1) Elke 2 jaar trad toen 1/3 van de raad af. Was het aftredend raadslid tevens wethouder, dan trad hij ook af als wethouder.
Na verkiezing raadsleden in de open gevallen plaatsen hun toelating als raadslid de benoeming wethouder door de raad plaats.
2) Was tevens ontvanger.
3) Deze overleed in maart 1887. Secretaris H.A. Aalfs werd tevens tot ontvanger benoemd.
De raadhuizen waren toen betrekkelijk nieuw.
Capelle had in 1879 een nieuw raadhuis aan de Hoofdstraat gekregen; dat in Vrijhoeven Cappel was in 1885 nieuw gebouwd en stond ongeveer tegenover het huidige gemeentehuis van Sprang-Capelle. Alleen het raadhuis van Sprang was ouder. Het stond aan de Kerkstraat ongeveer ter hoogte waar thans zich ‘Houthandel’ van Van Tilborgh b.v. bevindt.
In elk van die raadhuizen was ook de provoost ondergebracht, de cel voor arrestanten. Ook de gemeenteveldwachter woonde in een gedeelte van het raadhuis. Meestal had hij vrij wonen als emolument op zijn karig salaris. Van de voormalige raadhuizen is thans geen spoor meer te vinden.
Lokale overheidstaken
De taken van de lokale overheden waren rond 1886 nog zeer beperkt. In de loop van de laatste 100 jaar konden we telkens in een bepaalde periode de taak van de gemeenten met een enkel woord typeren. Zo spreken we in onze tijd van de welzijnsgemeente, omdat het lokale beleid behalve op openbare orde en veiligheid gericht is op de bevordering van het algemeen welzijn in de ruimste zin, n.l. welvaart, verkeer, cultuur, sport en recreatie, milieu, volkshuisvesting, een goed sociaal klimaat, een goede uitleg van steden en dorpen door bestemmingsplannen enz. Daarvan was in 1886 geen sprake. We typeren de gemeenten van die tijd dan ook als de nachtwakersgemeenten, zeker de plattelandsgemeente. De voornaamste taak was - evenals die van een nachtwaker - bescherming van persoon en goed. Daarnaast was er de zorg voor straten en wegen, gebouwen die eigendom der gemeente waren, havens, waterlopen en begraafplaatsen, openbaar onderwijs en armenzorg. Zo was het ook in onze drie gemeenten. Het totale budget van de drie gemeenten bedroeg volgens de rekeningen over 1886•