Wie de oude Legger van Wegen en Voetpaden van de gemeente Sprang-Capelle en de daarbij behorende kaart bekijkt, waarop alle openbare paden en we¬gen, buiten de bebouwde kom van onze gemeente gelegen, zijn aangegeven, wordt getroffen door de betrekkelijk vele voetpaden, die in de vorige eeuw en ook in de eerste helft van de 20-ste eeuw, zich dwars door velden en weiden slingerden. Voetpaden, die openbaar, dus voor een ieder toegankelijk waren. Vele van die voetpaden waren oude kerkepa- den, die in vroegere eeuwen, ook nog wel in het begin van de 20-ste eeuw, voor de mensen, die in het landelijk gebied van het dorp woonden, een kortere verbinding met de kerk of de winkels, dan wel met familie, vrienden of kennissen opleverden. Velen maakten van die paden gebruik. Begrijpelijk, in een tijd, dat er ten plattelande geen andere middelen van vervoer waren dan paard en karos of veerwagen.

 Korenmolen

De korenmolen van Schrevelduin Capelle aan de Molensteeg

Maar het waren alleen de boeren, die daarover beschikten en de wegen waren nog veelal zandwegen met diepe karresporen, dus slecht be-gaanbaar. In 1386 kwam het "Halve Zolen"-treintje Lage Zwaluwe - Den Bosch en de tram van Tilburg naar Capelle en Besoyen, maar dat gaf geen soelaas voor de mensen die in het "buitengebied" woonden. De fiets deed rond die tijd ook haar intrede, maar was nog niet direct algemeen. De voetpaden zi.jn dus gedurende lange tijden gebruikt. Nog steeds zijn er resten van die oude voetpaden in onze gemeente aanwezig, hoewel door de ruilverkaveling na de Tweede Wereldoorlog de meeste van de oude paden zijn verdwenen. Vele ouderen herinneren zich nog het "Bergse pad". Komend vanaf Waalwijk liep dit via de Zuidhollandsedijk achter de begraaf¬plaats aan de Heistraat langs naar de Nieuwevaart tegenover wat nu de Poolsestraat heet. Tot 1946 heette de Poolsestraat "de Molensteeg" want daar stond vroeger de korenmolen van 's-Grevelduin- Capelle. Volgde men de Molensteeg westwaarts, dan stonden aan de westzijde van de Willem van Gents- vaart ongeveer tegenover de Molensteeg twee boer¬derijen. Links woonde jarenlang de familie Van Pas; thans woont er nog de journalist Arie van Pas. De rechtse boerderij, met notenboom en een los staand bakhuis, werd bewoond door de familie Arie Michaêl. Laatstgenoemde boerderij is in 1974 gesloopt en vervangen door twee huizen onder één kap, thans bewoond door de families Van der Mooren. Vanaf de Molensteeg liep er, de Willem van Gents- vaart overstekend, langs het bakhuis, over een lengte van + 250 m, een karrespoor naar het wes¬ten. Verschillende landerijen hadden daarop uit¬weg. In het verlengde van het karrespoor slingerde pik, waarna in 1838 het pand werd verkocht aan zijn zoon Peter van Dongen, geboren op 27 oktober 1802 in Waspik en gehuwd + 1838 met Johanna Tim¬mermans, geboren in 1800 te Oosterhout. Dit echt-paar kreeg drie dochters. De jongste van de drie, Anna Maria van Dongen, geboren 15 februari 1844 te Waspik huwde op 17 mei 1877 te Waspik met Nicolaas Verbunt, geboren 13 mei 1845 te Dongen. Zij neemt het café "De Roskam" over van haar vader Peter van Dongen, die op 8 december 1874 te Waspik was over¬leden. In 1881 kwam de eerste Nederlandse drankwet tot stand (wet van 28 juni 1881, Stbl. no. 97), die de verkoop van sterken drank in het klein alleen toestond met vergunning van burgemeester en wethouders. Bovendien mocht in elke gemeente zo'n vergunning niet verleend worden boven een zeker maximum aantal vergunningen, afhankelijk van het zielental van de gemeente.

 


Boerderijvandepas
De boerderijen van de families Van Pas en Michael aan de Willem van Gentsvaart tegenover de Molensteeg
Cafe de roskamp19e eeuw
Café "De Roskam" in de 19e eeuw

Bij besluit van burgemeester en wethouders van 21 januari 1887 wordt aan Nicolaas Verbunt, de echt-genoot van Anna Maria van Dongen, vergunning ver¬leend tot verkoop van sterken drank in het klein in de gelagkamer van het door hem bewoond huis, staande in Waspik in wijk F no. 188 (herberg "De Roskam").
Anna Maria van Dongen wordt maar 40 jaar oud. Zij overlijdt 10 april 1884 te Waspik. Haar man, Nico-laas Verbunt hertrouwt op 23 april 1885 te Waspik met Wilhelmina Mol, geboren 28 maart 1835 te Dus- sen; dus op haar trouwdag was zij 50 jaar oud. Blijkbaar was zij niet onbemiddeld. Bij testament verleden voor notaris Bastiaan Adriaan Middelkoop te Capelle op 17 april 1886, verklaarde zij, met herroeping en vernietiging van alle voorafgaande uiterste wilsbeschikkingen, "te benoemen tot "enigen en algeheelen erfgenaam mijn man Nicolaas "Verbunt, zulks in alles wat ik zal nalaten en
"waarover de wet mij tijdens mijn overlijden de "vrije beschikking zal geven, niets hoegenaamd "daarvan uitgezonderd." Wilhelmina Mol overleefde haar man echter ruim 7 jaren. Zij overleed 20 maart 1923 te Waspik, ter¬wijl Nicolaas Verbunt op 20 augustus 1915 te Was¬pik overleed. Uit dit tweede huwelijk van Nicolaas Verbunt werden geen kinderen geboren. Na het over¬lijden van Nicolaas Verbunt werd de vergunning voor de verkoop van sterke drank in het klein op naam van Wilhelmina Mol overgeschreven. Uit het eerste huwelijk van Nicolaas Verbunt met Anna Maria van Dongen werden vier dochters gebo¬ren, waarvan de tweede Johanna Wilhelmina Verbunt, geboren 15 september 1881 te Waspik en gehuwd op 10 mei 1917 met Hendricus Hamers, geboren 20 maart 1885 te Loon op Zand, het cafébedrijf in "De Ros-kam" wilde voortzetten. Zij kon echter geen ver¬gunning voor verkoop van sterke drank in het klein verkrijgen, omdat op dat moment het maximum aantal vergunningen in Waspik was bereikt. Haar stiefmoe¬der Wilhelmina Mol, deed daarom op 27 april 1917 afstand van haar vergunning, waardoor er een ver¬gunning vrij kwam beneden het maximum. Uit dien hoofde kon aan Johanna Wilhelmina Verbunt de ge¬vraagde vergunning worden verleend voor de weste¬lijke voorkamer van het pand, plaatselijk gemerkt wijk F no. 188 ("De Roskam"), welke een oppervlak¬te had van 38,40 m2. Laatstgenoemde had één doch¬ter, Comelia Anna Hamers, geboren 17 september 1918 te Waspik, die op 22 mei 1944 te Waspik trouwde met Petrus Johannes Rombouts, geboren 6 oktober 1919 te Loon op Zand. Op haar beurt zette zij het bedrijf in "De Roskam" met haar man voort. Uit dit huwelijk werden 4 kinderen geboren, waar¬van de derde, een dochter, Johanna P.M. Rombouts, geboren 22 februari 1950 te Waspik op 19 augustus

DE GESLACHTEN DIE "DE ROSKAM" BEHEERDEN
1966 huwt met Dingeman C. Picocrie, geboren 26 januari 1943 te Waspik. Deze dochter Johanna P.M. drijft samen met haar man het cafébedrijf in "De Roskam" verder. Zo is dat café-bedrijf steeds in de vrouwelijke lijn in "De Roskam" voortgezet, waardoor het in de familie is gebleven. Nicolaas Verbunt was, zoals uit het voorgaande moge blijken, ongetwijfeld een man aan wie een zekere slimheid niet kan worden ontzegd. Hij zocht naar middelen om zijn clientèle uit te breiden door de loop van het publiek langs zijn café te versterken. Een mogelijkheid was ongetwijfeld om het pad over zijn perceel (thans de Geallieerden¬weg) vanaf de Juf f rouwsteeg naar de Vrouwkensvaartsestraat door het publiek te doen gebruiken. Ook was het niet onmogelijk, dat het Polderbestuur te eniger tijd "De Geer" zou verbe¬teren, in welk geval het publiek niet langs zijn café zou komen. Hij trad daarom in verbinding met het Bestuur van het Waterschap "De Binnenpolder van Schrevelduin Capelle", gelegen onder de ge-meenten Capelle en Waspik. Eerst in 1878 was deze polder door het Provinciaal Bestuur ingesteld, door samenvoeging van diverse kleine polders. De eerste vergadering van het voorlopig bestuur werd gehouden op 1 mei 1878. In de vergadering van het Bestuur en Stemgerechtigde Ingelanden van genoemde Waterschap van 3 februari 1886 deelde de voorzit¬ter, D. van Campen, mede, dat Nicolaas Verbunt, tapper, wonende op de Vrouwkensvaart onder Waspik, aan het Bestuur heeft aangeboden een grintweg over de steeg achter zijn huis, ter verbinding van de Juffrouwsteeg met de Vrouwkensvaart, te willen aanleggen en voortdurend ten genoegen van het Bestuur te onderhouden, zonder daarvoor enige recognitie of tolgeld van de ingelanden van het waterschap te vorderen, indien het waterschap in de kosten voor het aanleggen van die weg een bij - drage zou verlenen van f. 150,--. Het Bestuur is niet ongenegen het aanbod aan te nemen en daarom¬trent een overeenkomst met N. Verdunt aan te gaan, wanneer het daartoe door de stemgerechtigde inge¬landen wordt gemachtigd. De voorzitter zal derhal¬ve in stemming brengen of de aansluiting zal plaats hebben door de steeg bij N. Verbunt dan door "De Geer". Verlangt men de grintweg naar Verbunt, dan zal het Bestuur zich ook gemachtigd achten met N. Verbunt een overeenkomst als boven¬gemeld aan te gaan. Met 30 tegen 4 stemmen (één der stemgerechtigden hield zich buiten stemming) wordt besloten de grintweg naar de Vrouwkensvaart te brengen door de steeg bij Nicolaas Verbunt en het Bestuur te mach-tigen deswegens een overeenkomst met gemelde Ver¬bunt aan te gaan, terwijl met algemene stemmen, ongerekend de niet-stemmende ingeland, wordt be¬slist dat het leggen van de grintweg zal geschie¬den door het Bestuur in eigen beheer. In de volgende vergadering van het Bestuur van genoemd Waterschap op 22 april 1886 moet de voor-zitter evenwel mededelen dat met Nicolaas Verbunt geen overeenkomst omtrent het begrinten van de steeg achter zijn woonhuis aan de Juffrouwsteeg is aangegaan omreden Verbunt daartoe niet bevoegd was gebleken. Die steeg zou nu evenwel door Verbunt voor eigen rekening worden begrint. Kennelijk wilde Verbunt baas op eigen grond blijven. En dat gebeurt dan ook. De grintweg kreeg een apart kadastraal nummer nl. D 743, groot 0.19.72 ha. De steeg, de grintweg, thans De Geallieerden-weg, wordt met een slagboom afgesloten. Vele oude¬ren in Waspik en Sprang-Capelle herinneren zich de slagboom nog goed. Ieder, die wilde passeren, moest tol betalen. Toen Nicolaas Verbunt herber¬gier in "De Roskam" was, maar ook nog in de tijd dat het echtpaar Hendrikus Hamers/Johanna Wilhel- mina Verbunt waard en waardin waren, betaalde een voetganger één cent, een fietser drie en andere voertuigen vijf cent. Maar de merkwaardige zede, die aan deze tol werd verbonden, was, dat geen tolgeld behoefde te worden betaald, wanneer de tolplichtige in de herberg van de toleigenaar een glas bier dronk. Van die traditie werd een ruim gebruik gemaakt. Op deze wijze werd een nauwe band gelegd tussen de tol en de zaak van de tolheffer. Slim bedacht, want meestal bleef het niet bij één glas bier! Zo ontstond een goede klantenbinding.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vond de Bezettende Duitse Macht deze tol maar een anachronisme, een verkeershindemis, die niet meer tot die tijd behoorde. Die diende dan ook naar hun mening te verdwijnen. De Secretaris-Generaal van het Depar¬tement van Waterstaat kreeg dan ook opdracht te bevorderen ven. Hij Provincie taak van waarnam. wet ook enkele bepalingen, die beogen aan tolhef¬fingen op wegen en bruggen een einde te maken. Het recht tot tolheffing kan nl. vervallen worden dat de betrokken tol zou worden opgehe- schakelde daartoe de Commissaris der Noord-Brabant in, die in die tijd de Gedeputeerde Staten van die provincie Nu bevat de hier vóór aangehaalde Wegen-verklaard, maar dan moet het onderhoud van de weg ten laste van de overheid, in dit geval de gemeen¬te, worden genomen, terwijl de tolheffer recht heeft op schadevergoeding, in dit geval ook van de gemeente. Het bedrag der schadevergoeding wordt

 Hendrikus Hamers

Hendrikus Hamers achter het buffet in "De Roskam'

bepaald bij minnelijke schikking of anders door de rechter.
De Commissaris der Provincie Noord-Brabant ver¬zocht bij brief van 13 mei 1942 de burgemeesters van Waspik en Sprang-Capelle, die ingevolge veror¬dening nr. 152/194 van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse Gebied belast waren met de waarneming van de taak van de Raad en van Burge-meester en Wethouders van hun gemeente, de tol op te heffen. Hij wees er daarbij op, dat zowel Was¬pik als Sprang-Capelle belang bij de opheffing hadden, welke belangen zich naar zijn mening ver¬hielden als 4:3. Het onderhoud van de weg behoorde - na opheffing van de tol - ten laste van Waspik te komen.
Desgevraagd traden de beide burgemeesters in on- derhandeling met de heer Hendrikus Hamers, hetgeen tot overeenstemming leidde. De heer Hamers droeg de tolweg, kadastraal bekend gemeente Waspik sec¬tie D nr. 743, lang ongeveer 290 m. en breed 4 m., in eigendom, beheer en onderhoud over aan de ge¬meente Waspik, één en ander gepaard gaande met opheffing van de tol, tegen een schadeloosstelling van f. 3.300,--. De gemeente Waspik zou hiervan 4/7 gedeelte en de gemeente Sprang-Capelle 3/7 gedeelte dragen. De besluiten van de burgemeesters werden goedgekeurd door de Commissaris der Provin¬cie, waarnemende de taak van Gedeputeerde Staten. Daarmee verdween ook deze merkwaardige particulie¬re tol, maar de weg, . .. voor
het vervolg een openbare weg, werd een blijvende weg, thans de "Geallieerdenweg", ten gerieve van het publiek maar ook ten faveure van café/herberg "De Roskam", volgens ouderen, woonachtig in Was¬pik, vroeger ook wel het Tolhuis genoemd.