De revolutie van de Sprangse en Capelse patriotten 1783 -1787’ door dr. Joost Rosendaal
Joost Rosendaal, zoon van ons verenigingslid Jan Rosendaal, bestudeerde al vanaf zijn twaalfde de archieven van de gemeente Waalwijk. Zijn geschiedenisscriptie op de middelbare school ging over de patriotten in Waalwijk. Hij studeerde cum laude af aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op een onderzoek naar patriotten in De Langstraat en Het Land van Heusden en Altena. Hij kreeg verschillende belangrijke prijzen voor zijn onderzoeken en is nu als docent verbonden aan de Radbout Universiteit. Hij schreef een tiental boeken waaronder het boek ‘Tot Nut van Nederland’ waarin hij o.a. de revolutie van de Capelse en Sprangse patriotten aan het einde van de achttiende eeuw beschrijft. Ruim voor 20.00 uur is de Beatrixzaal in Zidewinde al zo goed als gevuld en de toehoorders zien de startdia van de presentatie met de veelbelovende tekst: Revolutie in de Langstraat. Om acht uur heet de voorzitter een ieder welkom. Hij haalt de vele publicaties van Jan Rosendaal aan en laat daarbij de vraag of de belangstelling voor geschiedenis overging
van vader Jan op zoon Joost of juist omgekeerd, onbeantwoord. Vertelt dan dat we geholpen door Joost Rosendaal teruggaan naar eind 1700 toen in ons eenvoudige mooie dorp onverwacht sprake was van revolutie en burgeroorlog. Hij moet toegeven dat voor veel Sprang-Capellenaren de geschiedenis vrij onbekend is en dat als op zijn school bij geschiedenisles de 18de eeuw aan de orde moest komen het meestal grote vakantie werd. De voorzitter eindigt met zijn nieuwsgierigheid uit te spreken naar de rol van dominee de Merree en geeft daarna het woord aan Joost. Na opgelucht vastgesteld te hebben dat de headset gewoon werkt, begint Joost met te vertellen dat zijn lezing gebaseerd is op het boek ‘Tot nut van Nederland’ en wijst op de afbeelding van de molen en het stadhuis van Raamsdonksveer op de voorpagina van het boek. Schilderijen uit de omgeving van Raamsdonksveer zullen nog meer terugkomen in de lezing. Voor de pauze wordt over de patriotten in het algemeen en met name in Heusden verteld waarbij de lijnen naar Sprang worden aangegeven en na de pauze wordt ingegaan op de gebeurtenissen in Sprang-Capelle. Op het scherm geeft een afbeelding van de Historische Courant van 18 januari 1787 aan: “ Inwoners van Sprang kiezen zelf hun bestuur”. Dit was toen natuurlijk eigenlijk onbestaanbaar. Hoe kwam dat zover ? De Nederlandse revolutie begon in 1783. Er leek een relatie met de Franse revolutie gericht tegen God en het geloof. De patriotten in Nederland waren er echter al voor de Franse revolutie. Na de patriotten kwam er een contrarevolutie, een slechte periode met onbekwame bestuurders. Gevolgd door de Bataafse omwenteling en de periode van de revolutie eindigde in 1799. Het pamflet ‘Aan het volk van Nederland’ van politicus en edelman Joan Derk, baron van der Capellen tot den Pol, dat op 26 september 1781 in alle grote steden in de Republiek werd verspreid, leidde er uiteindelijk toe dat Nederlanders op Nederlanders gingen schieten. De bevolkingsdichtheid en de economische, godsdienstige situatie in De Langstraat worden geschetst. Burgers gaan leren om te gaan met wapens. Het belang van het aanpakken van bestuurlijke misstanden komt aan de orde. In de politiek was toen al sprake van een enorme taalverruwing. De dreiging van een Habsburgse vorst om de Nederlanden aan te vallen leidde er toe dat gepoogd werd dienstplicht in te stellen. De ingewikkelde situatie in de Republiek in die achttiende wordt door de spreker op een duidelijk begrijpelijke manier uitgelegd, in de beleving van de gewone man, verduidelijkt met passende (spot)prenten, Joost heeft zich duidelijk meer dan goed in de situatie van de ons onbekende 18e eeuw ingeleefd. Het interessante verhaal voor de pauze eindigt met de vermelding van het Slagje bij Vreeswijk in 1787 die door de patriotten gewonnen wordt. Na de pauze komt de opstand in Capelle en Sprang aan bod. Geholpen door patriotten uit Heusden kiezen de bewoners hun eigen bestuur. Vooraanstaande inwoners nemen daarbij het voortouw, enthousiast gemaakt door een vergadering in Utrecht. Maar deze eerste poging tot meer openheid en democratie in het plaatselijke bestuur werd al snel de kop in gedrukt. De vrouw van stadhouder Willem V, Wilhelmina van Pruisen, riep haar de broer, de koning van Pruisen (zie foto), te hulp. Hij kwam met een leger van 20.000 man zijn zuster te hulp. De leiders van de revolutie moesten hun heil ergens anders gaan zoeken. Opmerkelijk aan deze opstand is dat het ook ging om vrijheid van godsdienst met name voor de rooms-katholieken. De komst van de koning van Pruisen moest duur betaald worden. Er werd vanwege de revolutie een strafbelasting opgelegd aan de bewoners van de Republiek. Later werd daar de Brandenburger Tor in Berlijn van gebouwd. De voorzitter riep iedereen op om bij een bezoek aan Berlijn minstens onder de Brandenburger Tor door te lopen en te denken: ‘Die is ook een stukje van ons.’
Anton van der Galiën