SLEUTELPERIKELEN IN 1689

M. van Prooijen

Zoals uit het voorgaande artikel blijkt, waren er omstreeks 1619 enige moeilijkheden tussen de Sprangse Kerkenraad en enige voormalige diakenen omtrent de vraag wie de rekeningen van de kerk zou bewaren alsmede waar en hoe die zouden worden opgeborgen.

De oplossing werd gevonden. De rekeningen zouden worden opgeborgen in de kerk in een archiefkist met 3 verschillende sloten, waarvan de sleutels bij 3 personen, ieder 1 sleutel van 1 slot, zouden komen te berusten.

Soortgelijke problemen deden zich in de tachtiger jaren van de 17e eeuw voor ten aanzien van de sleutels van de bewaarplaats van de dorpskist van Sprang.

Die dorpskist bevatte notulenboeken, rekeningen en andere archivalia van de burgerlijke overheid, Schout en Schepenen,van Sprang en was met goedvinden van die dorpsregering ter beveiliging tegen diefstal en brand in bewaring gesteld in de brandvrije kamer in de kerk. Dat was de kamer boven de huidige consistorie. Die dorpskist was ook een kist met 3 verschillende sloten, waarvan de sleutels over 3 leden van de burgerlijke overheid verdeeld waren, ieder 1 sleutel van 1 slot. Men kon dus de kist alleen maar openen wanneer de 3 sleutelhouders tezamen waren.

Maar de drie leden beschikten niet over de sleutels van de kerk en van de deur van de brandvrije kamer en telkens wanneer zij in de kist moesten zijn, moesten zij aan de predikant, de koster, een diaken of andere kerkenraadsleden vragen de deur van de kerk(de consistorie) en van de brandvrije kamer te openen. Zoiets moest tot moeilijkheden leiden, dat laat zich begrijpen.

Nu eens was de dominee of de koster of een diaken afwezig en dan konden Schout en Schepenen niet bij de dorpskist komen omdat de sleutels van de kerk en de brandvrije kamer niet te bekomen waren. Dat was een onduldbare situatie, die aanleiding gaf tot heel wat ongerief en uiteraard ook ongenoegen. Veel is daarover gesproken, maar vele malen ging het toch weer mis.

Dat leidde er toe, dat Schout en Schepenen besloten, dat er tweede sleutels van de consistorie en de brandvrije kamer moesten worden gemaakt ten behoeve van de burgerlijke overheid.

De Schout en de dorpssecretaris kregen ieder de beschikking over een sleutel van de bovenste brandvrije kamer, een schepen kreeg een sleutel van de kerkdeur en een andere schepen bekwam een sleutel van de eerste brandvrije kamer, zodat het dorpsbestuur toegang zou hebben tot de dorpskist en het archief.

Een extract uit het "Resolutieboek van Sprangh" aangaande de "naargemaackte sleutels der consistorie" volgt hieronder. Hieruit blijkt weer eens temeer hoe toenmaals het oppergezag over het kerkgebouw bij Schout en Schepenen berustte.

Extract

Martos, den 1e meert 1689

Alsoo bij goetvinden der Regeringe als is voor desen deses dorpskisten in bewaring sijn gestelt inde brantvrij kamer inde kercke; ende het aen Schout ende gerechten seer ongelegen was om telkens soo vanden predicant, coster, diaconen ende andere de sleutels van de kercke ende kamere aldaer inde kercke te versoecken, oock dat gebeurt is, dat bij absentie van eenige der kerckenraderleden den Schout ende gerechten verlegen zijn geweest om inde kercke in dorps- kiste te komen, vermits de sleutels niet te becomen waren tot groot ongerieff van de regeringe ende alle andere met recht te doen hebbende, waeromme Schout en de gerechten van Sprangh tot gerieff van een ider goetgevonden hebbende tweede sleutels van de kercke ende kamer te doen maecken, geresolveert hebben deselve te verdeelen, te weten vande bovensten brantvrij kamer in de kercke een aenden Schout een aenden Secretaris, Van de kerckedeure aen een Schepen, ende den vierden van de eerste brantvrij kamer, mede aen een Schepen, alles om acces (toegang) ende reces (teruggang) te hebben tot dorpskisten ende archiven, lastende een ieder die 't aengaen mach, haer daer naer te reguleren, ende dit alles bij provisie actum (voorlopig gedaan) et coram ut infra (in tegenwoordigheid van zoals hieronder) en was onderteeckent 0. Wolffs, Handerik Cornelis Zwerts, Jan Jansz de Bie G. Verwiel, Christoffel Molengraeff, Dirck Oerlemans, Jacob de Bie, Jan Dircszn. de Groot

Geextrach eert uijttet resolutieboeck van Sprangh ende daermede bevonden te accorderen deses 5 meert 1689 bij mij secretaris

Anth. Timmers

1689