Poolse vlieger maakt noodlanding in Sprang-Capelle
Inleiding
In de zomer van 1944 hebben de jagers van de Royal Air Force hun verdedigende rol voor een belangrijk gedeelte laten varen; een groot aantal is opgenomen in de 2nd Tactical Air Force. In deze Britse strijdmacht moeten de jachtbommenwerpers, of jabo's zoals ze door de Duitsers genoemd worden, samen met middelzware bommenwerpers ondersteuning geven aan de grondstrijdkrachten. Met Hitchells, Bostons en Venturas, die vervangen werden door Mosquito's, worden bombardementen uitgevoerd op bruggen, spooremplacementen en lanceerinrichtingen van de V-wapens. Voornamelijk Spitfires, Typhoon en Tempests worden uitgerust met bommen en raketten om van geringe hoogte vijandelijke troepenconcentraties, voertuigen, geschutopstellingen, versterkingen, treinen en schepen te bombarderen en met de boordwapens onder vuur te nemen.
Twee Spitfires van de 131ste Wing, 2nd TAF, bemand door Polen, komen in het najaar van 1944 bij dergelijke operaties in ons land terecht in Sprang- Capelle.16 september 1944
Ais W/01) Edward Lakomy op 16 september 1944 in zijn SpitfireMklX opstijgt om Duits verkeer tussen Gouda en Utrecht onder vuur te nemen, kan hij niet bevroeden dat deze vlucht voorlopig zijnlaatste zal zijn bij het 317e Squadron.
Bij het uitbreken van de oorlog op 1 september 1939 is de achttienjarige Lakomy net veertien dagen bezig met zijn opleiding tot vlieger bij de Poolse Luchtmacht. Zoals zovele andere Polen slaagt hij erin om Polen te verlaten en na omzwervingen over de Balkan en Frankrijk komt hij in Engeland terecht, waar hij zijn vliegeropleiding kan vervolgen. Toch duurt het tot juli 1943 vóórdat hij zijn eerste operationele vlucht uitvoert bij 317 Squadron, een squadron dat al in het begin van het jaar 1941 gevormd is uit ontsnapte Poolse vliegers, die het de naam Wilenski-squadron geven en het Wilenskiembleem op de romp van het vliegtuig aanbrengen tezamen met het nationale Poolse embleem.
De missie van 16 september is Lakomy's 131ste, bij elkaar een vliegduur van iets meer dan 212 uren. Tijdens een bezoek op 19 en 20 meijl. vertelde hij dat hij zich niet veel meer kon herinneren van die gedenkwaardige i6e september. "We stegen op vanaf het vliegveld Li11e in Frankrijk om vijandelijk transport te bestoken in het gebied Gouda- Utrecht. Tijdens zo'n aanval heb je het zo druk dat je nauwelijks in de gaten hebt wat er allemaal gebeurt en je hebt al helemaal geen tijd om op de kaart te kijken waar je ergens bent. Ik merkte dat ik geraakt was, waarschijnlijk in het koelsysteem, want de temperatuur van de motor liep erg snel op. (Deze veronderstelling wordt bevestigd door ooggetuigen die verklaren een vliegtuig gezien te hebben met een witte streep achter zich aan. Wegstromende glycol, die als koelvloeistof gebruikt wordt, is de oorzaak van zo'n witte streep). Om te voorkomen dat de motor in brand zou vliegen zat er niets anders op dan te landen en door de buiklanding schoof mijn toestel over de grond tot het aande rand van een sloot tot stilstand kwam met zijn neus omlaag. Ik handelde overeenkomstig onze instructies, die luidden dat we ons van het toestel niets aan moesten trekken en ons zo snel mogelijk uit de voeten moesten maken; dus het dak van de cockpit open en lopen, zo vlug mijn benen me dragen konden. Ik liep van de huizen af, terwijl ik me ondertussen van mijn Mae West2) ontdeed. Toen kwam ik Karel de Geus tegen, zoals ik later te weten kwam, die me verder hielp naar 's Gravenmoer.
In ‘s Gravenmoer hadden sommigen de noodlanding van de Spitfire in de buurt van het Eendenest gezien en waren door de, vanwege de vaarten en sloten, moeilijk begaanbare polder naar het vliegtuig gehold. Onder hen bevond zich de al genoemde heer Karel de Geus, die zich over de piloot ontfermde en hem meenam naar ’s Gravenmoer. Daar wordt Lakomy ondergebracht in de woning van de weduwe Faro, Julianalaan 34, die al ervaring heeft opgedaan in het huisvesten van piloten.
In de loop van de avond van die 16e september klimmen waaghalzen in het toestel en duwen op de knop die op de stuurknuppel zit. Ze weten niet dat het de afvuurknop voor de twee kanonnen is die in de vleugel zijn ingebouwd. Het is een geluk dat het toestel schuin voorover staat want de 20 mm granaten woelen nu alleen de grond om en richten verder geen schade aan. De Duitsers bekommeren zich niet om de Spitfire; het toestel is in de loop van de tijd door iedereen die iets kon gebruiken gesloopt. Eddie Lakomy krijgt gezelschap van twee andere piloten, die uit handen van de Duitsers konden blijven; het drietal moet door omstandigheden weg bij de wed.Faro en wordt overgebracht naar de fam. de Geus aan de Vaartweg 36. Daar wachten ze de bevrijding af, die op 28 oktober plaats heeft. Onze piloten melden zich onmiddellijk bij de bevrijders, die er voor zorgen dat ze zo snel mogelijk naar hun onderdelen kunnen terugkeren. 317 Squadron is inmiddels verhuisd naar het Belgische Gent, maar Lakomy mag niet meer vliegen. Het opperbevel van de RAF heeft namelijk bepaald dat ontsnapte piloten niet meer deel mogen nemen aan operaties. Deze maatregel is genomen om te voorkomen dat de helpers van de piloot in gevaar komen als de piloot de pech heeft om alsnog in Duitse handen te vallen. Bij ondervraging door de Duitsers zou de piloot kunnen vertellen dat hij al eens eerder neergeschoten was en er met behulp van goede Nederlanders in geslaagd was om uit de handen van de Duitsers te blijven.
W/0 Lakomy gaat terug naar Engeland en hij komt terecht bij een RAF-eenheid die Spitfires over moet vliegen naar het Midden-Oosten. Na de capitulatie van Duitsland keert hij terug naar zijn oude squadron dat deel uitmaakt van de Britse bezettingsmacht in Duitsland tot het squadron op 18 december 1946 ontbonden wordt en W/0 Lakomy zijn ontslag krijgt. Omdat hij niet naar Polen terug kan, het communistische bewind is niet gesteld op vliegers die aan Engelse zijde gevlogen hebben, emigreert hij naar Brazilië. Daar huwt hij een Poolse. Het huwelijk wordt gezegend met twee zoons en een dochter, ook maatschappelijk gaat het goed; hij slaagt erin een bloeiend aannemingsbedrijf op te bouwen. Maar nog altijd denkt hij dankbaar terug aan al die mensen in 's Gravenmoer en in het bijzonder aan de families Faro en de Geus voor de met gevaar voor eigen leven verleende hulp in die moeilijke tijden.