vigilantie (waakzaamheid) was, ofte als nog wierde geexecuteert (uitgevoerd), als dan de resp. op- en jnge- seetenen ten platten Lande met geen nieuw beswaar 3ouden behoeven belast te werden ter Uijtvinding van een bequaame fonds, waardoor de gedaane propositie van den Heere Balliuw zoude moeten ondersteunt worden.Wel is waar, dat alle de andere Dorpen en Districten onder den bedrijve (het beheer) van Zuijd Holland, gelijk meede de In- en Opgeseetenen van andere Balliuwagien (Baljuwschappen) egaale (gelijke) klagten met ons soudemoogen inbrengen dat het voorszPlacaat niet Rigoureuses (strikt), naar het goede oogmerk van den souverain, is ende als nog word ter executie (ten uitvoer) gebragt, ende dat die alle wel gegronde reedenen hebben, om middelen te soeken, waar door die slappigheijdsoudekonnen verholpen worden; waar toe ook onseprincipaalengereedelijkemeedestanderssoudensijn.Maar nog is er voor de SesZuijdhollandse Dorpen in de Langstraat eenebijsondere Resolutie van haar Ed: Groot Mog: van den 25e april 1727 , vervattende een Reglement over het aanstellen van Dienders, mittsgaders het bestier en Directie over de selve in het District van de voorszSesZuijd Hollandse dorpen, volgens welke Resolutie in yder van deselve Dorpen alle jaaren op Nieuw het voorgemelde placaat van de 23e august. 1725, mitsgaders den jnnehouden van eenigeArticulenuijt het voorsz: Reglement moeten gepubliceerd en geaffigeert (aangeplakt) worden, op die weyse als te sienuijt het gedrukte Exemplaar, het geen wij de Eer hebben hier neevens aan UWeled: Achtb. te laaten toekomen.

OnsePrincipaalen houden sigverseekert dat soo wanneer het voorsz. placaat van 23e Aug. 1725, beneevens het voorsz. Reglement behoorlijk worden agtervolgt, als dan de In- en Opgeseetenen, niet alleen van de voorsz. Ses Dorpen, maar ook selfs die van den Lande van Heusden en van Altena, tegen de vagabonden, Landloopers en BeedelaarsSiggenoegsaambeveijllgt sullen vinden, sonder dat het noodigsalsijn met een nieuwe fonds van jaarlijxbeswaar op hunne Huijsten te worden belast; voor al soo lange als nog meede het Renovatie en Ampliatieplacaat van Haar Hoog Mogende teegen brand- stigters, moordenaars, doodslaagers etc. in de Generalitijt van dato den Eersten April 1738 bij continuatie (voortduring), soo als men verhoopt, in sonderheijd inde Meijerije van S-Bosch, blijft ten Uijtvoergebragt te worden.

Deweijl het dan alleenlijk maar aan komt op de Ijverige en waaksaame Executie van de voorsz: placaaten en Reglementen, zoo bedunkt aan onseprincipaalen, dat door UVeled: Agtb. geenen groot- er Dienste aan de Respectieve In- en Opgeseetenen, ter herijking van het Heijlsaam oogmerk van den Heere Balliuwsalkonnengepresteert worden, als door te bewerken, dat het voorsz: placaat van haar Edele Groot. Mog: in het geheel bedrijff van de Balliuwage Van ZuijdHolland, mitsgaders het voorsz: Reglement met opsigt tot de SesZuijd Hollandse Dorpen, voortaan Exactelijk (nauwkeurig) ter Executie mogen gesteld worden; waar toe ook deselve Dorpen geneegensijn, alle moogelijkebehulpsaamheijd, voor soo veel desnoots toe te brengen, Dog daarbuijtensoudensijgeensintskonnen bewilligen, in de Contributie van eenig Nieuw beswaar tot vaststelling van soodanige Fonds, als de propositie van den Heere Baljuw schijnt te doelen; als waar jeegenssij wel Ernstig protesteeren bij deesen.

Dit alles hebben wij in Last om in naame van onse Resp. principaalen aan UWelEd: Agtb: te Rescribeeren (schriftelijk te antwoorden), van welke pligt wij ons bij deesensijnquijtende en hebben voorts de Eer van met de UijtersteEerbiedigheijd ons te noemen

Wel Edele Agtb. Heeren
UWelEd. Agtb. zeer ootm.
Dinaaren de Respectieve
Gecomrcitteerdens
(Was onderteekent:)
J. Deleeuw Gecommitteerde wegens Raamsdonk
J.G. v. Andel gecommitteerde van Groot Waspik
A.G. v.d. Schout
Gecommitteerde van 's Grev. Cappel
A. v.d. Hoeven
Gecommitteerde van Sprang
D.v.d. Hoeven
Gecommitteerde van Vrijh. Cappel
Cappel den 26e Oktober 1756
(De Superscriptie (Het hoofd van de brief) is:)
Aan de Wel Edele Agtb. Heeren
Den Heere Baljuw en Mannen van den Edelen Hove en Hooge Vierschaare van Zuijd Holland.