Bij zijn genealogische naspeuringen in het Rechterlijk Archief van Sprang stuitte de heer L.H. Westdijk te Koudekerk a/d Rijn nog op een tweede akte, welke interessant genoeg is om in "Bruggeske" te worden opgenomen. Het betreft hier een op verzoek van Schout en Regenten van Sprang door beëdigde deskundigen afgelegde verklaring inzake de schade, veroorzaakt door een zeer zwaar onweer boven Sprang op 28 mei 1730.
Schout en Schepenen legden dit rapport over bij hun verzoek aan de Staten van Holland om vrijstelling van belasting op grond van onvermogen der bevolking als gevolg van de geleden schade.
De Redactie
Rechterlijk Archief Sprang bundel 65 folio 332 van 2-6-1730
Compareerde voor d'Heer GIJSB. VERWIEL, Schout, WILLEM VAN NIEUWENHUYZEN en BAYE KOK, schepenen van Sprang, ANTONY MOUTHAEN, NICOLAAS MOUTHAEN en JAN KIVITS, schepenen der Heerlijkheyt Venloon (= Loon op Zand) naest en geenclaveert gelegen met dit dorp van Sprang, de welke ter instantie en versoeke van schout en regenten alhier bij desen verclaren, attesteren en affirmeren onder presentatie van eed, sigselven te hebben laten vinden in de ackers en velden alhier ten eynde aldaer te visiteren de schaden ter oorzake dat op den 28en der maend May deses jaers 1730 des namiddags omtrent zes uren alhier tot Sprang een seer swaer onweer van donder, hagel, storm en wind is ontstaan, zodanig dat geen mensch het selven ooyt zodanig beleef en gesien hebben, waer door alle het koorenland geheel en all is geruneert, bedorven en tot niet geraekt en de glasen in de huysen door die hagelsteenen ingeslagen, zodanig dat de kosten die daer aan gedaan tot het bezaeyen daer af niet konnen getrocken of geproffiteert worden, maer dat deselve desert en woest moeten blijven leggen, sulx dat de inwoonders het minste zaetkoorn na menschen gedagten daer af niet sullen konnen proffiteren of genieten, sodat de inwoonders van voors. Dorp van Sprang de schade door dat voors. onweer geleden, buyten staet en onmagt geraekt zijn, eenige lasten so reeel of perzoneel te konnen opbrengen.
In oirconde dese ondertekent binnen Sprang den 2en Juny 1730.