Het drama
Als in augustus 1942 de twee jonge kinderen van Harry en Anna Velleman-Coster, Barend en Constance in Sprang-Capelle zijn ondergebracht bij de familie Adriaan Haverhals in de Heistraat, slagen zij er ook in voor zichzelf een onderduikadres te vinden. En nog wel dicht bij hun kinderen! Hierbij is mevrouw C. van Loon - de Jong uit Waalwijk waarschijnlijk betrokken.
Zij krijgen onderdak bij Dirk van Dongen, slager, op Oosteind 61 (A62) in Sprang-Capelle.
Anna en Harry zijn hier erg blij mee. Ondanks het gescheiden zijn van hun kinderen, zijn ze blij weg te zijn uit Amsterdam. Weg van de razzia’s. Ze voelen zich veiliger in Sprang-Capelle. Zo hopen zij hun kinderen van tijd tot tijd te kunnen bezoeken. Helaas komt al vrij snel aan deze mooie situatie een einde.
Politieagent H.
Begin september 1942, zijn zij op weg om hun kinderen in de Heistraat te bezoeken. Op straat worden zij staande gehouden door een lokale politieagent H. En zonder pardon worden Harry en Anna gearresteerd. Zij worden meegenomen en gevangengezet. Vrij kort daarna worden zij op transport gezet naar het vernietigingskamp Auschwitz. Zij zullen het niet overleven. Anna Velleman-Coster wordt op 22 oktober 1942 vermoord in Auschwitz; zij is dan 27 jaar oud en Harry Velleman, wordt op 28 februari 1943 vermoord ook in Auschwitz; 29 jaar oud. Barend en Constance, hun kinderen, zijn zonder dat ze het weten weeskinderen geworden.
Nog meer verdriet
Na de oorlog blijkt dat van Barend en Constance ook hun oma, opa en oom Arno de oorlog niet hebben overleefd.