WINKELS EN BEDRIJVEN IN SPRANG IN DE DERTIGER JAREN
A.de Bruijn, Nijverdal
INLEIDING
Met veel genoegen plaats ik het U onder bovengenoemde titel ongetwijfeld aansprekende artikel van de hand van de heer A. de Bruijn te Nijverdal.
De heer de Bruijn heeft, getroffen door de enorme veranderingen, die zich sedert de dertiger jaren in winkelstand en bedrijfsleven in Sprang-Capelle hebben voorgedaan, puttend uit zijn geheugen, in een zeer lezenswaardig artikel een opsomming gegeven van de winkels en bedrijven, die in de dertiger ja ren van deze eeuw in de kern Sprang werden aangetroffen.
Dat de beeldvorming van die tijd te versterken hebben do heer N. Konings en ik, gebruik makende van het foto- en ansichtkaartenarchief van de heer Konings, getracht met foto's en ansichtkaarten - uiteraard voor zover aanwezig - U een indruk te geven van de meeste van de in het artikel genoemde woningen en gebouwen. Voor oudere inwoners van Sprang zal de heer de Bruijn niet geheel onbekend zijn, want de heer de Bruijn is geboren en getogen in Sprang- Capelle. Zijn ouderlijke woning stond op de plaats waar nu de supermarkt EmTé staat.
Als 16-jarige kwam hij in augustus 1940 op de gemeentesecretarie van 's-Gravenmoer, waarna hij in maart 1945 werd benoemd tot ambtenaar ter secretarie van Sprang-Capelle.
HET VOLTALLIGE SECRETARIE-PERSONEEL VAN SPRANG-CAPELLE Juli 1946
Zittende v.l.n.r.: B.Verhoeven, le ambtenaar en loco-secretaris, overleden M.F. de Visser, gemeentesecretaris, overleden Mevr, de Visser, overleden W. Heymans, gemeenteontvanger, overleden
staande v.l.n.r.: W. van Willigenburg, gemeente-architect, overleden C.Haverhals, ambtenaar, thans wonende te Zutphen Mevr. A.C. de Laat-van Ommeren, ambtenaar, thans wonende te Sprang-Capelle
A. de Bruijn, ambtenaar, thans wonende te Nijverdal P. van der Schans, gemeentebode, overleden J.R.C. Hauwé, ambtenaar, thans wonende te Kaatsheuvel
Blijkbaar voldeed hij uitstekend, want toen de gemeentesecretaris van Sprang-Capelle, de heer M.F. de Visser, in 1946 word benoemd tot gemeentesecretaris van Putten nam hij de Bruijn als ambtenaar mee naar Putten. Na vervolgens van 1954- 1 januari 1964 werkzaam te zijn geweest in Gorinchem beëindigde de heer de Bruijn zijn ambtelijke loopbaan in 1983 in Vriezeveen, waar hij werkzaam was als chef van de afd. Financiën, tevens loco-secretaris. Het lijkt mij - vooral voor de ouderen in Sprang-Capelle - interessant de foto te plaatsen van het voltallige secretarie- personeel, die einde juli 1946 werd genomen ter gelegenheid van het afscheid van de heer M.F. de Visser en A. de Bruijn in de achtertuin van de woning van de gemeentesecretaris , thans plaatselijk gemerkt Raadhuisstraat nr. 94.
N. van Prooijen
Onlangs reden mijn vrouw en ik door mijn geboortedorp Sprang toen het me ineens opviel hoe ingrijpend het winkel- en bedrijvenbestand ten opzichte van de dertiger jaren is gewijzigd. Ik probeerde in mijn geheugen na te gaan hoe het winkel- en bedrijvenbestand in die jaren was. Het resultaat hiervan vindt u hieronder, waarbij ik mij er direct van bewust was dat deze lijst niet geheel volledig was. Gelukkig kon mevr. A.W. Haverhals-Willemsz mij bijspringen, waarvoor ik haar hartelijk dank zeg. Ik kan er niet voor instaan dat alle namen goed geschreven zijn. Ik begin bij de grens met Vrijhoeve-Capelle en ga dan richting Oosteinde. Rechts de lederhandel A.B. van der Hoeven, later overgenomen door Brent. Naast de woning was een prachtig aangelegde tuin met vijver en fontein. Verder rechts aannemer A.H. Willemsz later overgenomen door zijn zoons Theo en Ad, die het bedrijf verplaatsten naar de Berkhaag. Daar tegenover schoenmaker Wout Goedhart. Maakte op bestelling nieuwe schoenen en herstelde schoenen. Direct er r.aast had Kobus van Beek met zijn vrouw een kruidenierswinkel en boerderij.Dan volgde de smederij van Jac. de Bruijn, thans gevestigd aan de Dick Flemmingstraat. De Bruijn was afkomstig uit "de Klei". Weer naar rechts had mej. Mit Paans in een klein zijkamertje een kruidenierswinkel. Daarachter in een oude leerlooierschuur had Peer Timmermans een rijwielhandel. Voordien was smederij Koos de Bruijn hier in gevestigd. Rechts, direct voor de Kattesteeg, thans Dick Flemmingstraat, had L. Vos-Vos een kruidenierszaak tevens huishoudelijke artikelen (Kwakkeltje). Hij ventte zijn waren ook uit met een bakfiets. Aan de overkant van de Kattesteeg woonde schoenmaker Marijn Ros. Naar ik meen te weten woonde daar destijds ook Marxnus van der Lubbe, die als verdacht van brandstichting in het Rijksdaggebouw te Berlijn ter dood is veroordeeld en onthoofd. Iets verder op, rechts, had Sip Ramsteijn een handeltje in koffie. Daar tegenover exploiteerde Driekus de Roon een brandstoffenhandel. Aan dezelfde kant had zijn zwager A. Treffers een huidenhandel. Daar tegenover Jan de Roon (expeditie), die zelfs nog een z.g. mallejan had voor het vervoer van boomstammen.
Het eerste huis rechts is de lederhandel A.B. van der Hoeven. Daar tegenover is de boerderij van de fam. C. de Rooij en de ingang van de Koesteeg (Pr. Bernhardstraat). Direct daarnaast (ongeveer 30 m. van de weg) woonde schoenmaker Wout Goedhart. |
|
In het huis rechts heeft M vd Lubbe gewoond met zijn moeder |
Graaf Wolf vonHelldorf in |
Van der Lubbe in de getuigenbank. |
Het huis links is van Driekus de Roon. Hij zelf zit op de wagen. Het huis van A. Treffers is verborgen achter de bomen. Het expeditiebedrijf van Jan de Roon bevond zich in het eerste huis rechts. Het derde huis rechts is de schoenfabriek van Koos Frir.gs. |
Verder, weer rechts, waar nu Raamstijn is gevestigd, had Koos Frings een schoenfabriek. Dan iets verder op links (direct vóór F. Maijers) hadden Kees Klootwijk en zijn zoon Adriaan een schoenmakerij. (Ook hadden ze lekkere krentemik). De zoon, Adriaan van Keeskes genoemd, had een standaarduitdrukking Hwat zijn ze weer vremd aangelegd".
Schuin daar tegenover expeditie A. Versteeg. Daarnaast was de schoenfabriek van Van den Hoven gevestigd. Weer daar tegenover, in de tweede woning aan de Steeg, had Toon de Bie een schoenmakerij; tevens verhandelde hij namens Patrimonium brandstoffen. Dan links: Kees Nieuwenhuizen, confectie, textiel enz. thans Van der Duinstraat 82. Achter de woning was de timmerwinkel van Willem Nieuwenhuizen, een broer van Kees. Weer naar de overkant treffen we het expeditiebedrijf van Jan de Roon aan, thans Van der Duinstraat 46. Hij had als buurman Koos de Jong, die met een bakfiets brood uitventte van Sneep uit Capelle. Iets verder aannemer Willem Nieuwenhuizen. Daarnaast slagerij Vos.
Dan kregen we kruidenier Van der Schans met ook de zusters Cor en Bertha Colijn, waar nu foto-zaak W. Driessen is. Daar tegenover mevrouw Van Thielen, die onder meer witte boorden waste. Dat waren ook boorden met een gesteven bef. De rijwielzaak van Entners vonden wc daarnaast. Dan volgde Spuijbroek, die vanuit de woning rookartikelen verkocht. Daar tegenover, direct naast "De Pad", tegenwoordig de Dijkstraat, het café van Gijs van Caem, die teven een expeditiebedrijf exploiteerde.
In "De Pad" links: van der Sijde; vanuit de woning werd petroleum verkocht, die hij tevens met een handkar uitventte. Zijn klanten ontvingen het blad "De Automaat" met daarin....
Het eerste huis rechts is het café van Gijs van Caem. |
De rijwielzaak van Emmers |
Aan de linkerkant woonde Van der Sijde. Aan de rechterkant, een eindje verder in de Pad woonde Franske van der Schans. Weer een eindje verder over de linkerkant woonde Tom Lips |
....het stripverhaal over Pijpje Drop. Dit verhaal eindigde steeds met: "Hoe het verder Pijpje Drop vergaat, staat in de volgende Automaat". Aan de overkant in "De Pad” vonden we Franske van der Schans, die in pluimvee handelde, zowel met gebruikmaking van hondenkar met hond, later van wagen met paard, als met een fiets, met aan het stuur een grote mand. Franske was bekend als "de kippenboer”. Weer naar de overkant (links in "De Pad") waar Toon Lips woonde, die, naar ik meen, ook schoenen repareerde. Terug naar de Van der Duinstraat. Links had mej. Kee Holster een kruidenierszaak. In de loop van de dertiger jaren, het kan ook iets later zijn geweest, verhuisde zij naar Utrecht. Ik meen dat daar naast ook nog een winkel was. Daar tussen door naar Achter de Hoven, waar Berend Bolder met zijn broer petroleum verkocht. Deze olie, toen ook wel bronolic genoemd, werd met een hondenkar uitgevent. Ook ging Berend, gezegend met een zeer zware stem, in de eerste dagen van het nieuwe jaar de inwoners van Sprang een gelukkig nieuwjaar toewensen. Terug naar de straat krijgen wc aan de linkerkant het schildersbedrijf Klaassen. Daar schuin tegenover de drankenhandel Braspenning. Daarnaast de Coop-Broederhulp-bakkerij, gerund door de heer Vos, daarin bijgestaan door Koos Kuijsten. Als buurman had hij de predikant van de Gereformeerde Kerk, ds. Haqen, opgevolgd door ds. van Lummel. Bij Toon Kruijf, tegenover Piet van Nollekes, was margarine en nog wat te koop. Dan krijgen we de in de dertiger jaren vanuit Kamerik gekomen W. van der Mei, die een winkel met woonhuis bouwde en zuivelartikelen verkocht. Deze werden ook met een bakfiets uitgevent.
|
|
|
We gaan weer naar de overkant (zuidzijde) waar Gerrit Groothuis met zijn zoon Bram een rijwielzaak, een taxi en een met de hand bediende Esso benzinepomp bezat. De heer Groothuis sprak voortreffelijk Frans. Wanneer hij op het gemeentehuis kwam werd hij steeds te woord gestaan door de ambtenaar B. Verhoeven, die eveneens goed Frans sprak, waarna het gesprek tot beider vreugde in het Frans werd voortgezet. Naast Gerrit Groothuis verkocht ook de fam. Quirijns kruidenierswaren. In de volgende woning woonde ook een familie Quirijns. Die hadden geen zaak, maar Dientje stond altijd klaar om bij warm weer aan de schoolgaande jeugd water te drinken te geven. Niet te geloven, maar we stonden daarvoor in de rij. Ook konden de weinige leerlingen, die per fiets naar school (aan de overkant) gingen, deze daar stallen. Dan volgde G. van Willigenburg. Hij was wethouder. Daarnaast het aannemersbedrijf van I.een en Willem van Willigenburg. Bij feestelijkheden ter gelegenheid van het huwelijk van Prinses Juliana en Prins Bernhard op 7 januari 1937 viel Willem uit een boog (erepoort) en werd zwaar gewond opgenomen. Na herstel werd hij gemeente-architect. Vlak voor de vroegere school had Wout Nieuwenhuizen een slagerij. De grote ijsblokken voor zijn ijskast werden per vrachtauto aangevoerd en met grote ijzeren haken daaruit gehaald. In dat pand was voorheen een smederij gevestigd. Mij staat vaag bij dat een zoon van die smid in 1940 op de Grebbebera is gesneuveld. We gaan verder en zagen aan de rechterkant een kruidenierswinkel van André van Hilst uit Waalwijk, beter bekend als "de nieuwe winkel" (was eerder gevestigd in de woning ernaast).
Het eerste huis links het latere PTT-kantoor, waar vroeger het Sprangse hoekhuis heeft gestaan. Daar tegenover (het eerste huis rechts) woonde Gerrit Groothuis. Achter de boom ernaast woonde de familie Quirijns. Aan de linkerkant (achter de fietsers) was de slagerij van Wout Nieuwenhuizen. |
van Spuybroek |
De nieuwe winkel van A van Hilst |
(links) De bijzondere lagere christelijke school schuin tegenover de familie Quirijns.
In deze winkel waren o.a. werkzaam Leentje de Jong en Janny Heij. Dan kregen we in de oude "nieuwe winkel" de barbierszaak van Fik Versteeg (Fik van Ceclen). Aanvankelijk had hij zijn bedrijf m de kamer van de woning, bewoond door Mandemakers (2 huizen ten oosten van Kees Nieuwenhuizen). Begin dertiger jaren knipte hij je al voor f. 0,10!!!
In hetzelfde gebouw was de slagerij van de gebroeders Hakke (Flipke, Maurits en Ben). Het waren joden en zij slachtten veel geiten. Het vlees ventte Flipke uit met een hondenkar en zijn onafscheidelijke rotanstokje. Flipke had heel korte beentjes. Als hij op een stoel ging zitten klom hij eerst op de sport (waarvan indertijd de meeste stoelen waren voorzien), draaide zich om en zat. Helaas hebben we hem als jeugd nogal eens geplaagd. In het boekje "Koffie met sekraai" van Bert Stevens komt ook een stukje over Flipke voor onder het hoofd "de krengeslager".
Naast Hakker (nog steeds aan de zuidelijke kant; had H. Quirijns zijn wagenmakerij. Op een gegeven moment was een door hem te repareren wagentje op het dak van de ingang van de school beland. Later werd dit bedrijf als carrosseriebedrijf overgebracht naar de hoek van de Van der Duinstraat met de Dick Flemmingstraat. Er schuin tegenover (aan de noordzijde) verkocht Brouwers bijbels. Direct naast de Molenstraat was de bakkerij van M. Vos, voorheen gevestigd waar nu het Chinese restaurant is gevestigd. Naast de bakkerij had Toon de Bie (zoon van de hiervoor genoemde schoenmaker Toon) zijn smederij. Later verhuisd naar een winkel tegenover het Bondsgebouw.
Dan kwam Van Schuppen met confeetïe/textiel . Naar ik mij meen te herinneren bezorgde de heer Van Schuppen ook wel zijn waar per fiets.....
Flipke met de korte beentjes. |
Naast Hakker (nog steeds aan de zuidelijke kant; had H. Quirijns zijn wagenmakerij. |
...bij de klanten aan huis. Daarnaast vestigde zich Jo Geenen als bakker, dit nadat hij met zijn broer en zus na het overlijden van hun ouders bij hun oom Wout Kuijsten had gewoond. Dan volgde de slagerij van Jan van der Mast, daarin bijgestaan door zijn zwager Johan van der Schans. De moeder van Jan van der Mast, tante Mie, werd ’s zondags na kerktijd vaak bezocht door Flipke Hakker. Als Flipke moest aanbellen, ook bij dokter Winkelman, gebruikte hij zijn stokje om aan de bel te trekken, want deze bellen waren voor hem te hoog. De buurman Heintje dc Bic (den Bloozerd) verkocht rookartikelen. Ook de zoon en dochter Brecht hielpen in de winkel. Verderop links vlak naast de kapperszaak, waar nu een straat is, hadden Toon en Janus Janson een schoenmakerszaak.
In de eerste helft van de dertiger jaren vestigde Nico van Ommeren zich als kapper tegenover het Bondsgebouw. Ik meen dat Nico uit Rotterdam kwam, hij was getrouwd met een dochter van R. Timmers. Burgemeester Meijer overleed op24 juni 1935. Hij was ernstig ziek geweest. Om het geluid van voorbijrijdende wagens en karren te dempen was voor zijn huis op straat stro gelegd. Via de school was aan de leerlingen verzocht bij het passeren van zijn woning geen lawaai te maken. De leerlingen schijnen goed aan dit verzoek te hebben voldaan, want na zijn overlijden ontvingen alle leerlingen als dank voor het rustig voorbijgaan van zijn woning een sinaasappel en een reep chocolade. Voor die tijd een zeer gewaardeerde traktatie. Na zijn overlijden werd in de prachtige tuin naast zijn woning de bakkerij Vos-van Campen gebouwd en gevestigd. In de burgemeesterswoning werd de schoenenzaak Van der Schans ondergebracht.
Daar tegenover (aan de zuidzijde) had Francien van den Broek een winkel, die later was.....
Op de plaats var. het eerste (nieuwe} huls links stond in de dertiger jaren het oude huis van Jan van der Mast. Daarnaast (thans gerenoveerd) woonde buurman Heintje de Bie. |
bakkerij van Jo Geenen. |
Links huis van Burg Meijer |
De schoenmakerszaak van Toon en Janus Janson bevond zich in het tweede huis links achter de bomen. In het vierde huis achter de bomen links was de kapperszaak van N. van Ommeren gevestigd. |
In het tweede huis rechts (naast het oude gemeentehuis van was de winkel van Francien van den Broek gevestigd. |
...verbonden met Jamin. We gaan weer naar de andere kant (noordzijde) van de straat, waar Govert Janson een ellengoed winkel had. Goofke (de Poep) bracht ook met de fiets waren naar de klanten. In de zomermaanden ventte hij met een driewieler ijs van VanZwietering uit. Aan de driewieler hing een grote bel die hij door aan een touwtje te trekken zwierig bediende. Al rijdende zong Goot vaak: "Goofke de Poep, zat op de stoep, en hoep zei Goofke de Poep”. Ook o.a. Marijn Hommel ventte ijs van VanZwietering uit. In hetzelfde huis had Adriaan Vos, naast zijn boerderij, een brandstoftenhandel. Hij werd daarin opgevolgd door zijn zoon Marijnus Vos, later verhuisd naar het Oosteinde. Dan volgde de predikant van de Ned. Herv. Kerk. De oude pastorie werd in de dertiger jaren bewoond door ds. J. Fokkema opgevolgd door ds. W. Bousema. In 1939 werd de oude pastorie door een nieuwe vervangen en voor het eerst bewoond door ds. A. Si rag. Schuin tegenover de pastorie woonde Arend Smits. Het gezin had naast een boerderij ook een kruidenierswinkel waarin meestal de dochter Dina hielp. Ze hadden o.a. ook heerlijk zoethout. Dina bezat een zeer grote legpuzzel van de prachtige Van Nelle-fabriek in Rotterdam, een fabriek die thans nog bestaat en onlangs uitvoerig op de t.v. was te zien. Tegenover deze winkel had ook Kuijstcn een winkel (de Schar). Iets verder, direct naast de kerk had Piet Bouwman een rijwielzaak. Als we de Kerkstraat vervolgen komen we aan de zuidzijde bij bakker W. Werther, nu een lege plaats in de rij woningen.
Aan de rechterzijde in de bocht rond de kerk had Jaap Timmermans naast zijn boerderij ook een groentezaak. Jaapke was ook voorlezer in de kerk. Naast nog zeer veel andere functies bekleedde hij ook het "ambt" van.......
Op de voorgrond links de ellengoedwinkel van GoofkeJanson, in welk huis achterin de brandstoffenhandei van Adriaan V03 was gevestigd. Adriaan Vos woonde zelf naast Janson. |
Goofke met zijn ijsco-kar vóór zijn woning. |
Op de voorgrond links de in 1939 gebouwde Pastorie. Het eerste r.uis rechts is net huis van Arend Smits met kruidenierswinkel. Naast de pastorie de winkel van Kuysten en op de achtergrond het 5e huis links) de rijwielzaak van Piet Bouman. |
Het 2e huis links oude pastorie |
Op de voorgrond links de in 1939 gebouwde Pastorie. Het eerste r.uis rechts is net huis van Arend Smits met kruidenierswinkel. Naast de pastorie de winkel van Kuysten en op de achtergrond het 5e huis links) de rijwielzaak van Piet Bouman. |
In het 3e huis aan de rechterzijde (met schuine kap) was de bakkerij van Werther ondergebracht. |
(links) Vóór de toren nogmaals de rijwielzaak van P. Bonman. Duidelijk is nog te zien het provisorisch herstelde gat in de toren dat in 1612 ontstond als gevolg van - zoals eerst veel en veel later bleek - veen onder de fundering. Merkwaardig genoeg is de zware toren desondanks niet ingestort. Eerst bij de restauratie in 1911 werd het gat definitief dicht gemaakt.
........dorpsomroeper. Als er een belangrijke mededeling was, b.v. het verkrijgbaar zijn tegen een schappelijke prijs van vlees afkomstig van een noodslachting, nam hij zijn grote blinkend gepoetste bel ter hand, beklom zijn fiets en belde dat het een lu3t was. Op bepaalde punten riep hij met welluidende stem rond wat hij te vertellen had. Er werd steeds met belangstelling naar geluisterd. Jaap kon heel goed voordragen. Ik hoor hem nog in de kerk het Pinkster-evange1 ie voorlezen. Vooral de daarin voorkomende opsomming van de nationaliteiten van dc bij het eerste Pinksterfeest aanwezigen kon hij op een meesterlijke wijze voorlezen. Aan de oostkant van het huis van Jaap woonde Jaantje en Jan van der Sijde. Jaantje reed m een met de hand voortbewogen invalide-wagentje, waarmede zij ook haar naaimachine vervoerde naar haar vaste naaihuizen. Haar man Jan bezorgde het dagblad "Het Nieuws van den Dag". Aan huis werden tabakswaren verkocht. We gaan weer enkele huizen verderop, waar de bekende Nol Oosterling een bakkerij had. Zijn nicht trouwde met Jan van der Laan. Zij werd de in Sprang-Capelle alom bekende "Toosje van der I.aan", die zo prachtig kon dichten en rijmen, tevens medeoprichtster van N.E.O., aanvankelijk een korfbalclub. Dan achter de kerk het in 1960 afgebroken straatje, bij de ouderen bekend als "Achter de paaltjes". Aan dc huidige Kerkstraat ongeveer bij dc hoofdingang van de kerk, stond een groot huis wat door meerdere gezinnen bewoond werd. Aan de westkant had Jos Versteeg (Jos van Ceelen) een barbierswinkel. Aan de oost- of voorgevel woonde schoenmaker Waarts met zijn gezin. Dan kwam het huis van de bekende Rom van Drongelen, die jaren lang koster van de Ned. Hervormde Kerk is geweest. Tevens verzorgde hij de begrafenissen. Aan het einde van het straatje waar nu het Hervormd Jeugdcentrum....
In het 3e huis aan de rechterzijde (met schuine kap) was de bakkerij van Werther ondergebracht. |
Hier kijkt U op de zijkant (zuidzijde) van de kruidenierszaak van Peerke Netten en op de achtergrond, aan de overkant van de weq, ziet U het huis van bakker Oosterling. |
In het derde huis rechts was de bakkerij van Nol Oosterling gevestigd. |
Het eerste huis links werd bewoond door koster Rom van Drongeler.; in het huis daarnaast woonde Dries van den Hoven en daarnaast de dames Genuit |
Woning Jos Versteeg |
Hier kijkt U op de zijkant (zuidzijde) van de kruidenierszaak van Peerke Netten en op de achtergrond, aan de overkant van de weq, ziet U het huis van bakker Oosterling. |
....staat, had Peerke Netten een kruidenierszaak. (Later woonde er koster Piet Treffers, die de winkel van Netten overnam}. Deze kruidenierszaak was gevestigd in een mooi oud gebouw dat in lang vervlogen tijden als pastorie schijnt te hebben dienst gedaan. Onder de jeugd ging toen het verhaal dat deze woning via een ondergrondse gang met de kerk verbonden was. Jammer is ook deze karakteristieke woning afgebroken. Annie van Dongen had nog enkele jaren een winkeltje aan de overkant van de weg. Dit werd later gevestigd naast de pastorie, toen de reeds genoemde familie Kuysten hun winkel sloot. Weer terug naar de Kerkstraat. Naast Oosterling was het postkantoor, aanvankelijk gerund door Jan van Vuuren, later daarin bijgestaan door Cor van Caem, die hem later ook opvolgde. Vóór die tijd was het postkantoor gevestigd in de woning van de familie Van Vuuren naast de smederij op de hoek Kerkstraat/Oudestraat van A. Brouwer, die naar ik meen afkomstig was uit Zeist. Zijn zoon Bertus heeft deze smederij voortgezet en uitgcbouwd tot een groot bedrijf dat thans in de Dick Flemmingstraat is gevestigd. Tegenover de smederij was de slagerij van Jan Nieuwenhuizen, zie pagina 89. Aan de linkerkant van de straat was het aannemersbedrijf van Kees Timmermans. Hij bouwde ondermeer het gemeentehuis van Eethen en had daarnaast, zeer veel functies. Daarnaast had Jan van der Schans een schildersbedrijf, later voortqezet door zijn zwager Piet Heurter.
Aan de andere zijde van de straat verkocht Van der Kolk vanuit zijn woning zuivelprodukten, die hij ook met een bakfiets aan de man bracht. Even verder aan de linkerkant, nu Kerkstraat/Jan de Rooijstraat, was de rijwielhandel van Van der Hammen. Rechts in de Jan de Rooijstraat kwam de lederhandel.....
|
2e huis rechts familie Jansen broer en zus van. mevr. Netten. |
Gezicht op de smederij van Brouwers, aan het eind van de straat; links daarvan de slagerij van Jan Nieuwenhuizen. |
Van der Kolk met bakfiets |
Het eerste huis was de woning van Van der Hammen. De rijwielhandel was gevestigd on de hoek in, toen de weg naar Waalwijk, nu de Jan de Rooystraat. |
....Versteeg-Van den Hoven. De fabriek van Bosch is nog steeds aan het einde van de Jan de Rooijstraat.
Dan komen we aan wat toen werd genoemd de Biersticht. Dat was een onderdeel van de weg Waalwijk-Tilburg welke van Sprang tot Kaatsheuvel de Biersticht heette, en de Kerkstraat kruiste.
Er reed toen nog een stoomtram. Met de fiets moest je oppassen niet in de rails te komen, want dat had meestal een valpartij tot gevolg. Links aan het einde van de Kerkstraat was de bakkerij van Cor Kuijsten. De oven werd met takkenbossen (musterd) gestookt. Deze kocht hij bij boeren en betaalde hij tijdens de oorlogsjaren in natura met brood. Aan de andere zijde was he- café (koffiehuis stond op de voorgevel) van Jan van Zwietering. Ook produceerde hij ijs. Ook dit was een gaai pand dat helaas kort na de oorlog is afgebroken.
Dan komen we op het Oosteinde. Rechts beginnen we daar met slager Van Dongen. Verderop links was de winkel van de familie Van der Haven, nu is daar de machinefabriek Van Oversteeg gevestigd. Enkele huizen verder aan de overkant woonde Jaantje Chaoot. Zij verkocht ook tabaksartikelen. Dan weer links in het zogenaamde "Varkensstraatje" had Evertse zijn loodgietersbedrij f.
Direct naast de Zeine was de slagerij van Rijken. Tegenover slager Rijken liep een zandpad zuidwaarts, waaraan drie huisjes achter elkaar stonden. In het middelste woonde Leen van Oosterhout. Een verkromming in zijn rug bezorgde hem zijn bijnaam. Ook werd hij Leen met de korf genoemd. Hij ging langs de huizen met o.a. garen, band, sajet, bleekpoeder en elastiek. Dat laatste was iets nieuws. Men droeg vroeger onderbroeken met bandjes en knopen. Leen was een grappenmaker en het liedje dat hij langs de huizen zong om.....
Het tweede (wittel huis is de winkel van Van der Haven. Nu is daar de showroom van machinefabriek Van Oversteeg. |
De biersticht |
Slager Rijken woonde in het laatste huis links (met gebreken kap). Helemaal op de achtergrond staat het huis van de gebr. Van Zeist, die in 1960 vermoord werden. |
Het varkensstraatje |
Het kruidenierszaakje var. Torna Brouwers. V.l.n.r. Tonia Brouwers-Leer.en, Kees Vos, Drika Brouwers en Hein Brouwers. |
...zijn waren aan de "vrouw" te brengen spreekt boekdelen. Enkele regels waren:
Zonder band en zonder knopen
Je hoeft ze alleen maar op te stropen.
Weer verder ook links kwam het kruidenierszaakje van Tonia Brouwers en nog weer een kruidenierswinkeltje van Jaantje van Zelst-Schiedon aan de overkant van de straat. Haar buren A. van Zelst-Quirijns hadden een groentezaak. Verderop rechts was de melkzaak Molegraaf. De produkten werden ook met paard en wagen uitgevent. Dan kwam Spuybroek met zijn handel in petroleum. Het laatste bedrijfje was gevestigd op het Oosteinde no. 2 waar Chabot woonde. Deze familie handelde in de zomer in kippen en konijnen. In de herfst was men druk met eikenblad, wat op de markt in Rotterdam gretig aftrek vond. In december werden hulsttakken verzilverd. Ook deze vonden hun weg naar de markt als kerstversiering.
Tenslotte moet nog worden vermeld de alom bekende molen van de familie Volkers. Daarvóór werd deze geëxploiteerd door de familie Dekkers, die later de woning voor het Bondgebouw (later kleuterschool) betrok. De oude woning brandde in de dertiger jaren af, waarbij helaas o.a. ook het paard om het leven kwam.
Dit waren de zaken die ik nog uit mijn jeugd kan herinneren. Mogelijk vergat ik er enkele. Mijn excuus daarvoor is dat het al zo lang is geleden en dat ik alleen op mijn geheugen moest afgaan.
Paard en wagen van melkzaak Molegraaf. Zoon Johan loopt naast de wagen. |
Sprangse molen met het molenaarshui3, dat m de dertiger jaren afbrandde. |
NASCHRIFT
Groenten werden ook nog met paard en wagen gevent door Verhagen en de Rikkert (naast de Geref. Kerk aan de Meistraat). Melk door Kobus Snijders, die naast het gemeentehuis woonde. Verschillende aardappelboeren uit "de Klei" ventten hun waren met een huifkar. Ook klompen werden op deze wijze aan de man en vrouw gebracht.
In de aardbeicntxjd werden deze met paard en wagen gevent met o.a. de roep:
"aardbeien, aardbeien, rijpe, rond, ze smelten als suiker in je mond"
De uit Scheveningen afkomstige en in Waalwijk wonende Cor en Jan Harteveld verkochten vis met gebruik van een bakfiets. Dan had je ook nog een Belgische marskramer, die in een kistje, voorzien van schuiflaadjes, knopen, lint enz. te koop had. Hij kon boeiend vertellen over de inval van de Duitsers in Belgic in de Eerste Wereldoorlog. O.a. Toon de Kruik uit "het Straatje", uit Kaatsheuvel haalde met paard en wagen todden op met de roep: "Toddelegge, todaelegge". Ook uit "het Straatje" afkomstig waren Kaatje en Janske. Twee vrouwen die onafhankelijk van elkaar pantoffels aan de deur te koop aanboden. Beiden hadden ze die pantoffels in een grote mand die op de rug werd gedragen. De zolen van de pantoffels werden in de oorlogsjaren van oude fietsbanden gemaakt. De kruidenierswinkels werden veelal bevoorraad door de in Capelle wonende grossier G.A.S. de Bas. Deze was ook wethouder. Met paard en wagen werden de waren bezorgd. Bevoorrading met rookartikelen geschiedde vooral door de Rooij-Bourgonje uit Baardwijk. Wout Spuijbroek uit Sprang was daarbij betrokken. De Rooij bereed een prachtige Harley Davidson. Hierboven werd nogal eens een paard genoemd. Zoals bekend kan een paard hier en daar eens wat uitwerpselen laten vallen.
Smeerboel? Neen, want de2e werden dagelijks opgeruimd door de gemeentelijke wegwerker Chris de Rooij. de vader van de gefsilleerde verzetsman "Jan de Rooij".
Voor de handhaving van de orde waren er de gemeente veldwachter Kuijsten (hierover schreef mevrouw Haverhals al eens een stukje), de rijksveldwachter Gouda en marechaussees uit Kaatsheuvel. Deze laatsten fietsten altijd met z’n tweeën met hun sabels aan de stang van de fiets bevestigd. Indrukwekkende uniformen hadden zij aan. Kuijsten werd opgevolgd door Van Overcem en deze weer door Draaisma. Ook ’ s avonds kon je gerust naar een winkel gaan want Sprang had straatverlichting!’ Het waren gaslantaarns. Er stond er één bij ons voor het huis (nu supermarkt ExrtTé), dan één bij de winkel van Raamstijn, en dan weer één bij de Dick Flemmingstraat. Dus dat was niet gek! Ze brandden in het donkere jaargetijde, misschien van september tot en met april?? Maar niet altijd, alleen tussen het laatste en eerste kwartier van de maanstand. Voor de periode tussen het eerste en laatste kwartier was het maanlicht voldoende. De lantaarnopsteker begon met zijn laddertje over de schouder bij de grens met Vrijhoeve- Capelle, zette het laddertje tegen de lantaarnpaal, klom naar boven en stak dan met een lucifer het licht aan. Een zee van licht (!) verspreidden de broze gaskousjes, die vaak moesten worden vernieuwd. Maar de techniek ging ook toen met rasse schreden vooruit. Het duurde dan ook niet lang of de waakvlam deed zijn intrede. De lantaarnopsteker ging toen met een stok, met daaraan een haakje, langs de lantaarns, trok met die stok aan een kettinkje en o, wonder van techniek, meteen volop licht. Als hij de laatste lantaarnpaal aan het Oosteinde had bewerkt, moest hij weer terug naar het westeinde om de lantaarns weer uit te doen.
In 1935 bedroegen straatverlichting Sprang-Capelle f. in 1995:
de kosten van de van de gehele gemeente 2.534,75 en 60 jaar later,
Energie Onderhoud Kapitaallasten Totaal
f. 112.904,26
f. 94.319,95
f. 19.549,75
f. 226.773,96
De kosten in 1995 waren ruim 89 x zo hoog dan die in 1935!