door Piet van Ferneij
“U bent nu lid sinds het najaar van 2008. Toch? Maar kennen ze u eigenlijk wel in Sprang-Capelle?”
“Ik vrees van niet, alhoewel ik eigenlijk toch al vanaf 1973 in de Van Goyenstraat woon. Als geboren Amsterdammer was ik na mijn studie als HTS-er weg- en waterbouw veel van huis, ook toen wij al in Sprang woonden. Voor Nederhorst, een internationale bouwonderneming, was ik achtereenvolgens bij zeer grote projecten betrokken. In België, Duitsland, Turkije, Dubai, de Verenigde Emiraten, Nigeria, noem maar op. We bouwden er haveninstallaties, terminals, winkelcentra, hoogbouwprojecten, appartementsgebouwen.” Maar wat voor werk deed u daar nu eigenlijk? “Samenvattend zou je kunnen zeggen: projectleider zijn. Het afstemmen met de architecten en heel veel coördineren. Er op letten dat alle materialen op tijd ter plekke waren, dat de projecten volgens de plannen werden uitgevoerd. Daarna, vanaf 1986 tot mijn prepensionering in 2004, was ik werkzaam bij ING. Uiteraard ook daar weer nauw betrokken bij technische beheersingsprocessen. Het secretaris-zijn van het presidium van de Centrale OR van ING was voor mij de afsluiting.” Meneer Bakkenist, hebt u na een paar maanden lid zijn al een indruk van onze vereniging?
“Zeker. Tijdens de twee lezingen die ik bijwoonde in Zidewinde viel het me meteen op, dat het een echte gezelligheidsvereniging is. Mooie avonden waren het, met een sterk sociale functie. De presentaties waren trouwens goed voorbereid. Uit de verslagen van de jaarvergaderingen blijkt, dat veel in de vereniging gezekerd is, zorgvuldig en goed onderbouwd. De financiële positie van de vereniging is eigenlijk te goed.” Hebt u zelf ook iets met heemkunde?
“Jaren ben ik lid geweest van de historische vereniging voor oudheidkunde van Oud-Amsterdam. Met uiteraard een sterke interesse voor opgravingen, oude panden, cultuurbehoud en monumentenzorg.
Maar eerlijk gezegd ben ik niet zo goed op de hoogte van wat hier in Sprang-Capelle allemaal speelt.”
En wat vindt u van ‘Bruggeske’, ‘Het Kostersluik’ en onze site? “Nadat ik inmiddels in rap tempo een twintigtal ‘Bruggeskes’ heb gelezen, mag ik wel zeggen te hebben genoten van de historie van onze dorpen. Hoewel er natuurlijk in de loop der jaren al erg veel is gepubliceerd, wil ik de redactie er toch op wijzen zich te blijven beperken tot historisch verantwoorde en interessante bijdragen. Immers, onze vereniging is een historische vereniging. ‘Het Kostersluik’ zal, zeker voor zo’n grote vereniging met toch ruim 300 leden, als informatiebron steeds belangrijker worden. En over de website die ook alle informatie geeft, niets dan lof.”
Tot slot, meneer Bakkenist, denkt u met uw kennis en ervaring in de toekomst nog wat voor onze vereniging te kunnen betekenen? “Het is in ons gesprek eigenlijk niet ter sprake gekomen, maar met nog diverse bestuursfuncties en vakbondswerkzaamheden moet u daar maar niet vanuit gaan.”