Wat een overbodige vraag denkt u misschien, want wie kent Jan de Rooij nu niet? In ons dorp Sprang - Capelle en in de omgeving is Jan de Rooij alom bekend als verzetsstrijder van de groep André.
Jan de Rooij ging eind december 1944 vanuit het al bevrijde zuiden, over de Maas naar het nog door de Duitsers bezette Land van Heusden en Altena. Zijn doel was de activiteiten van de Duitse troepen over te seinen naar het verzet in Sprang-Capelle.
Zijn geheime zender werd ontdekt op een boerderij in Dussen, waarna de bewoners gegijzeld werden. Toen Jan dit hoorde, meldde hij zich geheel vrijwillig bij de Duitsers. De bewoners van de boerderij werden vrijgelaten. Jan de Rooij werd gevangen genomen en weggevoerd naar Amsterdam.6 januari 1945 werd hij daar ter dood gebracht.
Deze korte samenvatting van het gebeuren als verzetsstrijder is door velen uitvoerig beschreven en ook ver buiten ons dorp bekend. Het leek ons als Heemkunde Kring van Sprang-Capelle zinvol om ook iets van de persoon 'Jan de Rooij' te leren kennen. Bijvoorbeeld, wat dreef deze dappere jongeman om als spion de Maas over te gaan. Mevr. Vos -de Rooij, zijn enige nog levende zuster kon ons daar nog iets over vertellen. Wij zijn Mevr. Vos- de Rooij dankbaar voor het vertrouwen en de gelegenheid die zij mij bood iets over het innerlijk van haar broer te mogen schrijven, waardoor wij allen Jan de Rooij nader leren kennen.
Jan Hendrik de Rooij werd 20 augustus 1923 in Sprang geboren. Het grootste gedeelte van zijn leven woonde hij op het Oosteinde, hemelsbreed ongeveer 100 meter verwijderd van de plaats waar nu het verzetsmonument staat dat zijn naam draagt. Hij was de zoon van Christiaan Lambert de Rooij en Elisabeth de Rooij-Timmermans. Vader de Rooij was werkzaam bij de Gemeente Sprang-Capelle.
Het gezin telde 4 kinderen waarvan Jan de jongste was. Jan groeide op tot een rustige jongen en bezocht de Christelijke Lagere School in Sprang, aan vrienden ontbrak het hem niet. Mijnheer A. Dees, een Zeeuw van geboorte was op deze school hoofdonderwijzer en gaf uitstekend les. Vaderlandse geschiedenis nam een voorname plaats in en bovendien was hij zeer oranje gezind. Ademloos luisterden wij als kinderen naar zijn boeiende lessen.
Koninginnedag was een echt feest. Vaderlandse liederen werden weken van tevoren ingestudeerd. Kinderspelen ontbraken op die dag natuurlijk ook niet. We leerden ook declameren. Wie van Mijnheer Dees les kreeg leerde o.a. het gedicht 'Het Geuzenvendel op de thuis mars'. De inhoud van zo'n gedicht liet niets aan de verbeelding over. In deze sfeer van vaderlandsliefde groeiden de leerlingen van de Chr. School in Sprang, waaronder Jan de Rooij, op. Opmerkelijk is dat later, tijdens de Duitse bezetting het verzet in Sprang-Capelle welig tierde.
Na het doorlopen van de lagere school kwam Jan in dienst bij houthandel Oerlemans als postjongen. Enige jaren later werd dit baantje verwisseld voor werk op een schoenfabriek in Kaatsheuvel. Met een oudere werknemer ging hij dagelijks te voet vanuit Sprang naar Kaatsheuvel. Mevr. Vos vertelde dat hun gesprekken onderweg vaak over de Bijbel gingen. Zijn metgezel was ouderling in de Ned. Herv. Kerk van Sprang en een gelovig man.
Intussen was Nederland door de Duitsers bezet. In Duitsland draaide de economische oorlogsmachine op volle toeren. Er was daar een nijpend tekort aan arbeiders. En dus werden mannen uit de bezette gebieden gedwongen in Duitsland te gaan werken. Via het arbeidsbureau werd ook Jan de Rooij gedwongen bij de arbeitseinsatz in Duitsland in te treden. Uit de brieven die hij aan zijn ouders schreef vernamen zij dat Jan bij een gezin ondergebracht was en in de schoenenindustrie werkte. Ook schreef hij over zijn geloof en vertrouwen op God naar aanleiding van Psalm 18:9
'Ik kan met U door sterke benden dringen; Met mijnen God zelfs over muren springen'
Na een tijdje mocht Jan voor even met verlof naar Nederland. Toch ging hij daarna weer terug naar Duitsland. Onderduiken bracht niet alleen voor hemzelf maar ook voor zijn familie grote moeilijkheden en gevaar met zich mee. Na zijn tweede verlofperiode besloot Jan echter niet meer terug te gaan en dook onder bij een gezin in Tilburg. Dat hield in, geen werk, dus geen inkomen, ook geen distributie bonnen voor voedsel e.d. En bovendien het gevaar om door het regiem opgepakt te worden met alle gevolgen van dien. Jan besloot om met zijn oudere broer in de polder te gaan werken. Hij verdiende er wat geld mee en het was daar redelijk veilig. Zo kwam Jan in aanraking met het verzet, in ons dorp ook wel 'de ondergrondse' genoemd. Later na onze bevrijding kreeg het de naam 'de groep André'. Sprang-Capelle was al op 29 oktober 1944 bevrijd. Het Land van Heusden en Altena werd pas bevrijd op 4 mei 1945. Er werd door de ondergrondse steeds contact gehouden met het verzet over de Maas. De Duitsers hadden daar een grote troepenmacht samengebracht. Er werd besloten iemand met een zender in het bezette gebied te brengen om zo de Duitse activiteiten over te kunnen seinen naar de groep André in Sprang-Capelle.Jan de Rooij woonde na de bevrijding van Sprang-Capelle weer bij zijn ouders op het Oosteinde. Vooral met zijn moeder besprak hij veel dingen. Ook vertelde hij haar van zijn plan om over de Maas te gaan. Zijn visie was. iemand moet het toch doen, en hij was niet getrouwd, had geen verkering en dus..' Moeder de Rooij luisterde. Tenslotte besloot Jan om te gaan. Zijn vader en moeder lieten hem de keuze. Half december 1944 zou hij de overtocht maken en op 20 januari 1945, zijn vaders verjaardag, hoopte hij weer terug te zijn. Jan nam afscheid van zijn familie. Mevr. Vos die altijd een zeer goede band met haar jongste broer had, kreeg bij dit afscheid het voorgevoel van, dit is voor het laatst, Jan komt niet meer terug. Zij hield dit stil voor zich.Zo kwam Jan over de Maas in Dussen terecht en vestigde zich op een boerderij. Mevr. Vos vertelde dat Jan de bewoners van de boerderij beloofde, als er moeilijkheden van komen treffen jullie geen schuld en neem ik alle verantwoording op mij.
Vanuit Dussen gaf hij geregeld berichten door over de Duitse troepen. De ontvangstpost in het oude gemeentehuis van Capelle werd kort voor Kerst door een vliegende bom getroffen. Juist op dat moment seinde Jan de Rooij alarmerende berichten over een mogelijke overtocht van de Duitsers. Dit na de oorlog alom bekende bericht, werd in Capelle, ondanks de ontstane chaos, toch ontvangen en doorgegeven aan de groep André. In de dagen hierna, liep Jan de Rooij in het bezette Dussen, groot gevaar. Toen hij een boodschap was doen, ontdekten de Duitsers zijn geheime zender. De bewoners van de boerderij werden gegijzeld en aansprakelijk gesteld, wat natuurlijk de dood tengevolge zou hebben.
Een ooggetuige vertelde het volgende. 'Uit de verte zagen we de bewegingen van de Duitsers, terwijl Jan de Rooij naderde om naar huis te gaan. We vertelden hem wat er gaande was en dat de bewoners van de boerderij gegijzeld werden. We waarschuwden hem niet verder te gaan. Jan ging toch. Geheel vrijwillig meldde hij zich bij de Duitsers, wetend wat de gevolgen zouden zijn. Hij hield zich aan zijn belofte, verantwoording voor de zender te zullen dragen. Daar is heldenmoed voor nodig.
Hierna werd Jan gevangen genomen en weggevoerd naar Amsterdam. Op 6 januari 1945 is hij door zijn beulen, die er niet in waren geslaagd hem een naam of adres te ontrukken, te Amsterdam gedood.
In Sprang-Capelle deden inmiddels geruchten de ronde over het ontdekken van de zender en de dood van Jan de Rooij. Als dit gerucht waarheid bevatte, wie zou dit bij de familie de Rooij gaan vertellen? Daar wist men nog van niets en bovendien lag moeder de Rooij met een zware kou op bed. Pas toen er volledige zekerheid was, nam de huisarts
H. Winkelman deze zware taak op zich en vertelde hen over de dood van hun zoon en broer Allen waren ontzet en bedroefd bij dit horen. Toen ze ook nog vernamen dat Jan zich vrijwillig bij de Duitsers had gemeld, was het antwoord van moeder de Rooij:' Dan heeft hij een grote daad verricht'. Alleen een dappere vrouw met een sterk karakter kan zo reageren op de dood van haar kind.
De algehele bevrijding van 4 mei naderde, ook voor de familie de Rooij. Voor hen zou de vreugde overschaduwd worden door de dood van een zoon en broer. Er kwamen echter ook voor hen nog troostvolle berichten. Toen Jan de Rooij in Amsterdam gevangen zat, had hij zijn celgenoot gevraagd, 'Als jij er levend uitkomt, breng dan een laatste groet van mij aan mijn ouders en familie'. Mevr. Vos kan zich de naam van deze mijnheer niet meer herinneren, maar wel het bezoek dat hij hun na de bevrijding bracht. Gekleed in een licht grijze tweedjas leek hij iets op Jan, zeker zijn jas. Toen hij plaatsnam in de huiskamer waar iedereen aanwezig was, sprong de poes op zijn schoot. Deze kat was echt het huisdier van Jan geweest, het liep hem overal na en was altijd bij hem. Had dit beest zich vergist, of miste het zijn baasje? Het trof de andere aanwezigen.
De boodschap die deze man hen bracht, bleek voor hen zeer kostbaar te zijn. Het was een laatste groet van hun zoon en broer voor zijn vader en moeder en voor allen die hem lief waren. Maar de allergrootste troost die hij hun mocht brengen was: 'Treur niet om mij, het is goed, ik ga naar een beter 'thuis~. Tijdens zijn gedwongen werkzaamheden in Duitsland was Psalm 18 hem reeds tot troost en steun geweest. We mogen veronderstellen dat Jan de Rooij, toen hij de dood in de ogen moest zien, ook instemde met het vervolg van deze Psalm
Hij is een schild en sch utsh eer voor de vromen'. Hij is een schild en sch utsh eer voor de vromen'.
Op 7 juli 1945 is zijn stoffelijk overschot onder overweldigende belangstelling met militaire eer herbegraven vanuit de Ned.Herv Kerk van Sprang. |
Na de rouwdienst werd het stoffelijk overschot van Jab de Rooij door leden van de verzetsgroep "Andre" uit de kerk gedragen. |
Jan de Rooij monument |
Ds. A. Sirag ging in deze indrukwekkende rouwdienst voor. Aan het einde van de dienst zongen alle aanwezigen 'Mijn schild en de betrouwen, zijt Gij 0 God mijn Heer'. Het stoffelijk overschot van Jan Hendrik de Rooij werd onder de tonen van 'het Largo van Handel, op de schouders van militairen de kerk uitgedragen. Buiten werd hij door militairen, het Rode Kruis, vele verenigingen en genodigden begeleid naar de algemene begraafplaats aan de Tilburgse weg. Daar heeft Jan de Rooij, tussen zijn beide ouders in, zijn laatste rustplaats gevonden. Postuum is door H.M. de Koningin aan Jan de Rooij "De bronzen leeuw" toegekend. De bronzen leeuw werd toegekend aan personen die zich in de strijd tegen de vijand door bijzonder moedige en beleidvolle daden hadden onderscheiden.