De pijp, die bij zijn uitmonding in het kooimeertje nog niet overdekt is, wordt alras overkoepeld door steeds lager wordende bogen van teenhout, waarover kippengaas is gespannen. De eenden, die al een eindje in de pijp zwemmen, kunnen dus al spoedig niet meer de vrije lucht tegemoet.
Nog een kijkje op het kooimeer in de Eendenkooi.
Langs de buitenoever van de pijp zijn manshoge rietschermen geplaatst, enigszins hoekig op de pijp, de uiteinden - met openingen ertussen - elkaar overlappend, zodat ze zich vanuit de plas en vanuit de pijp als één geheel voordoen. In de rietschermen zitten spleten, waardoor do kooiker in de richting van de kooiplas kan kijken of er eenden in de monding van de pijp of dichterbij in de pijp in aantocht zijn. Daarachter is in onze kooi nog een manshoge rietschutting aangebracht, die de kooiker instaat moet stellen ongezien langs de vangpijp te lopen. De oevers van de vangpijp zijn bij de uitmonding in de plas met dwars staande rietmatten afgeschermd om elke verontrusting van vogels uit de plas uit te sluiten. Do pijp verloopt in een kromming opdat de eenden op de plas niet kunnen zien wat zich aan het eind van de pijp afspeelt, want daar bevindt zich de val, die de kooiker van buitenaf met een klapdeurtje kan openen en sluiten.
In welke van de pijpen gevangen wordt hangt van de windrichting af. Eenden zwemmen nl. in die pijp waar de wind ze tegemoet waait.
Zijn er wilde dóórtrekkende eenden "ingevallen” op de plas dan moeten ze in de vangpijp worden gelokt. Dat nu is de taak van de lokeenden en van het op dit werk afgerichte hondje. Wanneer het hondje door de openingen tussen de elkaar overlappende rietschermen plotseling tevoorschijn komt, langs de over loopt en aan het begin van de vangpijp eensklaps weer verdwijnt tussen de matten, dan jaagt hij niet allen alle op de wal rustende eenden het water in, maar maakt tevens al het eendevolk doodnieuwsgierig. Met de lokkers en de staleenden voorop zwemt de hele troep de pijp in, wat angstig en op zijn hoede, maar ze worden onweerstaanbaar aangetrokken door de verschijningvan het hondje.
Eén van de vier vangpijpenvan het hondje. Weer verschijnt en verdwijnt het hondje nu verder in de pijp en zo telkens weer. Onderwijl strooit de kooiker, die alles door de loerspleten in de rietmatten volgt, voer voor zijn lokeenden, die, hieraan gewoon, verder en verder de pijp inzwemmen, hun wilde verwanten meevoerend. Zijn ze ver genoeg, dan verschijnt de kooiker plotseling van achter de schuinstaande rietmatten, en jaagt hij de eenden op in de richting van het einde van de pijp. De lokeenden reageren niet, die kennen dit spel, maar de wilde eenden vliegen in paniek verder de pijp in tot de valdeur zich achter hen sluit. Dan worden ze in onze eendenkooi geringd, gemeten en weer vrijgelaten. Voor de eenden loopt het deze keer goed af en de wetenschap, die de levenswijze van de vogels en de vogeltrek bestudeert, wordt gebaat.
Tot zover "Bruggeske" 1988-1.
De sluiting van de "Eendenkooi heeft verstrekkende gevolgen:
1.De kooiplas zal dicht groeien met waterplanten en op de duur verdwijnen. Wildgroei zal ervoor in de plaats komen. Over een stuk historie en folklore valt het doek. Voor de bevolking van de Langstraat zal dit een groot verlies betekenen. Vele excursies werden in de laatste jaren en worden ook hedentendage naar de Eendenkooi gemaakt, zulks onder leiding van de kooiker, de heer Colijn, die de bezoekers dan op lovende wijze over "de Eendenkooi vroeger en nu" vertelt. We bezitten in "De Dulver" een fraai natuurgebied. Maar straks kan niemand er meer een bezoek brengen. Wat heeft de bevolking dan aan een natuurgebied, dat zij niet kan bezoeken? Voor het publiek moeten excursies en bezoeken mogelijk blijven.
Een blik op één der andere vangpijpen.
2.A1s gevolg van de sluiting zal een eeuwenoud beroep (van kooiker) verdwijnen uit onze contreien. Slechts weinigen zijn er mee bekend. Die bekendheid zal straks geheel verdwenen zijn.
3.De Eendenkooi in De Duiver is de enige binnen het Samenwerkingsverband Midden-Brabant. Dit zou dan verloren gaan. Dat kan en mag toch niet gebeuren.
4.Eendenkooien met inbegrip van het kooibos, zijn biologisch van zeer groot belang. Hier vinden een groot aantal vogels hun voedsel, hun zo zeldzame maar broodnodige rust en stilte alsmede hun broedgebied.
Eendenkooien zijn voorraadschuren van voedsel voor insekten, vogels on zoogdieren.
5.Hetzelfde kan gezegd worden van de plantengroei, die in en om de Eendenkooi in De Duiver heel bijzonder is.
De Dulver werd in de jaren 1955-1960 een parel van Nederland genoemd vanwege de bijzondere vegetaties met zeer zeldzame soorten. Hoewel dit thans minder is dan in de jaren 1955-1960 heeft dit gehele reservaat inclusief de Eendenkooi toch een zo grote natuurwaarde, dat het nooit verloren mag gaan. Het is een natuurmonument, dat niet mag worden geschonden.
6.In de loop der jaren zijn vele zeldzame planten gestolen. Het is regelmatig voorgekomen, dat lieden van elders, zelfs uit de grote steden van Nederland, deze zeldzame planten kwamen uitsteken, om ze voor veel geld te verkopen. Daarom zijn de zeldzame soorten zo teruggevallen (zie 5). Wanneer dit gebeurt wanneer er nog toezicht is, wat zal dan in de komende jaren geschieden, wanneer er in het geheel geen toezicht meer is?
7.Eendenkooien zijn van historisch belang, omdat ze als typisch Nederlandse vang-inrichtingen een eeuwenoude oorsprong hebben. Zij vormen cultuurhistorische monumenten, die in alle opzichten geld en aandacht waard zijn en onder geen beding mogen verdwijnen.
8.Als landschappelijk element zijn eendenkooien bijzonder waardevol. Het is bijzonder verrassend, wanneer in een landschep van weiden en sloten plotseling een bos opduikt en maar al te weinig wordt beseft, dat dit één van de oudste menselijke invloeden in en op het landschap is. Want zo'n eendenkooi in een bos is niet alleen maar een vernuftige vanginrichting maar vormt tevens een natuurreservaat. En juist in onze verantwoording voor natuur en landschap zijn we verplicht dat in stand te houden.
9.Enkele cijfers betreffende De Dulver met Eendenkooi:
In 1991 werden 51 vogelsoorten als broedvogel genoteerd. Daarnaast werden nog 20 andere soorten waargenomen. In totaal komen hier 71 soorten vogels voor. Voorts zijn er in 1991 225 soorten planten genoteerd. Hiervan zijn 7 rode lijst-soorten (in Nederland bijna uitgestorven planten) en 42 aandachts- of indicatiesoorten.
10.Sluiting betekent een belangrijk kapitaalverlies, want de eendenkooi en kooiplas zullen dicht groeien en op de duur verdwijnen. Zal men in de toekomst De Eendenkooi weer willen herstellen, dan zal dit alleen ten koste van veel geld mogelijk zijn.
11.Wie gaat de registratie van de wilde eenden ter hand namen of vervalt dat geheel?
Het is duidelijk dat het uiterste moet worden gedaan om onze Eendenkooi te behouden. Zij mag niet verloren gaan.
In overleg met wethouder Ir. P. Konings van de gemeente Sprang-Capelle is besloten een werkgroep te vormen om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn de Eendenkooi te behouden en welke wegen daartoe bewandeld zouden moeten worden.
Wanneer u wilt toetreden tot deze werkgroep en ook geïnteresseerden uit 's-Gravenmoer en Waspik zijn welkom - dan kunt u zich opgeven bij onze secretaris, de heer Joh. Rosenbrand, Waspiksedijk 21, 5161 NS, Sprang-Capelle, telef. 04168- 1676.