De argumentatie, dat zelfs in een wereldstad als Parijs tal van stadsstoomtramwegen de straten

deelde met het overige verkeer, dat daar al immens was, kon de Raad niet vermurwen. Door faillissement van de NBSM kwam de lijn in handen van de in 1893 opgerichte N.V. Stoomtramweg Tilburg - Waalwijk, die de exploitatie van haar lijnen in handen gaf van de Hollandsche Buurtspoorwegen. En die zagen wel iets in een tramlijn
's-Hertogenbosch-Drunen-Heusden. Op 8 november 1896 werd deze lijn officieel in gebruik genomen. Die lijn krijgt dan 1 mei 1897 een zijtak Drunen-Baardwijk. Maar de verbinding Besoyen-Baardwijk is er dan nog steeds niet ! Dat wordt eerst een feit op 17 november 1902 wanneer de Raad van Waalwijk na bemiddeling door Gedeputeerde Staten overstag gaat en daarmee de beruchte Waalwijkse tramkwestie haar einde vindt. Maar ook de buurgemeenten zaten er maar mee ! Hoewel, die buurgemeenten, met name Vrijhoeven Cappel en Capelle, hadden ook hun tramkwestie. De destijds slechte toestand van de Waalwijkse haven met haar eb en vloed en de geringe diepte van de Oude Maas deden de Noord-Brabantse Stoomtramweg-Maatschappij ook aansluiting zoeken bij de Capelse haven. Wel merkwaardig, want die was zeker niet beter dan de Waalwijkse haven, maar men zag in 1881 wel exploitatiemogelijkheden in een nieuw baanvak naar de Capelse haven.
Dat baanvak liep vanaf de lijn Tilburg-Waalwijk langs Kaatsheuvel via de Berkdijk, kruiste de Zuidhollandsedijk en liep vervolgens langs een voetpad (het huidige Trampad) naar de Nieuwstraat (nu Raadhuisstraat) tegenover ‘de woning van de heer Heijmans’, om westwaarts om te buigen via de Nieuwstraat in Vrijhoeven Cappel naar de Nieuwstraat (nu Heistraat) in Capelle en wat het laatste stuk betreft, zuidelijk van de Nieuwstraat naar de Nieuwe Vaart en tenslotte over de weg van de Binnenpolder van Capelle (de huidige Wendelnesseweg-west) door de kom van Capelle naar de haven aldaar.
De gemeenteraden van Vrijhoeven Cappel en Capelle hadden daartoe respectievelijk op 10 december 1881 en 27 oktober 1881 een concessie verleend. Ondanks de lintbebouwing in Vrijhoeven Cappel en in Capelle bleef op deze lijn het passagiersaanbod ver beneden de verwachtingen en werden al spoedig de tramdiensten - zelfs tot tweemaal toe - ingekrompen. In april 1885 deelde de concessionaris, de NoordBrabantsche Stoomtramweg-Maatschappij te Tilburg, mede voornemens te zijn het baanvak te sluiten. Omdat zulks niet in overeenstemming was met de verleende concessies moest naar een minnelijke oplossing worden gezocht. Met de gemeente Vrijhoeven Cappel werd die al spoedig gevonden. De Raad ging in zijn vergadering van 30 mei 1885 met de opheffing van het baanvak akkoord, mits de gestorte waarborgsom (f 600,--) aan de gemeente zou vervallen, een brug over de sloot aan de Zuidhollandsedijk (toen Loonsedijk) om niet aan de gemeente zou overgaan, terwijl de gemeente zelf voor rekening van de NBSM de tramrails zou opbreken en de wegen weer in oude toestand zou herstellen. Dit compromis kwam tot stand. De gemeenteraad van Capelle verklaarde in zijn vergadering van 30 april 1885 geen genoegen te nemen met de staking van de tramlijn naar Capelle. Er ontstond bovendien een geschil met de NBSM over de huur van gronden aan het eindpunt van de tramlijn nabij de Capelse haven. Dit resulteerde in een rechtsgeding, hetgeen de sfeer tussen partijen niet ten goede kwam. Toen de NBSM per advertentie de aanbesteding van het opbreken van de rails aankondigde, blijkbaar zonder voorafgaand overleg met het gemeentebestuur, besloot het gemeentebestuur dan ook het opbreken van de rails door de politie te doen beletten. In mei 1887 werden van gemeentewege de voorwaarden vastgesteld voor het opbreken van de tramrails. Inmiddels werd in februari 1888 het proces voor de Arrondissement Rechtbank door de gemeente gewonnen en hoewel de NBSM in beroep ging stelde ook het Gerechtshof in Den Bosch de gemeente in het gelijk. De achterstallige huur ten bedragen van f 1572,28 werd door de NBSM betaald.
Het baanvak naar Capelle was maar een korte duur beschoren geweest. Een episode was ten einde. Alleen de naam Trampad herinnert er nog aan. Begrijpelijk dus, dat de spoorlijn Zwaluwe-Waalwijk op 1 november 1886 met vreugde ontvangen werd. Hoewel men ongaarne geld uit de gemeentekas beschikbaar stelde voor feestelijkheden en nog minder voor feestelijkheden in een andere gemeente, n.l. in Waalwijk, besloot de gemeenteraad van Capelle f 100,-- voor dat doel uit te trekken en de ‘wachterswoning’ ter plaatse met 20 lampionnen te versieren !